woensdag, juni 15, 2011

Mijn laptop terug: goed nieuws?

Een maand lang heb ik zonder actieve SIM-kaart gezeten en toen kwam daar ook nog eens bij dat mijn laptop en tablet kapot gingen… Gelukkig heb ik nu een nieuw abonnement en dankzij mijn handige papa en lieve mama heb ik nu weer een laptop en een tablet die het doen. Maar volgens het boek ‘Het ondiepe’ van Nicholas Carr moet ik ze niet zo dankbaar zijn… Internetten zorgt er volgens hem voor dat je hersenen niet meer lang over één onderwerp kunnen nadenken.

Het lijkt raar, maar er bestaan nog onervaren internetgebruikers op deze aardbol. De Universiteit van Californië vond er twaalf en onderzocht ze. Na een test te hebben gedaan , moesten ze moesten vijf dagen lang een uur internetten. Hierna moesten ze een vergelijkbare test doen. Gebieden die bij de eerste test niet actief waren, bleken bij de tweede test actief te zijn. En dit al na vijf dagen! Dit laat zien hoe snel de hersenen zich aanpassen aan het internetgedrag. Dit proces in de hersenen heet ervaringsafhankelijke plasticiteit en staat, zoals de naam al zegt, voor veranderingen die een tijd stand houden.

Hersenen passen zich dus aan. Maar dit kan ook positief zijn, dus dit zegt niets. De Iowa State University onderzocht wanneer we een tekst het best konden onthouden: als we die gewoon in één keer lezen of als we er zoals tegenwoordig met internet klikkend op woorden doorheen zappen. Het resultaat waren twee schokkende feiten: de ‘klikkers’ deden niet alleen langer over de tekst, maar ze hadden er ook nog eens minder van onthouden. De hersenen bij deze groep waren overbelast omdat ze niet alleen moesten lezen, maar ook nog eens moesten beslissen tussen keuzes om op te kiezen.

Als extra bewijs liet het King’s College in Londen proefpersonen een IQ-test maken. Als de mensen werden afgeleid met e-mails en telefoons, scoorden deze 10 punten lager dan een gemiddeld persoon uit een groep proefpersonen die niet afgeleid werden. Ze lieten trouwens ook een groep proefpersonen een jointje blowen en dit zorgde voor een resultaat van ‘maar’ 4 punten lager. Je kan dus beter een jointje blowen dan je telefoon en computer aanzetten als je een toets moet maken!

Helaas zijn computers nou eenmaal handig om te communiceren, ik heb mijn twee weken zonder ook maar nauwelijks overleefd. Naast het communiceren zorgt het internet voor snelle behoeftebevrediging en laten die nou net voor een verslaving zorgen. Dit verklaart dat iedereen zo afhankelijk van de computer wordt. Er zijn gelukkig ook positieve eigenschappen van de computer op te noemen: ze zorgen ervoor dat we sneller en beter hebben leren beoordelen en dat we beter in multitasken zijn geworden. Ik ga mijn mobiel, laptop en tablet mooi niet weg doen en ik denk niet dat iemand anders dat gaat doen na dit stukje, dus laten we dan maar gewoon aan deze positieve dingen denken. Maar als je je niet meer goed kan concentreren, weet je nu misschien waar dat aan ligt…

3 opmerkingen:

doortrapper zei

Kan niet overtuigen, dit onderzoek.

Als ik een test maak en iets gaat me afleiden, dan wordt de score lager,of dat nu email,telefoon is of iets anders, maakt niet uit.

Dat met het lezen lijkt me zo te zien ook geen zuiver vergelijk tussen, ja wat.

Hou de laptop maar lekker in het gebruik zo ik zeggen.

ellen coumans zei

ik vind het heeeel overtuigend hoor, zet die laptop maar gewoon eens aan de kant, kwaad kan het vast niet! en dan maar weer...luieren???
maar...net wat lies zegt...als de verslaving al toegeslagen heeft, zal niemand dit (meer) boeien..

J.W. zei

Laatst moest ik een test doen terwijl ik een jointje moest roken, regelmatig op de klok moest kijken, met mijn handen cirkelvormige bewegingen moest maken, er buiten een lawaatmachine was aangezet en er ijzeren staven over de vloer rolden, zodat je heen en weer moest springen.
Toen ik die feilloos had volbracht was de enige conclusie dat ik dus geen computer had.
Toen ik die wel bleek te hebben kon het niet anders, volgens de onderzoekers dan, dat ik in elk geval geen mobieltje had.
En toen ik dat ook bleek te hebben, was de laatste conclusie van dit onderzoek dat het mobieltje nauwelijks werd gebruikt.
Zie je nu wel dat zo'n test iets over de proefpersoon kan vertellen?