zondag, mei 22, 2011
Op rolletjes
Ik ben heel erg tevreden met mijn Piaggio Zip. Misschien wel iets te blij, want ik vond dat hij nog prima reed ondanks dat de banden ondertussen net zo weinig profiel hadden als mijn Facebookpagina. Normaal startte de scooter ook niet meer, dus moest ik steeds de kickstart gebruiken. Allemaal niet zo gek, want de scooter is ook alweer een paar jaren ouder. Tijd voor een checkbeurt dus.
Woensdag was ik vroeg uit en had ik een afspraak bij de bromfietsmaker. Weliswaar in redelijk onbekend Krimpen aan den IJssel, maar met Google Maps kom je tegenwoordig overal. Het eerste stuk van de rit was voor mij bekend, maar daarna moest ik toch even zoeken waar het was. Terwijl ik twijfelend en zacht reed om de weg te vinden, was dat natuurlijk ook opvallend gedrag voor de politieman die op dat moment net met een motor op het bromfietspad patrouilleerde. Ik reed hem eerst voorbij en daarna zag ik in mijn spiegel dat hij achter mij aan reed, en ik remde al af omdat ik wist dat hij mij ging aanspreken..
Toen ik naar de controle werd gestuurd, moest ik zeggen of mijn scooter te hard ging. Wat ik ook zei, hij moest natuurlijk toch op de rollerbank. Gelukkig had ik mijn rijbewijs, verzekeringspapieren en gezond verstand bij me. Hierdoor keek de politieagent erg verbaasd toen hij mij vertelde dat ik volkomen legaal was. Behalve de achterband dan. Naast mijn scooter moest ik bijna ook mijn geld laten rollen, zeventig euro maar liefst, voor het rijden met deze kale band. Omdat ik verder legaal en beleefd was, had ik het idee dat de agent mij wilde matsen en de bon mocht verscheurd worden als ik binnen een week liet zien dat er een nieuwe band op zat. Ik vertelde hem dat ik dat net ging doen. Of hij dat geloofde?
De politieagent wist niet eens hoe de scooter op de standaard moest, en vond het maar een irritant ding en zei dat ik hem op de standaard moest zetten, wat mij zonder enige moeite lukte. Ook wist hij niet dat ik een Piaggio Zip had, terwijl het toch een veel voorkomende scooter is, en dus ook in zijn vak moet zijn. Nadat ik hem had verteld dat mijn scooter ook niet meer normaal startte, was hij dat al snel vergeten, want toen ik wou wegrijden riep hij één van zijn stagiaires om te duwen zodat de scooter op gang kwam. Ik zei dat ik ervaring had en trapte de scooter na vier keer aan.
Maar hoe raar ze ook zijn, altijd beleefd blijven tegen deze ambtenaren. Daardoor ben ik gelukkig ontlopen van allerlei kosten, en scheurde ik gerust op één wiel bij het politiekantoor vandaan.
zondag, mei 15, 2011
Grappig hè?
Na mijn verhaal te hebben geschreven over de taal van de wiskunde, vroeg ik me af wat er nou zo grappig was aan mijn wiskundeleraar. Vanaf dat moment ging ik dat ook na bij andere grappige dingen. Ook nu weer kwamen er filosofische vragen bij me op: wat is humor? wat vinden wij als mens grappig?
Om de sociale voordelen of nadelen ervan buiten beschouwing te laten wil ik het alleen hebben over wanneer iets nou grappig is. Beginnend bij standaard humor, de moppen. Bijvoorbeeld de mop die over Jantje en zijn oma in het bos gaat. Jantje mag geen gulden(ja, deze mop dateert nog van voor 2002) van de grond rapen van zijn oma omdat het vies is. “Alles dat op de grond ligt is vies”. Ook de grotere waarden als briefgeld moet hij daarna laten liggen. Even verderop in het bos valt oma over een bananenschil, en oma vraagt of Jantje haar wil helpen optillen. Dit doet Jantje natuurlijk niet, omdat het vies is. Want: “Alles dat op de grond ligt is vies”.
Afgezien van het feit dat er überhaupt nog iemand om kan lachen, zit er toch humor in deze grol. Want Jantje associeert zijn oma met spullen die na enige tijd op de grond te hebben gelegen vol met onbekende bacteriën kunnen zitten. Dus dit soort misverstanden zijn grappig.
Naast moppen zijn ook cartoons voor mij een belangrijke bron van humor. Hierbij worden meestal mensen op een rare manier getekend, ze zien er lachwekkend uit. Met een leuke tekst erbij is het al snel lachen geblazen. De rare manier van tekenen vindt ook aansluiting bij het begrip overdreven. Dat is duidelijk te zien in het plaatje met de vrouw en haar vermiste hondje.
Bij het plaatje van de klavertjes lijkt het eerst alsof het klavertje met vier blaadjes gek is en in het nadeel is. Maar juist omdat hij afwijkt en dan toevallig een gelukssymbool is, werkt dat in zijn voordeel. Het gaat hier om het onverwachte, net als bij de mop van Jantje.
Wat je ook niet verwacht is wanneer een man iemand in het drijfzand ziet wegzakken, niet meteen denkt aan het redden van die persoon. Zoals ik het zou uitdrukken in de stijl van de Bono: we verwachten bij het zien van situatie A een reactie A. Maar in plaats daarvan ontstaat reactie B. Dit is nou waarom we erom lachen.
Mijn conclusie is toch dat het belangrijk is om te blijven lachen om wat je grappig vindt, voordat je erover gaat nadenken hoe het komt dat je erom lacht. Anders is de lol eraf. Veel lachplezier met mijn gekozen cartoons.
Is ie zo welkom, Nikki?
1996 Oostenrijk wint EU kampioenschappen 4tallen
dinsdag, mei 03, 2011
Lijdensweg
Een huilend kindje met een schaafwond is een dramatisch gezicht. Een hond met een gebroken pootje ook. Maar een vis aan een hengelhaakje? Om nog maar te zwijgen over de mieren die we doodstampen. Medelijden is een gevoelig verschijnsel dat een mens krijgt bij het zien van een ander lijdend mens of dier. Maar dus niet bij allemaal. En dat is toch raar?
Hoe ik hierop kwam was op een doordeweekse schooldag, toen ik om tien over vier doodmoe en opgelucht van school naar huis toe kwam scheuren op mijn Zip. Een seconde of twee zag ik toen rechts van de weg een eend staan met waarschijnlijk een gebroken vleugel, het zag er niet natuurlijk uit. Maar aan de eend verder was niks te merken, hij hield zijn snater en liep gewoon door.
Ik had medelijden met de eend. Maar ik denk dat niet veel mensen dat ook hadden die de eend zagen. De eend kan namelijk niet krijsen als een baby, piepen als een muis of de staart tussen zijn benen doen zoals een hond. En dat maakt het verschil waarom we sneller medelijden hebben met mensen als met bepaalde dieren.
Sowieso omdat mensen mensen zijn, en ze elkaar dus beter begrijpen, snappen ze ook sneller als ze ergens last van hebben, en vindt een mens dat erg, dan heeft hij medelijden. En medelijden met dieren hebben we omdat bijvoorbeeld een hond de oren in de nek heeft en zielig in een hoekje kruipt. Het gaat dus om de gebaren die mensen moeten zien voordat ze pas het lijden zien. Daarbij is er geen enkel mens die weet hoe het voelt om met kieuwen boven water aan een scherpe haak te hangen, dus hebben er weinig mensen erg in hoe pijnlijk vissen is, voor de vis.
Abonneren op:
Posts (Atom)