zondag, december 09, 2012

What's in the game?


Het spelen van spelletjes of gamen. Een groot verschil. Spelletjes zijn grappig, terwijl gamen meer te maken heeft met tactiek en ingewikkeldere vaardigheden.

Door mijn behoefte aan efficiëntie ben ik tegen het spelen van spelletjes, maar game ik zelf wel. Ik zie spelletjes spelen als tijdsverspilling, terwijl gamen een bepaalde waarde voor mij heeft. Let wel: met spelletjes bedoel ik geen “real life” bordspellen, want die hebben een sociale waarde. Daarmee bedoel ik kleine spelletjes voor op mobieltjes of iPods en offline computerspellen. Games zijn online, met andere mensen en kunnen gewonnen worden door inzicht en vaardigheden. Zo heb ik een tijd lang een online kaartspel gespeeld waarbij de psychologie(anticiperen op zetten van de tegenstander) en ontwikkeling(met winnen kreeg je geld voor betere kaarten)mij aanspraken.

Nu speel ik League Of Legends, met verschillende “game modes”, waarvan de bekendste de versie van 5 tegen 5 is. De kracht achter dit spel is voor mij de taktiek en de ontzettend grote mogelijkheid aan manieren van spelen. Elke twee weken wordt het spel ge-updated, waarbij weer een nieuw karakter met een unieke speelstijl wordt toegevoegd aan de ruim 100 bestaande karakters. Er bestaat niet één karakter dat op alle gebieden boven de andere uitsteekt, waardoor iedereen in principe gelijke kans heeft om te winnen, en het dus echt om de manier van spelen gaat. Inzicht waar krachten en zwaktes liggen van spelers en karakters is nodig, en de psychologie speelt soms een ontzettend belangrijke rol. Zo kun je mensen uitlokken in het spel om een fout te maken, of simpelweg gek maken door ze uit hun spel te halen. Dit werkt echter helaas alleen goed op laag niveau, de betere spelers leren door ervaring hiermee om te gaan.  Het spel bevat een ranglijst waar je met een bepaalde rating op staat. Winnen zorgt voor een hogere rating, verliezen voor een lagere. Prestatiegericht gamen dus.

Een aantrekkelijk spel, zeker als je medespelers vragen na afloop of je nog één keertje kan. En één keertje duurt minimaal weer een half uur, dat slechte invloed heeft op mijn tijdsbesef. Soms vind ik dat ik er te veel mee bezig ben en achteraf ook andere dingen had willen doen. Maar ik heb nooit het gevoel dat ik achter mijn computer had moeten zitten tijdens het sporten, muziek maken of op vakantie zijn. Geestelijk of lichamelijk afhankelijk, verslaafd, ben ik dus niet. Wel ben ik verslaafd aan efficiëntie, prestaties, en uitdagingen.

Relatief game ik nog weinig, maar persoonlijk is het genoeg. Zolang ik maar van de tijd die ik erin steek, iets nieuws leer. Zo hou ik in een Excel-bestand tactische aandachtspunten bij. De échte gamers zitten bij ons achteraan in de collegezaal met hun laptops achter de andere studenten verborgen. Aangezien zij voor de studie “Web Science” hebben gekozen is dit logisch, omdat ze het leven voor een groot deel met hun computer delen door programmaatjes te maken en sites te bouwen.  Ikzelf heb programmeren met een 8 gehaald, dus moet  ook ik consistent blijven gamen.

3 opmerkingen:

H. Jeusson zei

Afbeelding heeft totaal niks met de strekking van het verhaal te maken, maar is wel leuk.

ellen coumans zei

nou hub, dat klinkt professioneel, gewoon functioneel bezig zijn, dan klinkt het alsof je niet verslaafd bent.
maar...je bent dan inderdaad ook verslaafd aan muziek en sporten, zo te zien en te horen, dus..een mooie mix en balans!
en het plaatje past goed bij de laatste alinea, dus ook dat zit wel snor (oeps..te laat..december..)

J.W. zei

Ja, consistent blijven gamen. Is het leven voor de huidig jeugd misschien niet één groot spel? Waar niks mis mee is. Straks spelend je brood verdienen,wie zou dat niet willen?