dinsdag, januari 15, 2008

Een kind kan de was doen.


"Zouden jullie ons architectenbureau in Eindhoven wel vinden?", vroeg Maud van Banning. Nee, nee ze had best een hoge pet van ons op, maar ze waren nogal achteraf gehuisvest en veel bezoekers hadden moeite er te komen.
"Wij niet", opperde ik. "Ik heb sinds kort een Tom Tom, dus mail het adres maar en de rest is het bekende fluitje van een cent."
"Ben je nu ook voor de bijl?", wilde iemand uit het gezelschap weten, maar een veelzeggende blik was zijn deel. Met de toevoeging dat je zonder zo'n apparaat gewoon niet mee kon. Dat bleek nu weer eens.

Het begon vanavond als volgt: "Weet jij mijn, of zo je wil, onze Tom Tom?" Ik moet morgenochtend naar Eindhoven en wil vanavond vast het adres intikken.
Ze keek enigsins meewarig: "Volgens mij ligt die nog altijd op de plek waar je hem toen hebt neergelegd. Gewoon op de tafel in de gang."
Op zo'n moment wil je dat het ding overal anders ligt, maar nee, gewoon dus op het tafeltje in de gang. Zelfs het potig spul had het daar al die tijd laten liggen.
"O.K., ik red me wel."
Hoewel? Het ding werkte niet zo maar. In Amsterdam nog wel, maar inmiddels zou de spanning er wel af zijn?
"Zat er ook niet een ander kabeltje bij, voor de PC?", vroeg zij, in de hoop weer een punt te scoren.
Zeker, en dat paste, en jawel, het ding ging aan en vroeg wat ik wilde: Foto's downloaden, een videopresentatoe starten en vele andere dingen, die niets met een Tom Tom te maken hebben en waar ik nu ook geenszins op zat te wachten.
Daar zaten we dan, knietje tegen knietje voor de PC met Tom die ons niet ter wille wilde zijn. Aandoenlijk om te zien. En te beleven.
"Ik denk dat ik Ine bel", opperde ik, "die weet vast wat nu te doen."
"Geen sprake van. Die zal zeggen: zie je wel, die oudjes hebben daar helemaal niets aan. Bel dan liever Jos."
"Nee, die zit vanavond bij Roda en zal het daar zwaar genoeg hebben."
"Nou, dan Ellen. Die zal het ook wel niet weten, maar die toont wel altijd belangstelling voor je problemen."
"Ja, maar aan belangstelling heb ik nu even niets."
"Weet jij dan iets beters?"
O.K. je moet ergens beginnen en inderdaad toonde Ellen veel belangstelling en verwees ons door naar Jos.
"Nee, zei die, wat je pc allemaal vraagt, weet ik ook niet. Interessant eigenlijk, dat wel, maar je moet hem gewoon in de auto gaan gebruiken. En ja, wel even op contact zetten."
'S avonds in weer en wind in de garage gaan zitten? Hoeft niet, als je ook een auto voor de deur hebt staan. Dus kropen we daar gezellig rond het asbakje met de aansteker en wachtten op de dingen die komen gingen. Dat het leven voor ons nog zo veel verrassends in petto had, je zou het iedereen gunnen.
En ja, na een tijdje meldde Bram zich en zei dat we over 50 meter onze aankomst zouden bereiken. Dat was niet direct waar we op zaten te wachten, dus werd Bram de mond gesnoerd.
"Je moet nu het adres zien in te tikken", zei zij zeer terecht.
Ja, menutje zoeken, adresje zoeken en intikken maar.
"Wacht even, het adres heb ik hier niet, dat zit nog in mijn e-mail."
Nee, halen hoeft nu niet, vond ik. Ik weet genoeg.
Er werd van buiten op het raam getikt en een alleszins verbaasde Herman krijste: "Ik dacht even dat er weer werd ingebroken, maar ik zie nu dat jullie op herhaling zijn."
"Nee,nee, of ja, zo je wil. Bedankt voor je oplettendheid. Had nu even niet gehoeven, maar toch bedankt. Nee,nee we gaan naar binnen. Nogmaals bedankt."

"Maar hoe gaat dat morgen nu?", vroeg ze enigszins ongerust.
"Gewoon. Ik geef Piet Smeets de Tom Tom en het adres en zeg aanmoedigend: Hier Piet, voor we Eindhoven binnen rijden, zul je er wel uit zijn."
Want met want zo'n Tom Tom jongens, een kind kan de was doen.

Geen opmerkingen: