woensdag, december 23, 2015

zomaar wat kerstgedachten :)

Gelukkig heb ik hier en daar een internationaal contactje (ja, ook met een los contactje of steekje :))

Op zoek naar Kerstkaarten in Duits of Engels kwam ik toch wel het een en ander tegen:

























dinsdag, december 22, 2015

Externe column: lecture-free lifestyle

Geschreven voor het magazine van de studievereniging. Hier de final draft, met op de foto's de versie van de commissie en de versie waarop ik kras waarmee ik het niet eens ben (ik was vergeten op tijd mijn bezwaren in te dienen). De waarheidsgetrouwheid verschilt per vak.

Lecture leaping: skipping classes with reason

Each quartile I attend the first lecture of each new course: a fair chance for the lecturer to convince me for coming back. After a couple of slides I already regret my attendance; the slides tell me what I already have read on Oase, and the lecturer reads out loud the exact same text to add up to a tripled introduction of the course. And the conclusion at the end is even worse: more information will follow.

Until the last lecture in which the final test and remaining questions are discussed, I probably won’t be found in class. Although I still end up in a class room once in a while; some classes are indirectly mandatory due to intermediate tests, or I’m afraid I miss out too much information from a specific course. But in the latter case it’s probably the same story as always: after 15 minutes I start getting restless, distracted or simply starting to fall asleep. So I’m either anti-relaxed or too relaxed to keep focused. In addition, having a lecture in the Auditorium can lead to special side effects like RA and claustrophobia from the small and uncomfortable seats you have to be isolated in for at least 45 minutes.

Other students also mention their lack of attention and the increasingly urge to take a nap while enjoying a hypnotic lecturer talk. But why should I check my phone in a class-room if I can do this comfortably at home? I’m simply not made for lectures. And since I got the most ECTS without resits, there is no need to abandon a lecture-free educational strategy. What do I do to compensate for the lost lessons in class? I just make multiple mind-maps of the materials, setting my own pace, and making test exams. Quite simple; nevertheless quite effective as-well.

Of course attending lectures still has an advantage over slide scraping at home. One is able to ask questions and get additional information about the content that the lecturer provides which isn’t mentioned in the slides. I don’t make use of this advantage though: due to my lack of focus I miss the additional information in the first place, and I dare not ask questions because I’m afraid the answer was the information I just missed out on.

I don’t argue that people shouldn’t go to lectures. At the contrary; I am amazed by those of you who get up early and leave out late to hear what experts got to say. Probs to you!  But with this old-fashioned way of teaching (which will not stand for long since there are good reasons for this) I am doomed by my lack of concentration to be an early adopter of becoming educated differently. Maybe I should start a new commission for this: the autodidaCie.



 

Nostalgiebieb

Eerder beschreef ik al de boektherapie waardoor ik met alles behalve de inhoud van een boek eventot rust kon komen. Zoals de boekenbaron voor wie ik blog het zelf additief verwoorde: “… een boek [is] als een orgel, het maakt mooie geluiden en als een goed schilderij, geweldig om naar te kijken. Lezen is wel het laatste waar je dan aan denkt.” Zijn dochter attendeerde me er daarnaast op dat ik niet eens de geur van een boek had genoemd, dat onmisbaar is voor de complete experience. Beiden bedankt. Afgelopen maandag had ik een soortgelijke ervaring, maar dan eentje die veel verder teruggaat in de tijd: een biebbezoekje.

Pas toen ik hoorde dat mijn huisgenoot een bibliotheekpas had, kwam ik op het idee om weer eens een bieb te bezoeken. Niet eens voor een leesboek, maar voor de Men’s Health, het tijdschrift dat ik dankzij zuslief gratis kon uitproberen omdat zij zelf geen tijd had om van haar tijdschriftentegoedbon gebruik te maken. De bandsessie ging niet door en ik wilde toch nog wel even de deur uit. Een kwestie van mijn huisgenoot overhalen, want zonder biebpas geen lesespaß. Gelukkig ging dat van een leien dakje aangezien hij nog een boek op het oog had. En zo liepen we al snel als twee jonge joggingsbroekdragende anti-stereotypen de Eindhovense bibliotheek binnen.

Eenmaal gearriveerd voelde ik me weer als dat kleine jochie van vroeger. Toentertijd ging ik vooral op jacht naar prentenboeken en strips. Kortom: ik kwam er voor de plaatjes. Nu kon ik helaas bij elk rek terecht. Helaas, omdat leesboeken veel meer tijd vergen en ik door alle kaften, titels en omslagteksten werd uitgelokt tot leen- en leesgedrag. Keuzestress die ik me niet kan herinneren uit de prentenboekhoektijd.


Ik had dus al snel een stapeltje met potentie. Allemaal van de “actueel”-rekken, omdat deze boeken nog niet geplastificeerd waren en dus qua nieuwigheid meer te bieden hadden. Toen realiseerde ik me dat boekbeslissingen in de bibliotheek niet cruciaal zijn. Met de fiets ben ik er binnen vijf minuten en uitlenen of terugbrengen is zo gebiept. Het is net zo vrijblijvend als beweerd wordt bij het aannemen van een gratis staatslot of een proefabonnement van de krant, maar dan zonder dat de bibliothecaresse je een paar dagen later opbelt om te vragen of je echt niet nog een ander boek wil lenen. Waar vind je die vrijheid tegenwoordig nog? 

En dit boek ligt al voor een prikkie te koop
Met Singaporekaart als leeswijzer




vrijdag, december 11, 2015

Bindende Bijbaan

Hechtende invaller / bindende bijbaan

Aan het eind van de vakantie werd ik door twee vrienden gevraagd wanneer ik nou eens ging werken. Erg gênant, en een goede reden had ik niet echt meer. Eerst wilde ik niet dat werkverplichtingen mijn studieprestatie in de weg zouden zitten, laat staan mijn avondactiviteiten: trainen en repeteren. Maar een nieuw tijdperkje was aangebroken. Ik was gestopt bij de voetbalvereniging in Rotterdam en ik had mijn Bachelor afgerond. Dus hoefde ik niet meer op vrijdag te reizen voor de training in Rotterdam en had ik qua studie even rust zodat het niet erg zou zijn als ik door werkzaamheden iets uit zou lopen. Bovendien had ik al een contract getekend voor een nieuwe en duurdere woning, dus dan is een extra zakcentje ook geen overbodige luxe.

In het begin van de vakantie waren er twee vacature deadlines op de TU/e. Ik reageerde tactisch dus een maand te laat zodat de eisende lat wat lager zou liggen, mochten ze nog niemand gevonden hebben. In beide gevallen was er nog dringend iemand nodig: een student-assistent voor Object Based Programming en een stand-in tutor voor een tweedejaars design-vak. Dus hoe onervaren ik mezelf ook presenteerde, ze wilden me toch hebben. En door de late aanmelding hoefde ik als “soon to be stand-in tutor” geen training van drie dagen te volgen, maar slechts eentje van twee uur.

Ik achtte de kans klein om als tutor in te moeten vallen, maar aangezien het vak gevolgd werd door 1400 studenten, werden klein geachte kansen al snel groot. Ik realiseerde me later dat invallen ideaal was in vergelijking tot het werk van de vaste tutoren; ik hoefde niet bij de vergaderingen van het vak te zijn, kreeg variërende groepen om te begeleiden en kon doen alsof mijn neus bloedde als ze iets van mij wilden weten; ik was immers slechts een invaller.

Sowieso was het onze taak om inhoudelijk niks bij te dragen aan de groep. Het ging er juist om de groep te begeleiden zodat ze zelf in gingen zien wat ze moesten weten. Wij benadrukten en stuurden het groepsproces, de samenwerking en niet de daadwerkelijke taakverdeling. Een beetje managen op afstand. Het grootste gedeelte van de vergaderingen was het dus vooral luisteren geblazen. Alleen ingrijpen als het echt compleet misliep. Pas op het eind nam ik het woord helemaal over. Dan is het de kunst om constructieve kritiek te geven zonder iemand voor het hoofd te stoten of als een betweter over te komen. Dat viel altijd heel erg mee. De stoerste jongens en schattigste meisjes waren altijd geïnteresseerd in wat ik te zeggen had.



Na die vijf minuten feedback was de meeting voorbij en was de kans klein dat ik die groep ooit nog eens zou begeleiden. Dan zat mijn werk er dus op, maar was ik stiekem wel benieuwd hoe het de groep verder af ging; wie met welke ideeën zou komen en hoe ze die zouden uitvoeren. Alsof ik er toch een beetje bij hoorde, bij kon dragen aan een praktisch project dat ik zelf nooit echt heb gedaan. Toen het vak voorbij was en ik niet meer opgeroepen kon worden voelde dat alsnog als een verlossing. Maar toch voelde het na elke meeting van slechts drie kwartier ook keer op keer als een bindende bijbaan.



En wat ook leuk was; ik kwam voor het eerst langs
het trainingsveld van de befaamde TU/e voetbalrobots
En andere werktuigbouwkundige activiteiten