woensdag, juni 16, 2010

Poppen en Bloemen

LP wilde die dag naar de rommelmarkt.... en dus gingen we naar de rommelmarkt. Weliswaar was de plaats voorbij Susteren totaal onbekend (Meneer, U zit hier vast verkeerd) maar tenslotte mochten we achter iemand aanrijden. Nu bleek die per fiets en al snel een binnenweggetje te nemen, maar zijn gebaren waren onmiskenbaar in noordelijke richting, waar het in elk geval niet was. Uiteindelijk raakten we op de Heisterheide en ik stelde voor aan het ene einde van de hoofdstraat te beginnen en zij aan het andere. "Als we elkaar dan ergens in het midden tegenkomen en we lopen elkaar voorbij, weten we tenminste dat we niet voor elkaar bestemd zijn." Dat vond ze maar niks, maar alla, het was uiteindelijk voor haar eigen bestwil.

Aan mijn einde aangekomen, begon het te stormen (gewoon toevallig, lag zeker niet aan mij) en kwamen de eerste stormmeldingen binnen, even later gevolgd door een oproep van de organisatie zo snel mogelijk op te breken om eventuele schade te voorkomen.
“Zijn dat porseleinen poppen?” wilde ik weten. “Jawel meneer”, zei nummer 1 en keek haar partner enigszins verdacht aan: wil die soms lollig zijn?
“Wat kosten ze?” wilde ik nog weten.
Nog meer argwaan nu, maar nummer 2, al bezig met inpakken, zei: “Nou, 5 euro”
“Wilt U dan even wachten met inpakken? Mijn vrouw heeft misschien wel interesse”, zei ik en liep op een drafje naar het andere eind van de straat. Zwaaiend en aandacht trekkend. Opeens zag ze me en straalde: “Wat lief van je, zie je zelf hoe we voor elkaar bestemd zijn.”
“Niks bestemd, schiet op, er zijn porseleinen poppen te koop.”
“Maar die moet ik dan eerst zien”, en weg was ze. Toen ik 30 seconden na haar bij de stand kwam en vroeg: “En, neem je d’r een?”, was de reactie loud and clear: “Ik heb ze allebei gekocht.”
De dames haalden de poppen van hun prachtige houten stoeltjes en vroegen of ze moesten worden ongepakt.
“En die stoeltjes?”, vroeg ik .
Die horen er niet bij, vond LP en dat vond nummer 2 ook.
“Zo net begreep ik dat ze mét stoeltje waren”, probeerde ik.
Nee dus.
“O.K., laten we dan delen. Geef één stoeltje mee en hou het andere hier.”
Dat vond nummer 1 ‘n deal en gaf een stoeltje mee waarna nummer 2 zei: “Wat zielig van dat lege stoeltje, hebben we daar nog wat aan?”
En zo gingen beide stoetjes mee, plus nog een stapel winterkleren, want als het straks ging winteren, mochten ze beslist geen kou lijden.
“En mevrouw, het zijn antieke poppen, maar vanochtend heb ik ze allebei nog een badje gegeven. Brandschoon, zoals U ziet.”

En jawel, antiek of niet, toen ik er een, die nog altijd in de keuken stond, ondersteboven liep, brak het hoofd zoals je dat van goed porselein mag verwachten. LP is de hele dag bezig geweest om er een superantieke van te maken.

En vandaag?
Vandaag de stad in om enkele zaken te regelen voor 21 juni a.s., de langste dag.
Bij de super had ze aan de kassa eerst het verkeerde briefje, toen de verkeerde pas en tenslotte gaf ze ook allerlei grote bestellingen op voor de 21e.
De mevrouw achter ons in de rij zag het gelaten aan.
“Och,”, probeerde ik de situatie te verzachten, “vlak voor de 21e juni kunt U beter niet achter ons in de rij staan.”De mevrouw wist niet of ze milder of venijniger moest gaan kijken.
“Gewoon het hoofd een beetje op hol, gewoon verliefd”, vervolgde ik, wijzend op LP.
De mevrouw leek veroverd, ze boog naar voren, keek LP van opzij aan en zei: “Tjonge, tjonge, het lijkt nog waar ook.”
LP hoorde niets, of deed alsof en ging onverstoorbaar door.
“Heeft ze dat vaker?”, vroeg de eerst wachtende nu met geveinsde verbazing.
“Ja, altijd als het tegen de langste dag loopt, gewoon de natuur, daarna is het weer een hele tijd over.”

Toen eindelijk alles was afgehandeld (caissière was zelfs even weg geweest om de nodige bestelbriefjes te halen), hoorde je hier en daar opgelucht zuchten.
“Klaar?”, vroeg ik. “Gelukkig. En wat wil je nu, een Trappist of een bloemetje?”
“Zonder ook maar een keer met haar wimpers te knipperen, ik heb zelden een kortere split second meegemaakt, zei ze: “Een Trappist natuurlijk.”
Achteraan in de rij stond een ‘goeie bekende’ die nu kennelijk zijn menig hardop durfde geven: “Was mijn vrouw maar eens één keertje zo verliefd.”

Dus zaten we even later ‘Onger de Buimkes’ en dronken
onze teug.
Terug naar de auto, langs het bloemenzaakje komend, zei ze: “Ik ben nu al een beetje teut, geloof ik, och geef me toch maar dat bloemetje.”






3 opmerkingen:

ellen coumans zei

daar is u toch zeker niet ingetrapt?? maar..u had natuurlijk iets goed te maken...

J.W. zei

Als 21 juni voor de deur staat, vraag je je dat niet eens meer af.
Want die langste dag goed doorkomen, daarop is alles gericht in de kosmos. Daarna wordt het weer snel Lou Loenen met de romantiek en alles er omheen. Of hebt U daar allemaal geen last van? Iedere dag hetzelfde en zo?

Anoniem zei

Iedere dag een nieuw avontuur bij ons, 21 juni zal zeker een groot avontuur worden in Oostende met een piepkleine BBQ voor teveel mensen :) Maar we wensen jullie heel veel plezier met alle maagden! En o ja, die Trappist houden we tegoed! Prachtige pop op de foto, zielig van haar hoofdje maar ze zijn inderdaad breekbaar zoals echte antieke meisjes ook waren vroeger... Die emancipatie is bij de mooie poppen nog niet doorgedrongen. Echt een KOOPJE trouwens, ik weet wat een porseleinen pop in de winkel kost.... Pffff! Dus toch goed dat jullie de storm nog net tijdig wisten te trotseren. Ine