Sinds mijn
TU/e-tijd zijn er vrijdagen geweest waarop ik een beetje dizzy wakker werd. En
schuldig. De dag ervoor had ik bier
gedronken, soms ook wat sterkers. Slecht is het, zo leerde ik al in de brugklas
van afschrikkende presentaties over hersenschade. Maar toch was het dan een
leuke en memorabele avond, die ik niet had willen inruilen voor de gezondere en
verstandigere avond door te zijn gaan trainen of in ieder geval het
alcoholgehalte op 0,0 ‰ te houden.
Door die gemixte
gevoelens zou ik wel een holistisch model willen maken wat betreft geluk op de
lange termijn waarmee je vragen kunt beantwoorden zoals: doet een biertje meer
goed aan ontspanning, plezier, genot dan de ongezonde consequenties van
geheugenverlies, leverbeschadiging en calorieën?
Ik volgende een vakkenlijn genaamd Quality of Life, waarin de meetmanieren werden besproken betreffende de toegevoegde waarde van gezondheids- en welzijnsinterventies. Dit om te bepalen welke overwegende gezondheidsbemiddelingen het geld waard zijn. Een voorbijkomend voorbeeld was dat het verspreiden van fietsen een positievere invloed heeft in Nederland dan in de Sahara. De context is dus belangrijk. Daarnaast is het lastig te bepalen wat nou precies de gewenste eenheid is om welzijn uit te kunnen drukken. Het blijkt bijvoorbeeld dat lichamelijk gehandicapten na 5 maanden weer op hetzelfde subjectieve geluksniveau zitten. Hebben zij dan nog steeds behoefte aan voorrang als het om fysieke of mentale hulpmiddelen gaat?
Ik volgende een vakkenlijn genaamd Quality of Life, waarin de meetmanieren werden besproken betreffende de toegevoegde waarde van gezondheids- en welzijnsinterventies. Dit om te bepalen welke overwegende gezondheidsbemiddelingen het geld waard zijn. Een voorbijkomend voorbeeld was dat het verspreiden van fietsen een positievere invloed heeft in Nederland dan in de Sahara. De context is dus belangrijk. Daarnaast is het lastig te bepalen wat nou precies de gewenste eenheid is om welzijn uit te kunnen drukken. Het blijkt bijvoorbeeld dat lichamelijk gehandicapten na 5 maanden weer op hetzelfde subjectieve geluksniveau zitten. Hebben zij dan nog steeds behoefte aan voorrang als het om fysieke of mentale hulpmiddelen gaat?
Het contextaspect
wordt al beter omvangen in een andere tak waarin ik een vak heb gevolgd: The Quantified
Self. Hierin gaat het om gezondheid en gedrag zo persoonlijk mogelijk in kaart
te brengen. Apparatuur en telefoonapplicaties zijn ontwikkeld om je door de dag
heen aan je persoonlijke progressie en doelen te helpen herinneren door het
meten van je fysiologie en bezigheden.
Self
quantification komt al een stapje dichter in de buurt van een persoonlijk
passendere manier om inzicht te krijgen en potentiele vooruitgang concreet te
maken. Toch blijven de meeste doelstellingen gebaseerd op grootschalig onderzoek
wat goed en slecht is, waarbij vooruitgang alsnog voor iedereen als hetzelfde
vastgesteld wordt. Stel dat onderzoeksresultaten uiteindelijk een holistisch model
mogelijk maken, zal het nog steeds over gezondheid en levensverwachting gaan en
niet veel zeggen over geluk. Ook nu al zal elke gezondsheidspromotende app een
biertje zien als iets dat vermeden moet worden voor de beste vooruitgang of
gezondheidsstatus.
Daarbij komt dan
nog de waarheid van de wetenschap kijken. De beweringen die de wereld worden
ingeluid kunnen slechts gebaseerd zijn op een statistisch testje waar bij
toeval een bruikbaar getal uit kan rollen. Onze Daniel
Lakens is hier een hedendaagse criticus van. Persoonlijk heb ik duit in
zijn zakje gedaan door hem te wijzen op het IgNobel
prijs winnende onderzoek waarin hersenactiviteit bij een rotte vis wordt
geconstateerd. Onderzoeksmethodes zijn bij vlagen minder intuïtief verantwoord
dan het onderbuikgevoel. Dit verklaart ook waarom er zoveel tegenstrijdige
berichten zijn over welke voedingsmiddelen wel of niet gezond zijn.
Bovendien is het maar de vraag of objectieve
kennis ook subjectief van waarde is; het alom bekende voorbeeld hiervan is het
placebo effect. En er is nog een meta-effect wanneer een eventueel holistische levenssmodel
gerealiseerd is. Het eten van een zak chips kan de ongezondheid overtreffen als
het goede gevoel erbij ervoor zorgt dat een belangrijke taak wordt uitgevoerd.
Maar het bewust zijn van de ongezondheid kan de smaak bederven en daardoor dat
goede gevoel de kop in drukken. Dit moet weer in het model worden meegenomen,
en hoe iemand tegen zo’n model aankijkt ook. Het is zowel theoretisch als
praktisch een oneindigheid van intergerelateerde effecten.
Natuurlijk zijn
er bepaalde bruikbare inzichten die de wetenschap ons over ons welzijn kan
zeggen, maar die komen dan ook vaker uit verschillende onderzoeken terug en
zijn globaler omschreven. Zo is lichamelijke beweging goed voor lichaam en
geest en verhoogt roken de kans op longkanker en een slechte adem. Maar ergens
klinkt het ook wel logisch op eigen “onderzoek” te gaan en minder afhankelijk
te zijn van de onzekere kennis die misschien helemaal niet zo exact is als het wordt
aangenomen.
Zo heb ik persoonlijk een tijd lang erg last van mijn darmen gehad terwijl
ik me keurig aan het advies hield: ik bewoog veel, dronk me te barsten uit de
waterkraan en at alleen maar vezelrijke voedingsmiddelen. Toen ik begon water
door koffie te vervangen en minder lichamelijke oefeningen tussendoor te doen, voelde
mijn buik veel rustiger. En juist als ik bij uitzondering een patatje at in
plaats van een volkoren product met groentes, was mijn endeldarmoutput van
betere kwaliteit.
De vraag blijft of
het überhaupt wel het streven moet zijn alles precies te willen meten en weten.
In de afwegingen van de gezondheidszorg is het criteria gefocust op de
levensverwachting. Moeten we die instelling ook in ons dagelijks leven overnemen?
Zoals Boris Pasternak het omschreef: “Man is born to live, not to
prepare to live. Maar met de kennis
van de plasticiteit in het geluksgevoel blijft het lastig te bepalen waar dan
wel voor te streven. Kennis ter notie nemen is nooit verkeerd, maar een
persoonlijke validatie kan nooit kwaad. Waarschijnlijk, hopelijk, zullen we
toch altijd een beetje in onwetendheid blijven over de coëfficiëntenwaarden die
aan de consequenties van ons doen en denken hangen, zodat we ons leven kunnen
blijven kleuren met keuzes. De juiste dan wel de verkeerde, beide zijn uniek
voor de smaakjes der ervaringen. Zonder regen geen zonneschijn. Zonder
onwetendheid geen vrijheid.
4 opmerkingen:
Artikel dat nog open stond. Wellicht iets om over na te denken bij de eventuele nieuwjaarsvoornemens.
Zoals je het zelf zegt.. Als je geniet voor een 10 en schuldgevoelens hebt voor een 8, lekker de donderdag blijven vieren
Is de vraag niet gewoon of je er een alcohol- of andere kater aan hebt over gehouden?
Waarbij de eerste doorgaans van kortere duur is dan de tweede, zo is althans mijn ervaring.
En zonder dat alles is nu de enige vraag er aan vandaag ook geen over te houden.
hoeveel soorten katers ken jij?
Een reactie posten