Mijn eerste en laatste column van het academisch jaar komt net op tijd. Op tijd om je te wijzen op het verband tussen concentratie en studeren, of welke mentale activiteit dan ook. Een zeldzaam aantal studenten maakt keurig op tijd een planning en houdt zich er zelfs aan. Uit ervaring blijkt dat ik daar niet toe behoor.
Ik ben het type dat op stoom komt wanneer ik de hete adem van een deadline in m’n nek voel. Elke poging ervoor resulteerde in hulpeloze vermoeidheid en verveling. Mijn oplossing leek logisch: eerst even iets leuks doen om energie op te wekken.
Voor de duidelijkheid: ik zette het niet op een soggen. Ik ontweek mijn studie niet, ik bereidde me er juist mentaal op voor. En dat deed ik door te gamen. Geen saaie spelletjes zoals Mahjong of solitaire Patience die mijn oma knikkebollend speelt (dat zou nog helpen ook, zoals je zult zien). Games waar je reactievermogen en tactisch inzicht u tegen zeggen. Stoppen na een uurtje zat er meestal niet in, want je stopt natuurlijk nooit op je hoogte- of dieptepunt.
Gek genoeg voelde ik me erna niet opgefrist en ik gooide het roer om. Mijn energie zou zich voortaan achter de schermen opbouwen terwijl ik rustig een serietje aan het kijken was. Het mocht helaas niet baten. De zin in nog een spel of aflevering verdween, maar productiviteit kwam er niet voor terug.
Herkenbaar? Gelukkig is er een fysiologische verklaring én een alternatief. Gevoelens zijn tweedimensionaal: positiviteit en intensiteit. Ondanks dat de spanning van je to-do list duidelijk tegenover sensationeel vermaak staat, zijn ze allebei van hoge fysiologische intensiteit. Hoe leuk je afleiding of voorbereiding ook is, je valt des te sneller in slaap wanneer je weer “echt eens wat wil gaan doen”.
Iets leuks doen om energie te krijgen voor het serieuzere werk is dus één grote grap. Het is alsof je, om trek te krijgen in je droge volkorenpasta met doorgekookte groente, eerst nog even een smeuïg boterkoekje naar binnen werkt. Dan kinkt het toch een stuk minder logisch.
Wil je wel wat energie opbrengen voor je studiediscipline, pak dan beide dimensies aan. Dan komen we terecht bij het dagdromen, wandelen en mediteren. En het heilige hazenslaapje, niet te vergeten. Nietsdoen is weliswaar zo onwennig dat het stressvoller kan zijn dan gamen, series kijken studeren bij elkaar. Zet het dan op het lopen. En vergeet niet je telefoon uit te zetten; voor je het weet, zit je weer intensief te doen. Misschien was een potje Patience zo’n slecht idee nog niet.
En in het Engels: https://www.cursor.tue.nl/en/opinion/hub-coumans/fighting-study-stress-with-stress/