Het was vroeg, oké. Hij is al
een jaartje ouder, oké. Maar wat voor poets Bommel me dit keer had gebakken, viel
niet zomaar te verklaren. Om zeven uur werd ik, na een korte nachtrust,
opmerkelijk fris wakker. Misschien wilde ik wel kijken hoe het met Bommel ging
aangezien hij diezelfde nacht in mijn droom half-stikkend vanonder een bed
wakker schrok. Ik zou in ieder geval met hem gaan wandelen.
Gelukkig was er
in het echt niks aan de hand. Met zijn luchtwegen dan; hij strompelde net als
de afgelopen dagen nog steeds hinkend uit zijn mand. Maar hij had er zin in.
Dus maakten we een lange ochtendwandeling. Gedeeltelijk verschuldigd omdat ik
hem bijna dood liet schrikken in mijn eigen nachtelijke geestespel, maar ook
zodat we gezondsheidsbevoordelijk onze pootjes en beentjes konden strekken.
Wandelen doen we
echter niet alleen voor het wandelen zelf. Eenmaal buiten hebben we altijd een
opdracht. Één team, één taak. En dat is Bommel ontlasten. Soms slaagt hij daar
zelf niet in. Dan laat hij merken dat hij hoge nood heeft, maar eenmaal buiten
blijkt dat tegen te vallen. Nu was het dus erg vroeg en gebeurde er wederom
weinig. Hij was op het veld wel nog even achter de bosjes verdwenen. Je weet maar
nooit; misschien was onze missie “under cover” toch nog heimelijk geslaagd.
Waar wij uitlaters
ons vooral op de activiteiten buitenshuis richten, concentreert Bommel zich
vooral op de activiteit die binnenshuis na het wandelen plaatsvindt. Ik was eigenlijk
niet van plan hem gelijk te voederen, het was immers nog vroeg. En Bommels
aanpak om het voordeel van de twijfel te krijgen was niet erg tactisch. Terwijl
hij bij zijn bak klaar stond, ging zijn staart omhoog en vervulde hij zijn eerder
verzaakte taak op illegaal terrein. En niet zo’n beetje ook. Ik stuurde hem nog
snel naar buiten, maar tevergeefs. De vers gedraaide kiloknaller op de vloer
was een feit.
Met een oude
pizzadoos als stoffer en een romatomatenbakje als blik (nu eenmaal ároma-), veegde ik verward de drollen van de
vloer. Kon ik Bommel dit kwalijk nemen? Hij had geen reden om dit opzettelijk
te doen, niet nadat hij net drie kwartier met zijn lievelingsbaasje had
gelopen. Maar hij moest toch wel inzien dat dit wel heel verdacht overkwam?
Mocht
niks van dit alles in zijn seniele kop spelen, dan zouden zorgen om
lichamelijke kwaaltjes zoals een hinkepoot of stikneigingen verwaarloosbaar
zijn. Heel even leek het inderdaad allemaal foute boel te zijn. Maar eenmaal
weer gefocust op zijn voerbak stelde hij me gerust. Er speelde maar één ding in
zijn hoofd en dat was eten. En dat kon maar één ding betekenen: hij is gelukkig
nog steeds helemaal de oude.