Goed slapen en eten is allebei belangrijk, maar over
slapen lees ik veel minder dan over eten. Zelf ben ik een verschrikkelijk
moeilijke slaper, en ik hoor en zie genoeg anderen
met slaapproblemen. Redenen genoeg om me er wat meer in te verdiepen. Een
collega had een goede tip: "Het innerlijk uurwerk" van Till
Roeneberg. Leuk geschreven, waarin ze per hoofdstuk eerst een verhaal uit de
echte wereld vertelt en daarna goed uitlegt hoe dit kan en wat voor onderzoek
hiernaar is gedaan. Verder laat ze je goed meedenken over conclusies.
Helaas heb ik het boek te lang in bezit gehad en moet ik het nu
terugbrengen naar de bieb, dus hier alleen een samenvatting van het eerste deel van het
boek. Voor de geïnteresseerden die geen zin hebben om 140 pagina's over slapen
te lezen.
Biologische klokken kunnen erg verschillen. Maar 60% slaapt
acht uur, ongeveer tussen 23.30 en 01.30 in op een vrije dag(dus als ze niet
per se op een bepaalde tijd op moeten), de rest vooral pas in de uren erna. Dus
tijden die worden genoemd in tijdschriften die vertellen wanneer je het beste
naar de tandarts kunt omdat je pijnervaring het laagst is of iets dergelijks,
moet je wel nog aanpassen als je een vroegslaper (voor 23.30) of laatslaper
bent (na 1.30). Omdat bijna elk orgaan zijn eigen tijdstip heeft waarbij het
actief wordt, geldt dit eigenlijk ook bij medicijnen op een bepaald tijdstip
innemen.
Er is geen verband gevonden tussen de tijd van inslapen en
de lengte van de slaap. Het is genetisch bepaald of een vroege, late, korte of
lange slaper bent. Mensen doen positief over vroege vogels door vroeger, toen
was het nog handig als je vroeg wakker was omdat je dan het voedsel kon vinden
voordat anderen dat deden. Afhankelijk van je baan hoeft dat nu natuurlijk veel
minder.
Onderzoek laat zien dat mensen die overdag niet kunnen slapen
op bepaalde tijdstippen, dit ook niet gaan kunnen als ze heel moe zijn (deze
onderzoeken zijn zelfs stopgezet omdat de mensen gewoon niet gedwongen konden
slapen en hun gezondheid eronder ging lijden). Een interessante uitkomst dus,
want als je deze tijd hebt gevonden, weet je dat je het dan niet hoeft te proberen. De periode waarin bijna niemand
kan slapen, is de tijd vlak voordat we optimaal zouden slapen volgens onze
biologische klok. Handig, omdat we dan pas op het optimale tijdstip in slaap
vallen.
Er zijn veel onderzoeken gedaan waar ze proefpersonen
opsluiten zonder daglicht, geluiden van buiten, trillingen en
elektromagnetische velden en contact met de buitenwereld. De conclusies van
alle onderzoeken zijn dat mensen gemiddeld 2/3 van hun cyclus wakker zijn en
1/3 van hun cyclus slapen. De lichamelijke en fysiologische ritmes blijven
dicht bij een 24-uur cyclus, maar de slaapcyclussen werden steeds langer. De
proefpersonen aten wel gewoon 3 x per dag. Alhoewel de proefpersonen onbewust kozen
voor een langere slaapcyclus, voelden ze zich op hun best toen de lichaamsfuncties gewoon synchroon liepen
(beiden 24 uur).
Hierdoor voelen mensen met een te lange slaapcyclus zich dus
minder goed en hebben ze het gevoel dat ze te vroeg op moeten staan. Het meest
helpt om veel daglicht binnen te krijgen of om melatonine te slikken. Hierdoor
past je lichaam je makkelijker aan. In iets mindere mate helpt het om je
maaltijden en activiteiten overdag te plannen. Blinde mensen kunnen door het
gebrek aan daglicht verschrikkelijk veel moeite hebben met opstaan omdat zij
zich dus niet goed aan kunnen passen. Verduisterende gordijnen en slaapmaskers
zijn dus eigenlijk ook niet goed als je slecht inslaapt en moeilijk opstaat.
Iedereen heeft een persoonlijke induttijd rond de middag of
avond. Inslapen op zo'n moment wordt makkelijker na een korte nacht (wat
betekent dat je wakkeer wordt in de tweede helft van je nacht, in de eerste
helft wakker worden zorgt voor te snel weer in slaap vallen). Een donkere plek,
veel eten en warmte kunnen hier ook bij helpen. Vroegslapers kunnen veel
slechter hun slaapdrang uitstellen dan laatslapers.
Kinderen krijgen in hun puberteit een steeds later ritme
naarmate ze ouder worden tot ze een leeftijd rond de twintig jaar bereiken. Onderzoek
laat zien dat dit niets met uitgaan te maken heeft en ze hier dus niets aan
kunnen doen. Dit is allang bekend, ook dat de resultaten op school aanzienlijk
stijgen als de leerlingen later beginnen. Toch willen veel scholen zich niet aanpassen
om praktische redenen.
Ik ben benieuwd naar de rest van het boek, ik vond dit al erg
interessant. Vooral het feit dat je gewoon niet veel aan je ritme kan doen en
dat scholen zich niet aan willen passen aan de pubers, terwijl hun resultaten
er slechter door worden. Ik hoop maar dat pubers dit boek niet gaan lezen en
dan in opstand komen of gewoon hun best niet meer doen omdat het volgens hun
aan de vroege begintijden ligt.
Ik heb al veel gehad aan de tip om mijn slaapmasker juist 's avonds op
te doen en 's ochtends af te doen (heeft ook gelijk geholpen tegen het
uitlachen van Hub die me dan met een rode streep op mijn hoofd zag). En
misschien slaap ik verder ook wel beter omdat ik nu weet dat ik niet de enige
ben met slaapproblemen?