Vanaf 15 augustus
kan ik weer gratis reizen met de trein. En ondanks reizen een middel is en de
bestemming het doel, kan dit middel op zich al een hele gebeurtenis zijn. Zeker
als je lange reizen maakt.
Dit keer zat ik alleen,
vooraan in de coupé met vier normale stoelen en vier uitklapstoelen. Deze “gebeurtenis”
zou niet meer voorstellen dan een beetje naar buiten staren, muziek luisteren
en whatsappen. Totdat ik bijna in slaap viel en er vier dames op leeftijd zich
tegoed deden aan de vrije plaatsen om mij heen. Het was bijna 1 uur smiddags,
maar blijkbaar loopt de tijd achter in het vrolijke-oude-vrouwenland, want ik
werd begroet met een goedemorgen. “Mogguh”, antwoorde ik beleefd en probeerde
weer verder in slaap te vallen. Een ander van het stel vroeg of zij me wakker
hadden gemaakt. Ik zat ondertussen al met mijn ogen dicht en met muziek in mijn
oren, dus ik merkte niet dat ze iets tegen mij zei. Ik opende mijn ogen en
vanuit de hoeken ontdekte ik dat ik bekeken werd.
De zelfde vrouw
schreeuwde nu half. “Wij hebben jou toch niet wakker gemaakt hè?!”. Ik
ontplugde een oortje en zei dat ik al wakker was, vriendelijk lachend. Daarna
was ik waarschijnlijk nog steeds het onderwerp van één van hun tig gesprekken
die ze door elkaar heen voerde, maar met mijn geluidsisolerende oordopjes in,
kon ik ze niet verstaan.
Ik besefte dat
denken dat ik verder kon rusten, een hopeloze gedachte was. Ik pauzeerde de
muziek en werd toeschouwer van de tig gesprekken. Het bleken (elektrische-)fietsfanaten
te zijn op weg naar Den Haag. Ik herkende Den Haagse straatnamen, want och, ik
ken zo mijn steden. Waarschijnlijk teleurgesteld omdat ik hun gesprekken niet
vergezelde, waren ze aan de praat geraakt met een omaatje van weer een hogere
leeftijdscategorie. En die houden wel van koetjes en kalfjes. Ondanks mijn
inbreng niet meer was dan een geïnteresseerde blik of een begripvolle lach,
kreeg ik wel pepermuntjes aangeboden. En bij mij stonden de Wilhemina’s erom bekend
dat ze dik waren, maar deze waren juist extra dun, dus “ik mocht er wel twee
nemen hoor, of zelfs drie”.
Voordat de oma en
ik bij Rotterdam centraal uitstapte, maakte zij nog even duidelijk aan de groep
dat het zo belangrijk was om elke dag een keer te lachen. Geen idee hoe oud het
mensje was, maar ze zag er oud genoeg uit om wederom waarde en aandacht te
schenken aan deze bekende uitspraak. Lachen zal ik.
3 opmerkingen:
Ja Hub, voor die dames was je natuurlijk een soort alien. Iemand met apparatuur op zijn hoofd om ergens naar te te luisteren en tevens in slaap te vallen. Iemand met wie je moeilijk contact maakt, maar die dan weer menselijk genoeg is om pepermuntjes aan te nemen. En naast mogguh zal dankoe wel het enige zijn geweest dat ze van je los hebben weten te krijgen. Ze hebben het na Rotterdam vast nog heel veel over wezens van Mars gehad.
Wil ook van die oordoppen!
O hub,wat schattig! Leve de trein en...de wjze en spontane omaatjes. Blijkbaar zag je er lief genoeg uit om aangesproken te worden..
Een reactie posten