zaterdag, mei 24, 2014

Vreemde thee in de bijt

Theesmaken gaan tegenwoordig veel verder dan groen en Earl grey. De gekste combinaties van vruchten en kruiden worden verzonnen door Pickwick, om zo een nieuw flitsend doosje in de schappen te laten verschijnen. Sommige smaken zijn niet voor herhalende koop vatbaar. Persoonlijk vind ik bijvoorbeeld aardbeithee een dikke afknapper (wat eigenlijk al helemaal niet meer nieuw en flitsend is, maar dat terzijde). Alles wat lekker is aan aardbei, is in de thee niet terug te vinden.

Eigenlijk is dat voor alle vruchtenthee zo. Komt het omdat vruchten altijd zoet zijn door hun natuurlijke suikersappen, die niet in het uitgedroogde theezakje kunnen worden verwerkt? Een suikerklontje bij de aardbeithee zou misschien wonderen doen, maar eigenlijk zou een voedingsmiddel zonder addities op zichzelf al moeten volstaan. Zelf drink ik mijn thee altijd zwart. Behalve in de voetbalpauzes, dan gaan er de nodige klontjes in. Maar amateurvoetbalclubs hebben tot nu toe nog nooit vruchtenthee geserveerd. Dus geen idee of dat de oplossing biedt voor de teleurstellende smaak in vergelijking met de verwachting die je krijgt van de sappige aardbeien op het doosje.

Meloenthee is echter al minder dramatisch. Pickwick weet goed de smaakstoffen eruit te laten springen. Maar dan is er helaas ook de bittere thee-nasmaak die erbij komt kijken, waardoor het lijkt alsof je het warme aftreksel van een gistende meloen aan het drinken bent. Kortom, voor thee geldt: zoet doet het gewoon niet goed. Op één variant na. Zoethoutthee, mijn favoriet. Zoethout zelf is na enig gezabbel alleen nog maar een vezelig en smakeloos takje, maar in het kokende water geeft het een langdurige smaaksensatie. Omgekeerde wereld dus wat dat betreft.


Geen idee hoe ze het doen, maar als het aan de zoethoutextracten zelf ligt, zouden ze die eens aan de aardbei toevoegen. Als levensmiddelentechnologie studeerde, zou ik zeker zoetaardbeihoutthee op de markt brengen. Daar is het nu te laat voor. Maar het is niet te laat voor een gezonde tip voor suikertheedrinkers: schenk eens zwarte zoethoutthee. Niet geschonken is altijd mis. 

donderdag, mei 22, 2014

"Despite the importance of direct replications, conceptual replications of priming are much more important as they test the applicability of priming in practice."

Priming studies are about to show a specific priming effect. With this effect, a practical application can be implemented. To test for the reliability of the specific experiment method, a direct replication is better. But to get a clear view of the priming effect as it can be practically used, conceptual replications are more important. These don’t test the reliability of the method, but the applicability of the underlying, more fundamental, priming effect.

If we look at an experiment where people were more helpful after finding money in a telephone cell, it would be concluded that only money influences helping behavior positively (Isen & Levin, 1972). Due to conceptual replications however, it was found out helping behavior is also more observed after other stimuli (e.g. receiving cookies), resulting in a more general finding, that a good mood is triggering helping behavior. So, conceptual replications give a more representative view of the researched effect.


 If the study was only directly replicated, we would think that not a good mood in general, but only finding money triggers helping behavior. This way only one option for the desired effect is known, and this is limiting the practical applicability. Now somebody could only think of giving money away to improve helping behavior, but after doing conceptual replications the same person could improve the same behavior by letting people think of good memories (Isen & Levin, 1972). So for the applicability of the effect, conceptual replications are more important. 


zaterdag, mei 10, 2014

Jeugdige taart

Gelukkiger zie je ze tegenwoordig niet meer zo snel, die oma’s. Dat is ook niet zo gek als je een prachtige drielagige caketaart krijgt die zo uit de bestelboekjes van de banketbakker kan zijn gekomen. En als kers op de taart was er ook geen suiker aan toegevoegd, op de marsepeinse suiker na. Mijn mondhoekjes zouden er ook een gat in de lucht van springen. Zeker toen de taart naast een lust voor het oog ook nog een lust voor de tong bleek te zijn.

De taart was qua karakter uitermate geschikt voor deze 81-jarige vrouw. De sappige aardbeien getuigden er namelijk van dat dit geen oude taart was. Net als dat oma zich soms zelf nog zo jeugdig kan gedragen in al haar opwinding. Als je haar dan de bittere waarheid hoort vertellen over hoe het hoort en wat belachelijk is, denk je: wow! Die is nog jong!

Zoals op de foto’s te zien is, kon ze niet wachten tot ze haar lekkernij mocht aansnijden. Haar blik steeds wisselend tussen haar visite en haar smulbare cadeau. De hond druipt ondertussen af, wetende dat er niemand iets van de taart met hem zal willen delen. Helaas zal hij zichzelf in de pot vinden, of nog erger, juist niet. In ieder geval hebben alle mensen ervan genoten. Nogmaals de complimenten aan Lieske en haar helpende hand. Daarnaast wil ik natuurlijk Oma namens iedereen bedanken dat ze deze lekkernij met ons heeft willen delen. Want nu kunnen we er allemaal weer een jaartje tegenaan!








dinsdag, mei 06, 2014

Rejection of "The imitation game as proposed by Turing (1950) is suitable to test if machines can think"

First of all the definition of thinking can be seen as a subject of discussion. But even after defining thinking in such a way it can be generally accepted that machines are able to think, the imitation game by Turing is still not suitable to test if machines can think.

Consider a machine, capable of thinking about abstract and difficult concepts like ethical issues, so the testing interrogator inclines to see this machine as a human being. Now consider this same machine answering a calculation question during the same test, for example what the product out of 38*149 is. The machine is not coded to answer wrongly or answer after a delay, and gives the right answer straight away. Now the interrogator reveals the answerer as being a machine, and the machine fails the test. Now the thinking machine is considered as “not-thinking” by the rules of the Turing test. 

The big flaw of the imitation game is that although thinking is probably needed to pass the test, not all thinking capabilities are concerned with fooling an interrogator. So all machines that pass are thinking machines, but not all thinking machines will pass the test. This problem stems from the logics from the Turing test, which state that failing is related to “not-thinking” and passing is related to “thinking”. By this reasoning, thinking machines that fail the Turing test are seen as not thinking and that is why the imitation game is not suitable to test if machines can think. 




SECOND VERSION(BETTER?):

First of all the definition of thinking can be seen as a subject of discussion. But even after defining thinking in such a way it can be generally accepted that machines are able to think, the imitation game by Turing is still not suitable to test if machines can think.

The big flaw of the imitation game is that although thinking is probably needed to pass the test, not all thinking capabilities are concerned with fooling an interrogator. So all machines that pass are thinking machines, but not all thinking machines will pass the test. This problem stems from the logics from the Turing test, which state that failing is related to “not-thinking” and passing the test is related to “thinking”. The unsuitableness of the imitation test can be proven by the following counterexample:

Consider a machine, capable of thinking about abstract and difficult concepts like ethical issues, so the testing interrogator inclines to see this machine as a human being. Now consider this same machine answering a calculation question during the same test, for example what the product out of 38*149 is. The machine is not coded to answer wrongly or answer after a delay, and gives the right answer straight away.
Now the interrogator reveals the answerer as being a machine, and the machine fails the test. 

The thinking machine is now considered as “not-thinking” by the rules of the Turing test, and that is why the imitation game is not suitable to test if machines can think.

©oumans, H.