zaterdag, november 21, 2015

Een toestandelijke eenwieler


Eind mei liet ik weten dat ik toch graag een fixie-fiets wilde, ondanks ik daar eerder niets voor voelde. En als je vader een voorliefde heeft voor doortrappers met 22 juni op komst, weet je eigenlijk al genoeg. Mijn wens was een fiets zonder rinkelende, aanlopende of kapotte onderdelen om toestanden te voorkomen. Niet per se een fixie, maar die heeft nou eenmaal de minste onderdelen nodig. Hoewel ik er erg naar uitkeek om moeite- en geruisloos te kunnen fietsen, twijfelde ik toch even. Want waar moest ik die mooie fiets laten? Extra toestanden om de fiets steeds binnen en buiten te zetten en op de veiligste manier te stallen, wilde ik ook voorkomen. Dan is een oude stadsfiets nog efficiënter. Gelukkig is een fiets nooit weg in huize Coumans (alhoewel dat soms ook juist een probleem is). Dus mocht ik de fiets toch niet willen, zou die eerdergenoemde vader met alle liefde zijn gegeven cadeau zelf toe eigenen.

Helaas kreeg ik niet zomaar een fiets zonder fratsen, want het idee was dat ik hem zelf in elkaar ging zetten. Ik vind het leuk om te creëren, maar minder als ik juist iets wil hebben om sleutelgedoe te voorkomen. Goed dan, ik hielp mee en had nog voor de introductieweek mijn geflanste fiets in Eindhoven staan. Die week durfde ik de stier (vernoemd naar het stuur) nog niet te gebruiken in verband met de drukte. Het eerste ritje werd er één naar de Albert Heijn. Zelfs na vijf minuten winkelen stond mijn hart eventjes stil omdat ik dacht dat de stier al gestolen was. Ik had me verkeken, maar wilde toen per se een dikker slot hebben zodat ik ook mijn boodschappen kon doen zonder (mentale) toestanden.

Durfde ik de fiets met steviger slot eindelijk te gebruiken, ging de achterband lek. Geen klein gaatje, of beter gezegd, gaatjes. Ik had er namelijk gelijk twee te pakken. Het was blijkbaar gebeurd terwijl de fiets binnen stond. Toen had er al een lampje moeten gaan branden. Na 4 extra plakkertjes zonder dat de band ook nog maar een straattegel had aangeraakt, concludeerde ik pas dat het velglint niet deugde. Dat van de fabrikant dus.

Met een nieuw velglint en een nieuwe binnenband leek de achterbandse luchtdruk eindelijk weer stabiel te blijven. Dus mocht de fiets weer naar beneden, klaar voor gebruik. De volgende dag moest ik snel weg, enthousiast om weer op de stier te kunnen klimmen. Voor de vorm voelde ik nog even aan de banden. Maar goed ook, want de voorband was ditmaal niet in vorm. Ook weer lek. Voorwiel naar boven, nieuw lintje erin, bandje geplakt en opgepompt. Na twee weken een niet zo trotse eigenaar van een eenwieler te zijn geweest, leek het eindelijk weer allemaal op orde.


Met het wiel weer in het frame stond er zowaar een gefixte fixie in de gang. Voor de zekerheid bleef ik er 2 dagen vanaf om wel steeds de bandenspanning te controleren, maar het leek in orde. Bij de eerste testrit reed ik niet lek, maar merkte ik dat er toch nog iets niet helemaal lekker zit in het achterwiel. Hierdoor is 100% soepel rijden niet mogelijk. Het is dus nog steeds niet de droomfiets die ik in gedachten had. Ook al komt het nog uit zo’n goed hart: kijk een gegeven fiets altijd in het wiel. 


Zelfs een hartvormig gaatje kan de pret aardig drukken



woensdag, november 11, 2015

Wut Zimmer: uitrazen in Lauenstein


Het is blijkbaar helemaal hip om je af te reageren in een afgesloten ruimte. Er is namelijk een nieuw concept voor bedacht: de rage room. Dat is een kamer waar iemand zich geoorloofd uit kan leven in poging tot het verlichten van boze en angstige gevoelens. Er is ook de mogelijkheid om je eigen inrichting en hetgeen je kapot wil maken te kiezen, mocht je persoonlijke voorkeuren hebben. Ga bijvoorbeeld voor bros en lawaaierig servies of voor een het stilletjes verscheuren van een pak kaarten in een woonkamersetting. Dat laatste werd geprefereerd door een man om zo zijn slechte herinneringen te verwerken. Maar dat was toch echt wel een uitzondering.

Gewoon lekker losgaan, daar heeft menig mens wel oren naar. Goede business dus voor iemand die nog ergens een rage-proof plekje vrij heeft. Zou de Lauensteinse zolder daar niet geschikt voor zijn? Van gat in het dak naar gat in de markt. Alle driftige Duitsers die hun ei kwijt willen staan vast te springen om wat versleten spullen als afreageermateriaal te mogen gebruiken. En met het koude weer in combinatie met de slechte isolatie kunnen ze gelijk even afkoelen. Win-win situatie!

Let wel, het gebruik van rage rooms wordt niet aangeraden door psychologen: mensen leren zo juist dat agressief gedrag in een leefomgeving wordt geaccepteerd. Is dat een jaloerse bewering van psychologen die anders een deel van hun patiënten kwijtraken, of is ragen in een room echt een no-go? Het lijkt een beetje op de discussie die er heerst over de goede/negatieve effecten van “violent gaming”.

Ik heb daarover ooit voor Engels een betoog geschreven en kwam tot de conclusie dat als kinderen agressief worden van video games, het aan de opvoeding ligt. Ouders zijn verantwoordelijk voor het duidelijk maken van de grens tussen een scherm en de echte wereld. Maar voor volwassenen is het daarvoor al te laat en dus geldt er voor de lucratieve Lauensteinse Wut Zimmer: hopen dat de bezoekers niet doorslaan.