Eind mei liet ik weten dat ik toch graag een fixie-fiets wilde, ondanks ik daar eerder niets voor voelde. En als je vader een voorliefde heeft voor doortrappers met 22 juni op komst, weet je eigenlijk al genoeg. Mijn wens was een fiets zonder rinkelende, aanlopende of kapotte onderdelen om toestanden te voorkomen. Niet per se een fixie, maar die heeft nou eenmaal de minste onderdelen nodig. Hoewel ik er erg naar uitkeek om moeite- en geruisloos te kunnen fietsen, twijfelde ik toch even. Want waar moest ik die mooie fiets laten? Extra toestanden om de fiets steeds binnen en buiten te zetten en op de veiligste manier te stallen, wilde ik ook voorkomen. Dan is een oude stadsfiets nog efficiënter. Gelukkig is een fiets nooit weg in huize Coumans (alhoewel dat soms ook juist een probleem is). Dus mocht ik de fiets toch niet willen, zou die eerdergenoemde vader met alle liefde zijn gegeven cadeau zelf toe eigenen.
Helaas kreeg ik niet
zomaar een fiets zonder fratsen, want het idee was dat ik hem zelf in elkaar
ging zetten. Ik vind het leuk om te creëren, maar minder als ik juist iets wil
hebben om sleutelgedoe te voorkomen. Goed dan, ik hielp mee en had nog voor de
introductieweek mijn geflanste fiets in Eindhoven staan. Die week durfde ik de stier
(vernoemd naar het stuur) nog niet te gebruiken in verband met de drukte. Het
eerste ritje werd er één naar de Albert Heijn. Zelfs na vijf minuten winkelen
stond mijn hart eventjes stil omdat ik dacht dat de stier al gestolen was. Ik
had me verkeken, maar wilde toen per se een dikker slot hebben zodat ik ook
mijn boodschappen kon doen zonder (mentale) toestanden.
Durfde ik de
fiets met steviger slot eindelijk te gebruiken, ging de achterband lek. Geen
klein gaatje, of beter gezegd, gaatjes. Ik had er namelijk gelijk twee te
pakken. Het was blijkbaar gebeurd terwijl de fiets binnen stond. Toen had er al
een lampje moeten gaan branden. Na 4 extra plakkertjes zonder dat de band ook nog
maar een straattegel had aangeraakt, concludeerde ik pas dat het velglint niet
deugde. Dat van de fabrikant dus.
Met een nieuw
velglint en een nieuwe binnenband leek de achterbandse luchtdruk eindelijk weer
stabiel te blijven. Dus mocht de fiets weer naar beneden, klaar voor gebruik.
De volgende dag moest ik snel weg, enthousiast om weer op de stier te kunnen
klimmen. Voor de vorm voelde ik nog even aan de banden. Maar goed ook, want de
voorband was ditmaal niet in vorm. Ook weer lek. Voorwiel naar boven, nieuw
lintje erin, bandje geplakt en opgepompt. Na twee weken een niet zo trotse
eigenaar van een eenwieler te zijn geweest, leek het eindelijk weer allemaal op
orde.
Met het wiel weer
in het frame stond er zowaar een gefixte fixie in de gang. Voor de zekerheid
bleef ik er 2 dagen vanaf om wel steeds de bandenspanning te controleren, maar
het leek in orde. Bij de eerste testrit reed ik niet lek, maar merkte ik dat er
toch nog iets niet helemaal lekker zit in het achterwiel. Hierdoor is 100%
soepel rijden niet mogelijk. Het is dus nog steeds niet de droomfiets die ik in
gedachten had. Ook al komt het nog uit zo’n goed hart: kijk een gegeven fiets
altijd in het wiel.
Zelfs een hartvormig gaatje kan de pret aardig drukken |