donderdag, juli 31, 2014

Muggenzifterij

Iedereen die in de buurt van water woont, of welk plaats dan ook waar ze vandaan komen, moet zich wel verantwoordelijk voelen om alle muggen persoonlijk uit te roeien. Die gevleugelde parasieten zijn acute rustverstoorders met hun kenmerkende manier waarop ze je zoemend naderen om je vervolgens een jeukende prik te bezorgen. Ze zijn nutteloos, ook voor de voedselketen. De spinnen redden het wel op ander gevleugelte dat vast komt te zitten in hun web. Bovendien zijn ze niet eens in staat de muggen te vangen; ons huis telt een aanzienlijk aantal indoor spinnen, maar nog een aanzienlijker aantal indoor muggen.

Ik probeer van de muggen olifanten te maken, hopende dat het allemaal Dombo’s worden die met hun schattige grote oren door het raam de kamer uit vliegen, al dan niet tetterend. Muggen zijn stuk voor stuk Robin Hoodjes, alleen maakt het ze niks uit of ze bloed stelen van arm of rijk, evenmin dat ze het gestolen bloed doorgeven aan arm of rijk. Het zou nog eens nuttig zijn als ze gemanipuleerd zouden worden zodat ze beetje bij beetje bloed voor de bloedbank verzamelen. En dan natuurlijk ook meteen een genetische modificatie ertegenaan laten gooien tegen dat gezoem en de jeukende bulten.


Één ding is zeker: op deze manier belanden de duivelse herriestekers in ieder geval niet in de hemel. Ondertussen heb ik eindelijk een nacht mugvrij kunnen slapen, na een zoveelste poging te hebben gedaan om mijn hor vast te maken, dit keer met nep-ducktape. Dus op dat gebied heb ik eigenlijk niks meer te klagen, alhoewel ik het leuk had gevonden om na al die jaren nog eens een Dombo te zien. 

SAUERLAND



“Er is weinig gebeurd de afgelopen maand, het is althans rustig op de site”, zo laat Lieske weten. Ze gaat binnenkort weer verder met haar boek over slapen, waarover ze ons dan hopelijk ook een en ander zal vertellen.
Ja, het was zelfs akelig stil zelfs. Terwijl ik zelf begin van de maand met veel tam-tam iets had willen aankondigen over een supertrip naar het Sauerland.



 

Het gebied rond Olsberg (nooit van gehoord?), met zijn zeven bergen. Of misschien wel meer. Wie zal 't zeggen, want je ziet ze nooit allemaal tegelijk. Waar je iedere avond de zon mooi in het water kunt zien schijnen.
En vaders en moeders met hun kinderen achter stevige potten bier ziet zitten. Overdag ook al. En anderen, kennelijk toeristen, zich vergenoegen met het hogere en kennelijk geen weet hebben van het goede aardse dat Olsberg e.o. te bieden heeft.

 

En je geweldig kunt fietsen, maar dat niet hoeft, want je kunt ook overal, gratis nog wel, met de bus komen. En waar ik naar de Saarlander koerier vroeg en de man kortaf zei: “Verkaufen wir hier nicht”, terwijl ik toch bij het naar buiten gaan stapels Sauerlander Koerier op de rekken zag liggen. “Maar wij spelen wel de finale in Brazilië”, had ik hem eerder geprikkeld.

 
 



“Wir auch”, had hij zelfvoldaan geantwoord, en daar kreeg hij ook weer gelijk in.

 
Sommigen konden er maar niet genoeg van krijgen. Dat, en nog veel meer had ik willen vertellen om te laten zien dat er nog heel wat van de wereld te zien en verkennen valt.



 

 
Bij terugkomst wilde ik Jos en Bea als eerste inwijden, maar die kwamen net terug uit Rome, dus dat gaat dan voor. Jeannette had ook andere dingen aan d’r hoofd, want Desi ging liften naar Berlijn en Max stond op het punt voor drie weken naar India te vertrekken. Lieske was net terug van een korte vakantie uit Frankrijk, Hub zou in de Alpen gaan fietsen en Nikki zat haar drie maanden stage uit op Curaçao. En bij Ine/John hoef je al helemaal niet aan te komen met  het Sauerland.
 
Die zweren bij Saksen, waar ze wonen en nog meer met Berlijn, het minste waar ze met al hun gasten willen verblijven. Want daar is alles noch besser.
Dus heb ik besloten dat alles maar even voor me te houden. Tot de anderen zijn uitgesproken.

Inderdaad, sommigen..... waar laten ze het allemaal?

maandag, juli 07, 2014

Een band overslaan

Dat je op school een jaar kan overslaan wist ik al. Dat je ook een jaar over kunt doen, heb ik zelfs abnormaal vaak zien gebeuren. Wat ik echter níet wist noch eerder had gezien, is dat dit niet alleen op school voorkomt, maar ook op de dojomat. Eind mei sloeg een jiujitsuka de gehele bandenreeks tussen wit en zwart over en dat deed mijn eigenwaarde goed.

 Vanaf de eerste keer dat ik in Eindhoven bij jiujitsu kwam kijken, stond de Vietnamees al op de mat. Hij volgde drie uur jiujitsu-training per week en daarnaast ook nog anderhalf uur karate. Je merkte het bij elke oefening omdat hij altijd de volgorde kende en ook de techniek al, in mijn ogen, bijna feilloos beheerste. Het plaatje van een gedisciplineerde Aziaat was compleet op één ding na. Hij droeg een witte band.

Eerst dacht ik dat er bij deze les nooit aandacht aan examens werd besteed, zodat iedereen van verschillende niveaus gewoon een witte band bleef dragen. De Vietnamees was er in ieder geval wel het levende bewijs voor. Maar eind mei bleken er examens te zijn en de weken ervoor nam de Vietnamees samen met een bruine bander verschillende series technieken door. Toen ik hem vroeg voor welke band hij op ging, antwoorde hij: “I don’t know. They decide”.

In juni liep hij net als zijn oefenpartner met een gloednieuwe zwarte band rond. Even een paar banden overgeslagen dus. Stiekem was ik niet alleen blij voor hem, maar ook voor mezelf. Want nu hoefde ik me niet meer te schamen als ik als blauwe bander voor hem moest afkloppen in een vrij gevecht; hij is nu immers ervaren-zwart en geen beginnelingen-wit meer.

Ik daarentegen heb ook al een tijdje dezelfde band zonder examen te hebben gedaan. Alsof ik ben blijven zitten. De eeuwige student van het jiujitsu. Maar daar heb ik helemaal geen problemen mee. Steeds iets nieuws leren blijf ik toch wel doen. Daarnaast ben ik weer op mijn beurt goed genoeg om de échte witte banders te helpen. En bovendien kan ik nu nog lekker ongegeneerd blijven afkloppen als ik weer te grazen word genomen door een hogere band.