*Als resultaat van een uitdaging(waarom volgt later) om zowel iets langers als fictief te schrijven, is hier mijn eerste try-out. Ik ben hiermee ooit begonnen in de trein via de app van Evernote, onder de werktitel "Eigen Rechter". Nu vind ik "Eigen slachtoffer" een betere titel. Maar goed, het is toch maar een pilot. Had het liever als mooi Word-document toegevoegd in plaats van zo'n lap tekst, alleen kon ik daar geen optie voor vinden. Spelling- en grammaticachecks zijn welkom. *
Eigen slachtoffer
Tijd
om te gaan. Langer blijven is onnodig, misschien ook nog wel stom ook. De
jongen die aan het filmen was, werd waarschijnlijk nog steeds achtervolgd door
de andere overvaller, of had hem al afgeschud. Hij was immers op de fiets. Wie
weet had het petje de achtervolging gestaakt en kwam hij terug, ook voorzien
van een wapen. Michael stond nog te trillen van de adrenaline die zijn lichaam
de kracht en snelheid had gegeven zijn overvaller uit te schakelen. Misschien
wel iets te veel kracht en iets te uitgeschakeld. Door de paniek had hij geen
controle meer over wat hij precies deed, en het resultaat daarvan lag nu onder
hem op het asfalt.
Hij
zag ze op honderd meter afstand al staan. Twee gedaantes met capuchons op, stil
en duidelijk wachtend op iets. Of op iemand. Hun outfits mochten dan wel even
donker en vormloos zijn; door hun lengte waren ze toch duidelijk te
onderscheiden. Al naderend was er nog meer verschil te zien: de boomlange kerel
had een donker gezicht. Die kleine was lichter en bleek een zwarte pet onder
zijn capuchon te dragen. Hij was net iets kleiner dan Michael zelf, maar
probeerde zijn tekortkoming te compenseren in zijn pretentieuze brede houding.
Het was typisch zo'n figuur die Michael om de school heen zag staan roken
met zijn vrienden, of herrie zag schoppen in kinderspeeltuintjes.
Langzaam maar zeker draaiden ze zich om richting Michael, die snelheid wilde maken om hard langs te fietsen. De langere duisterling kwam in actie en stak zijn hand op. "Wacht even man, wacht even". Hoewel hij vriendelijk en rustig klonk als iemand die naar de weg wilde vragen, liepen bij Michael al de rillingen over het lijf, met zijn hart flink overklokkend.
Langzaam maar zeker draaiden ze zich om richting Michael, die snelheid wilde maken om hard langs te fietsen. De langere duisterling kwam in actie en stak zijn hand op. "Wacht even man, wacht even". Hoewel hij vriendelijk en rustig klonk als iemand die naar de weg wilde vragen, liepen bij Michael al de rillingen over het lijf, met zijn hart flink overklokkend.
"Geef
je telefoon en je geld". Ze stonden nu voor Michael, die was geremd omdat
door hun heen fietsen niet erg veel kans van slagen leek te hebben. Hij keek of
hij nog snel links of rechtsom kon omdraaien, maar daar was de weg te smal
voor.
"Heb
je me niet gehoord? Geef me nu je geld en je mobiel." De twee kwamen
steeds dichterbij. Michael kon geen kant meer op. Daarnaast zat hij ook nog op
zijn fiets, waardoor hij minder wendbaar was. "Ik heb geen geld bij me
guys, en mijn mobiel ligt nog thuis", probeerde hij zo luchtig mogelijk.
Was hij sneller? Kon hij het verlies van zijn fiets voor lief nemen en deze
twee eruit sprinten? Dan hadden ze wel zijn sleutels die nog in de fiets
staken, die zou hij er niet meer snel genoeg uit kunnen halen. Hij hinkte
onhandig achteruit op zijn fiets. "Blijf staan." De grootste van de
twee stapte naar voren en greep naar Michael's stuur. Zijn zware stem
klonk koel doch gebiedend. Om hulp roepen, krijsen en schreeuwen zou geen nut
hebben. Er waren nergens huizen in de buurt te bekennen en zo te zien ook geen
voorbijgangers. Roepen zou slechts de twee voor hem agressief kunnen
maken.
Op het moment dat er van achter de twee intimidators een onmiskenbaar geluidje klonk, realiseerde Michael zich pas hoe akelig stil het buiten de herrie in zijn hoofd was geweest. Even stonden zijn gedachten stil en keek hij samen met zijn overvallers mee naar de richting van het geluid, de één nog steeds met Michael's stuur klem in zijn hand. Het geluid was dat van een mobiel geweest dat een opname startte. Er stond een jongen met zijn mobiel gericht op het drietal te filmen, met lichtfunctie en al. Hij vloekte hardop, geschrokken en door zichzelf bekloot om te vergeten dat hij zijn licht en geluid niet eerst uit had gezet. "What the fuck doe jíj nou!?" De kleinste van de twee richtte zich tot de filmer. Die stopte zijn mobiel zo snel mogelijk weg en sprong op zijn fiets terwijl de schreeuwer op hem af sprintte. Ze vlogen bijna tegelijkertijd de eerstvolgende hoek om, de stem van de achtervolger al scheldend wegvagend.
Op het moment dat er van achter de twee intimidators een onmiskenbaar geluidje klonk, realiseerde Michael zich pas hoe akelig stil het buiten de herrie in zijn hoofd was geweest. Even stonden zijn gedachten stil en keek hij samen met zijn overvallers mee naar de richting van het geluid, de één nog steeds met Michael's stuur klem in zijn hand. Het geluid was dat van een mobiel geweest dat een opname startte. Er stond een jongen met zijn mobiel gericht op het drietal te filmen, met lichtfunctie en al. Hij vloekte hardop, geschrokken en door zichzelf bekloot om te vergeten dat hij zijn licht en geluid niet eerst uit had gezet. "What the fuck doe jíj nou!?" De kleinste van de twee richtte zich tot de filmer. Die stopte zijn mobiel zo snel mogelijk weg en sprong op zijn fiets terwijl de schreeuwer op hem af sprintte. Ze vlogen bijna tegelijkertijd de eerstvolgende hoek om, de stem van de achtervolger al scheldend wegvagend.
Ondanks
Michael altijd zou wegrennen zolang hij daar de kans voor zag, was hij nu niet
van plan zijn eigendommen af te staan. Als ze nog met twee man sterk voor hem
stonden, had hij waarschijnlijk niks geprobeerd. Maar voor deze man alleen had
hij zich niet zomaar gewonnen gegeven.
Eerst
die knie. Die was hoogstwaarschijnlijk goed kapot. Op t moment dat de lange
kerel nog verder naar voren was gestapt, trapte Michael schuin van boven op de
knie waar zijn gewicht op stond. Onmiddellijk na deze onverwachtste actie vloog
de linkerhand van de even wankelende man naar Michaels keel. "Je geld en
je mobiel man, of ik maak je fucking kapot!". Zijn stem sloeg over. Ze
waren nu dus allebei in paniek. Aan de rechterkant bewoog iets op hoogte
van zijn middel. Het reflecteerde en trok Michael's aandacht vanuit zijn
ooghoeken. Degene voor hem stond met een zakmes in zijn handen. Toen het oog. In
plaats van zich van de sterke klauw om zijn nek proberen te bevrijden, wurmde
Michael de knokkel van zijn gebogen wijsvinger zo ver mogelijk in de oogholte
van zijn belager. De hand om zijn keel verloor zijn houvast terwijl de eigenaar
een kreet gaf en zijn hoofd afwendend naar achteren trok. "Aah, vuile
rat!" Even dacht Michael dat het voldoende was om hem af te schudden, maar
de rechterarm van de zwarte gestalte ging wild naar achteren om toe te slaan.
Hij was not amused door de reactie van zijn slachtoffer. Door de razende
uithaal verloor hij de controle over zijn houding en intuïtief trapte Michael met
de bal van zijn voet tussen het kruis en de buik van zijn belager. Ondanks dat
kwam de klap nog aan en Michael wankelde. Ondertussen klikte het zakmes
uit in de rechterhand van de man. Zonder te twijfelen gleed Michael met zijn
linkerhand achter het hoofd en met zijn rechterhandpalm op de kin van de
gewapende man. Het mes schoot omhoog naar Michael's uitgestoken armen. Als een
schaarbeweging rukte Michael tegelijkertijd zijn linkerhand naar zich toe
terwijl hij zijn met zijn rechter een forse zet gaf. Krak. Michael
voelde iets kraken en hoorde het bijpassende geluid. Geen verzet meer. Het mes
was wel nog in zijn linkerarm terechtgekomen, maar Michael voelde niet veel meer
dan een prikkeling. Alles voor hem verslapte, het zakmes kletterde zachtjes op
het asfalt. De lange griezel viel naar voren er rolde onhandig en bewusteloos op
zijn zij. Halfdichte ogen: het licht was uit.
Daar
stond hij dus, veilig na de overval. In ieder geval voorlopig dan. Voelen
aan de pols of in de nek zoals ze dat op tv altijd deden, leek Michael niet
verstandig met de aanwezige kans dat een gewapende partner in crime straks
terug zou komen. Hij trok zijn fiets van de weg en stapte op. Gelukkig was dít
niet gefilmd. Of zou hij te herkennen zijn op de beelden van de vreemde
voorbijganger? Zou de politie hem linken aan de verwondingen of zelfs moord van
deze overvaller? Zou zijn partner met het petje aangifte doen, ondanks hij zelf
een van die twee was die een overval pleegde?
Michael
trapt door. Hij is weliswaar veilig ontkomen, maar toch voelt hij zich alles
behalve dat. Wat had hij anders moeten doen? Moest hij zich schuldig voelen?
Wou de arme stakker misschien alleen maar snel geld hebben omdat hij familie
uit de schulden wilde helpen? Was hij van plan dat zakmes echt te
gebruiken of zou hij nooit verder gegaan zijn dan een bedreiging?
Was er überhaupt een manier om niet als slachtoffer uit zo'n situatie te komen? Meewerken kost je je spullen, onsuccesvol verzet je gezondheid en succesvol verzet krijgt misschien nog wel het langste staartje op deze manier. Hij besloot uiteindelijk dat het zo goed was. Hij had zichzelf beschermd tegen een bewapende overvaller. En dat is zijn goed recht; niet zijn probleem. Tenminste, dat zou zijn probleem helemaal niet mogen zijn. En wat betreft de politie, die zouden zich beter kunnen bezighouden met criminelen te vangen in plaats van ze in bescherming te nemen. Ja, het is goed zo, zegt Michael tegen zichzelf. Maar toch kan hij die nacht de slaap niet vatten.
Was er überhaupt een manier om niet als slachtoffer uit zo'n situatie te komen? Meewerken kost je je spullen, onsuccesvol verzet je gezondheid en succesvol verzet krijgt misschien nog wel het langste staartje op deze manier. Hij besloot uiteindelijk dat het zo goed was. Hij had zichzelf beschermd tegen een bewapende overvaller. En dat is zijn goed recht; niet zijn probleem. Tenminste, dat zou zijn probleem helemaal niet mogen zijn. En wat betreft de politie, die zouden zich beter kunnen bezighouden met criminelen te vangen in plaats van ze in bescherming te nemen. Ja, het is goed zo, zegt Michael tegen zichzelf. Maar toch kan hij die nacht de slaap niet vatten.
De
beelden van de zwarte gedaante die voor hem neer viel, de filmende
voorbijganger en zijn kleine achtervolger tollen nog lang door zijn hoofd. Hij
ziet de politie bij hem aanbellen om verhaal te halen, zich terecht staan en
opgewacht worden door de overvaller met nog een stel wraakzuchtige vrienden.
Hij ziet de nieuwsberichten voor zich van een jongen die is neergestoken omdat
hij een tweetal overvallers had proberen te filmen. Onrustig draait Michael
zich om in zijn bed tot hij een steek in zijn arm voelt. Hij ziet dat de deken
onder het bloed zit en zijn wond begint steeds meer de aandacht te trekken. Ook
dat nog. Zowel mentaal als fysiek zou Michael voorlopig nog niet van de
overval af zijn.