zondag, november 26, 2017

Gezond of Gelukkig Gemodelleerd Leven?


Sinds mijn TU/e-tijd zijn er vrijdagen geweest waarop ik een beetje dizzy wakker werd. En schuldig.  De dag ervoor had ik bier gedronken, soms ook wat sterkers. Slecht is het, zo leerde ik al in de brugklas van afschrikkende presentaties over hersenschade. Maar toch was het dan een leuke en memorabele avond, die ik niet had willen inruilen voor de gezondere en verstandigere avond door te zijn gaan trainen of in ieder geval het alcoholgehalte op 0,0 ‰ te houden.
Door die gemixte gevoelens zou ik wel een holistisch model willen maken wat betreft geluk op de lange termijn waarmee je vragen kunt beantwoorden zoals: doet een biertje meer goed aan ontspanning, plezier, genot dan de ongezonde consequenties van geheugenverlies, leverbeschadiging en calorieën?

Ik volgende een vakkenlijn genaamd Quality of Life, waarin de meetmanieren werden besproken betreffende de toegevoegde waarde van gezondheids- en welzijnsinterventies. Dit om te bepalen welke overwegende gezondheidsbemiddelingen het geld waard zijn. Een voorbijkomend voorbeeld was dat het verspreiden van fietsen een positievere invloed heeft in Nederland dan in de Sahara. De context is dus belangrijk. Daarnaast is het lastig te bepalen wat nou precies de gewenste eenheid is om welzijn uit te kunnen drukken. Het blijkt bijvoorbeeld dat lichamelijk gehandicapten na 5 maanden weer op hetzelfde subjectieve geluksniveau zitten. Hebben zij dan nog steeds behoefte aan voorrang als het om fysieke of mentale hulpmiddelen gaat?

Het contextaspect wordt al beter omvangen in een andere tak waarin ik een vak heb gevolgd: The Quantified Self. Hierin gaat het om gezondheid en gedrag zo persoonlijk mogelijk in kaart te brengen. Apparatuur en telefoonapplicaties zijn ontwikkeld om je door de dag heen aan je persoonlijke progressie en doelen te helpen herinneren door het meten van je fysiologie en bezigheden.
Self quantification komt al een stapje dichter in de buurt van een persoonlijk passendere manier om inzicht te krijgen en potentiele vooruitgang concreet te maken. Toch blijven de meeste doelstellingen gebaseerd op grootschalig onderzoek wat goed en slecht is, waarbij vooruitgang alsnog voor iedereen als hetzelfde vastgesteld wordt. Stel dat onderzoeksresultaten uiteindelijk een holistisch model mogelijk maken, zal het nog steeds over gezondheid en levensverwachting gaan en niet veel zeggen over geluk. Ook nu al zal elke gezondsheidspromotende app een biertje zien als iets dat vermeden moet worden voor de beste vooruitgang of gezondheidsstatus.

Daarbij komt dan nog de waarheid van de wetenschap kijken. De beweringen die de wereld worden ingeluid kunnen slechts gebaseerd zijn op een statistisch testje waar bij toeval een bruikbaar getal uit kan rollen. Onze Daniel Lakens is hier een hedendaagse criticus van. Persoonlijk heb ik duit in zijn zakje gedaan door hem te wijzen op het IgNobel prijs winnende onderzoek waarin hersenactiviteit bij een rotte vis wordt geconstateerd. Onderzoeksmethodes zijn bij vlagen minder intuïtief verantwoord dan het onderbuikgevoel. Dit verklaart ook waarom er zoveel tegenstrijdige berichten zijn over welke voedingsmiddelen wel of niet gezond zijn.  
Bovendien is het maar de vraag of objectieve kennis ook subjectief van waarde is; het alom bekende voorbeeld hiervan is het placebo effect. En er is nog een meta-effect wanneer een eventueel holistische levenssmodel gerealiseerd is. Het eten van een zak chips kan de ongezondheid overtreffen als het goede gevoel erbij ervoor zorgt dat een belangrijke taak wordt uitgevoerd. Maar het bewust zijn van de ongezondheid kan de smaak bederven en daardoor dat goede gevoel de kop in drukken. Dit moet weer in het model worden meegenomen, en hoe iemand tegen zo’n model aankijkt ook. Het is zowel theoretisch als praktisch een oneindigheid van intergerelateerde effecten.  

Natuurlijk zijn er bepaalde bruikbare inzichten die de wetenschap ons over ons welzijn kan zeggen, maar die komen dan ook vaker uit verschillende onderzoeken terug en zijn globaler omschreven. Zo is lichamelijke beweging goed voor lichaam en geest en verhoogt roken de kans op longkanker en een slechte adem. Maar ergens klinkt het ook wel logisch op eigen “onderzoek” te gaan en minder afhankelijk te zijn van de onzekere kennis die misschien helemaal niet zo exact is als het wordt aangenomen. 
Zo heb ik persoonlijk een tijd lang erg last van mijn darmen gehad terwijl ik me keurig aan het advies hield: ik bewoog veel, dronk me te barsten uit de waterkraan en at alleen maar vezelrijke voedingsmiddelen. Toen ik begon water door koffie te vervangen en minder lichamelijke oefeningen tussendoor te doen, voelde mijn buik veel rustiger. En juist als ik bij uitzondering een patatje at in plaats van een volkoren product met groentes, was mijn endeldarmoutput van betere kwaliteit.


De vraag blijft of het überhaupt wel het streven moet zijn alles precies te willen meten en weten. In de afwegingen van de gezondheidszorg is het criteria gefocust op de levensverwachting. Moeten we die instelling ook in ons dagelijks leven overnemen? Zoals Boris Pasternak het omschreef: “Man is born to live, not to prepare to live. Maar met de kennis van de plasticiteit in het geluksgevoel blijft het lastig te bepalen waar dan wel voor te streven. Kennis ter notie nemen is nooit verkeerd, maar een persoonlijke validatie kan nooit kwaad. Waarschijnlijk, hopelijk, zullen we toch altijd een beetje in onwetendheid blijven over de coëfficiëntenwaarden die aan de consequenties van ons doen en denken hangen, zodat we ons leven kunnen blijven kleuren met keuzes. De juiste dan wel de verkeerde, beide zijn uniek voor de smaakjes der ervaringen. Zonder regen geen zonneschijn. Zonder onwetendheid geen vrijheid.


4 opmerkingen:

H. Jeusson zei

Artikel dat nog open stond. Wellicht iets om over na te denken bij de eventuele nieuwjaarsvoornemens.

ellen coumans zei

Zoals je het zelf zegt.. Als je geniet voor een 10 en schuldgevoelens hebt voor een 8, lekker de donderdag blijven vieren

J.W. zei

Is de vraag niet gewoon of je er een alcohol- of andere kater aan hebt over gehouden?
Waarbij de eerste doorgaans van kortere duur is dan de tweede, zo is althans mijn ervaring.
En zonder dat alles is nu de enige vraag er aan vandaag ook geen over te houden.

H. Jeusson zei

hoeveel soorten katers ken jij?