maandag, december 11, 2017

Getweakte post-Adam gedichten


Als mijn aantekeningen kloppen, schreef ik dit gedicht in de trein terugkomend van de voorlezing voor de gedichtenwedstrijd in Amsterdam. "Ontremmingskracht" was daar ook één van.
Dit zijn de gedichten na aanpassingen om het ritme te verbeteren:



Liefde op het eerste vergezicht
Net die ene
Perfect in mijn straatje
Die nam de bene
Zo zonder praatje


Met een wandeling voor de boeg
Afgedropen uit de kroeg
Is geen gepieker mij genoeg
Denkend aan m’n ingebeeld gezwoeg

Hoe ik je benader
Vertrouwen gereed
M’n vingertoppen in de aanslag
Vragen hoe je heet






Boos maakt Blij

Klop klop
Zero zin in het openen van die deur
Kop op
Laat me binnen in dat humeur!

Rot op!
Vrolijke donder,
Je enthousiasme maakt me bang.
Het is een wonder,
Dat ik nog niet hang.

Want wat scheelt er
Aan een portie gezeur
Een brug te ver

Een voortreffelijk humeur
Gebaseerd op verdriet
Een liefdevolle affectieparasiet

Laat me toch grillen
Laat me toch zeiken
Laat me toch willen
Willen vergeten
Met wie ik me moet vergelijken

Jij bent fraai
Ik ben down
Ik doodsaai
Jij de clown

Stop over te halen
Ik stel je niet teleur
Laat me lekker balen
Geeft jou meer kleur
Wees blij met m'n kwalen
Misbruik mijn humeur
Ontplooi uit mijn falen
Zal jij meer van stralen

woensdag, november 29, 2017

...en dan hoeveel plaatjes is een woord meer tekenend?


Ambachtelijk. Karig. Mystiek. Gemeen. Pitoresk. Akelig. Gemoedsrust. Bedrog. Proper. Frivool. Introvert. Onderbuikgevoel. Virtuoos. Initiatief. Mededogen. Passie. Onvoorwaardelijk. Puur. Gerechtigheid. Ontzag. Respect. Gezellig. Et cetera. Deze reeks kan uiteraard verbeterd worden door kort maar krachtig of juist langer en imposanter het idee op een pakkende manier duidelijk te maken. Het gaat er in ieder geval om genuanceerde gevoelens op te roepen. Bijna vier jaar geleden pleitte ik voor de ingrijpendheid van plaatjes, waar het ook het gezegde aan te danken heeft. Nu is hier een loftekst voor de woorden zelf.

Het zijn de gevoelswoorden die het hem doen. Waar de visuele kunst universeel is, lijkt de taalkundige er één voor relatieve intimi. Een schilderij kan zo de hele wereld over, maar een boek moet toch echt eerst langs de vertaler wil het van waarde zijn voor anderstalig publiek. Daarin heeft het visuele dus een voordeel: een analfabeet kan zich de ogen uitkijken in het Louvre en alle verkeersborden staan los van taalkundige vereiste (op de tekst eronder na; is rappel Frans voor een rare appel? Ik snap wel dat je daarvoor moet oppassen op de snelweg). Maar investeren in de letterkunst kan begrip en affectie scheppen dat niemand met zijn of haar kwastje even bolwerkt, als het überhaupt al mogelijk is.

Nu schrijf ik in het Nederlands. Maar natuurlijk heeft elke taal weer zijn voor- en nadelen met een uniek vocabulaire en structuur. Ondanks ik daarnaast redelijk veel in het Engels heb geschreven en gesproken haal ik bij lange na niet die feeling van genuanceerdheid of knipogende taaltovenarij als met mijn moedertaal (los van het feit dat één taal al eindeloosheid te bieden heeft). Dat ik qua Engels nog ver onder deze maat zit, word ik pijnlijk aan herinnerd op elke pagina van “The World according to Garp”.

Twee voorbeelden van verschillend verschillenkaliber zijn het woordje hygge en de complete taal Sanskriet.  Hygge is een Deens woord dat “lastig uit te leggen” is: die uitspraak geeft aan dat er meer gevoel achter een woord kan zitten dan een plaatje of zelfs een aantal andere woorden. Hygge is zoiets als gezelligheid, maar dan anders. Het is waar mindfulness, vredigheid en “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” bij elkaar komen.  Wil je er dan toch een plaatje aan koppelen, dan zouden een haardvuur, paar wollen sokken en een warme drank niet kunnen ontbreken volgens Google afbeeldingen. Het sociale aspect is groot, maar niet vereist.
Sanskriet daarentegen is eigenlijk een bijzonder geval omtrent taal en gevoel: het schijnt de meest exacte taal te zijn die er bestaat, in zoverre dat de nieuwe generaties supercomputers in de toekomst met deze taal zouden gaan functioneren. Het schijnt informatie op de kortste manier in een zin te kunnen stoppen op een ondubbelzinnige manier. Ik weet er het fijne niet van, maar die onwetendheid  van een compleet nieuwe taalkundige dimensie wekt dan wel weer een bepaald gevoel van machtigheid en mogelijkheid op.

Alles draait om balans. Het zou zonde zijn ons niet meer op één van de verschillende manieren over de wereld en elkaar te kunnen verwonderen door te beweren dat dan wel het plaatje of het woord een winnaar is. De waardering voor het potentieel per kunst- of communicatievorm is afhankelijk van de ander. Probeer “proper” maar eens te pictionary’en binnen de bepaalde tijd. Of probeer anderzijds eens een “peer” distinctief te omschrijven zonder het taalkundig met een appel te vergelijken.

En voor wie zich betreurt over het eigen vermogen om zich visueel of taalkundig uít te drukken, is er altijd nog het vermogen om zich ín te beelden. Begin maar eens met een cursus Chinees of Fins. En bedenk je dan dat er honderden miljoentallen mensen met diezelfde stomverbaasde blik naar deze 600 woorden zouden kijken waar jij je zo even wél een beeld bij hebt kunnen vormen. Dat besefsgevoel is toch onbeschrijfelijk? 

"hygge"
Sanskriet: toch ook over gevoel

zondag, november 26, 2017

Gezond of Gelukkig Gemodelleerd Leven?


Sinds mijn TU/e-tijd zijn er vrijdagen geweest waarop ik een beetje dizzy wakker werd. En schuldig.  De dag ervoor had ik bier gedronken, soms ook wat sterkers. Slecht is het, zo leerde ik al in de brugklas van afschrikkende presentaties over hersenschade. Maar toch was het dan een leuke en memorabele avond, die ik niet had willen inruilen voor de gezondere en verstandigere avond door te zijn gaan trainen of in ieder geval het alcoholgehalte op 0,0 ‰ te houden.
Door die gemixte gevoelens zou ik wel een holistisch model willen maken wat betreft geluk op de lange termijn waarmee je vragen kunt beantwoorden zoals: doet een biertje meer goed aan ontspanning, plezier, genot dan de ongezonde consequenties van geheugenverlies, leverbeschadiging en calorieën?

Ik volgende een vakkenlijn genaamd Quality of Life, waarin de meetmanieren werden besproken betreffende de toegevoegde waarde van gezondheids- en welzijnsinterventies. Dit om te bepalen welke overwegende gezondheidsbemiddelingen het geld waard zijn. Een voorbijkomend voorbeeld was dat het verspreiden van fietsen een positievere invloed heeft in Nederland dan in de Sahara. De context is dus belangrijk. Daarnaast is het lastig te bepalen wat nou precies de gewenste eenheid is om welzijn uit te kunnen drukken. Het blijkt bijvoorbeeld dat lichamelijk gehandicapten na 5 maanden weer op hetzelfde subjectieve geluksniveau zitten. Hebben zij dan nog steeds behoefte aan voorrang als het om fysieke of mentale hulpmiddelen gaat?

Het contextaspect wordt al beter omvangen in een andere tak waarin ik een vak heb gevolgd: The Quantified Self. Hierin gaat het om gezondheid en gedrag zo persoonlijk mogelijk in kaart te brengen. Apparatuur en telefoonapplicaties zijn ontwikkeld om je door de dag heen aan je persoonlijke progressie en doelen te helpen herinneren door het meten van je fysiologie en bezigheden.
Self quantification komt al een stapje dichter in de buurt van een persoonlijk passendere manier om inzicht te krijgen en potentiele vooruitgang concreet te maken. Toch blijven de meeste doelstellingen gebaseerd op grootschalig onderzoek wat goed en slecht is, waarbij vooruitgang alsnog voor iedereen als hetzelfde vastgesteld wordt. Stel dat onderzoeksresultaten uiteindelijk een holistisch model mogelijk maken, zal het nog steeds over gezondheid en levensverwachting gaan en niet veel zeggen over geluk. Ook nu al zal elke gezondsheidspromotende app een biertje zien als iets dat vermeden moet worden voor de beste vooruitgang of gezondheidsstatus.

Daarbij komt dan nog de waarheid van de wetenschap kijken. De beweringen die de wereld worden ingeluid kunnen slechts gebaseerd zijn op een statistisch testje waar bij toeval een bruikbaar getal uit kan rollen. Onze Daniel Lakens is hier een hedendaagse criticus van. Persoonlijk heb ik duit in zijn zakje gedaan door hem te wijzen op het IgNobel prijs winnende onderzoek waarin hersenactiviteit bij een rotte vis wordt geconstateerd. Onderzoeksmethodes zijn bij vlagen minder intuïtief verantwoord dan het onderbuikgevoel. Dit verklaart ook waarom er zoveel tegenstrijdige berichten zijn over welke voedingsmiddelen wel of niet gezond zijn.  
Bovendien is het maar de vraag of objectieve kennis ook subjectief van waarde is; het alom bekende voorbeeld hiervan is het placebo effect. En er is nog een meta-effect wanneer een eventueel holistische levenssmodel gerealiseerd is. Het eten van een zak chips kan de ongezondheid overtreffen als het goede gevoel erbij ervoor zorgt dat een belangrijke taak wordt uitgevoerd. Maar het bewust zijn van de ongezondheid kan de smaak bederven en daardoor dat goede gevoel de kop in drukken. Dit moet weer in het model worden meegenomen, en hoe iemand tegen zo’n model aankijkt ook. Het is zowel theoretisch als praktisch een oneindigheid van intergerelateerde effecten.  

Natuurlijk zijn er bepaalde bruikbare inzichten die de wetenschap ons over ons welzijn kan zeggen, maar die komen dan ook vaker uit verschillende onderzoeken terug en zijn globaler omschreven. Zo is lichamelijke beweging goed voor lichaam en geest en verhoogt roken de kans op longkanker en een slechte adem. Maar ergens klinkt het ook wel logisch op eigen “onderzoek” te gaan en minder afhankelijk te zijn van de onzekere kennis die misschien helemaal niet zo exact is als het wordt aangenomen. 
Zo heb ik persoonlijk een tijd lang erg last van mijn darmen gehad terwijl ik me keurig aan het advies hield: ik bewoog veel, dronk me te barsten uit de waterkraan en at alleen maar vezelrijke voedingsmiddelen. Toen ik begon water door koffie te vervangen en minder lichamelijke oefeningen tussendoor te doen, voelde mijn buik veel rustiger. En juist als ik bij uitzondering een patatje at in plaats van een volkoren product met groentes, was mijn endeldarmoutput van betere kwaliteit.


De vraag blijft of het überhaupt wel het streven moet zijn alles precies te willen meten en weten. In de afwegingen van de gezondheidszorg is het criteria gefocust op de levensverwachting. Moeten we die instelling ook in ons dagelijks leven overnemen? Zoals Boris Pasternak het omschreef: “Man is born to live, not to prepare to live. Maar met de kennis van de plasticiteit in het geluksgevoel blijft het lastig te bepalen waar dan wel voor te streven. Kennis ter notie nemen is nooit verkeerd, maar een persoonlijke validatie kan nooit kwaad. Waarschijnlijk, hopelijk, zullen we toch altijd een beetje in onwetendheid blijven over de coëfficiëntenwaarden die aan de consequenties van ons doen en denken hangen, zodat we ons leven kunnen blijven kleuren met keuzes. De juiste dan wel de verkeerde, beide zijn uniek voor de smaakjes der ervaringen. Zonder regen geen zonneschijn. Zonder onwetendheid geen vrijheid.


vrijdag, november 10, 2017

Externe Column: Cybo Dino Disaster


Met het thema "disasters" en de uitdaging om over het onderwerp en iets studiegerelateerds te schrijven, kwam ik uit op het verhaal dat enigszins met de singularity te maken heeft. Technologie ontwikkelt zich exponentieel en zal uiteindelijk zo snel groeien dat het zichzelf verder zal laten groeien waarbij de menselijke input in het niet valt.

Of dit nou echt een ramp is, leg ik voor aan de lezer. Als mens streven we immers zelf naar efficiëntie en verbeteringen van ons eigen kunnen. Het is altijd al een voortbestaansvoordeel geweest om technologie in te zetten voor een betere versie van onszelf, maar een betere versie dán onszelf gaat uiteindelijk nog langer mee in de evolutie.

Dit is echter de logica dat wat het langst kan blijven, daadwerkelijk ook het langst zal blijven. Hier komen geen snode plannen van een hogere kracht bij kijken, maar de angst hiervoor is op zijn beurt weer een menselijk mechanisme om de eigen soort te beschermen.

Op het eind wil ik meegeven dat het allemaal niet zo eng is als het klinkt, omdat we vrijwillig en geleidelijk zelfs dankbaar meewerken aan "de overname" van de technologie.



Het is lastig met het maximum aantal tekens een punt te maken dat voorzien is van genoeg redenatie, gekenmerkt door de volgestouwde paragrafen. Ik ben overigens wel goed in het digitale zonnetje gezet; waarschijnlijk had de redactie mijn kamerkou voorzien. Of is dit een voorbeeld van mijn betere versie na mijn eerste zonnebank?




De complete en leesbare tekst vind je hier: https://issuu.com/intermania/docs/online_editie_oktober_2017/19


donderdag, november 09, 2017

Loodgietvisserij op de koude kermis


Een kamer huren is net als tweedehands spullen kopen op Marktplaats: you get what you pay for. En het risico wordt er niet kleiner op wanneer je toezegt zonder de kamer te hebben gezien, zelfs niet op foto’s. De afspraak om te tekenen maakte ik nota bene telefonisch vanaf het Beekse vliegveld, klaar voor vertrek naar Spanje. De schade leek uiteindelijk mee te vallen met een kras op de ruit en een lakse ex-huurder die zijn stoppelbaard op de wasbak had laten liggen. En de vloer was natuurlijk pleite. Maar verder niet gek voor een anti-kraakkamer.

 Het uiterlijk van de wasbak bleek een indicatie voor de innerlijke toestand. Water wilde niet meer wegstromen, of in ieder geval niet zo vloeiend als water dat zo goed kan. Toen het erom bleek te spannen of de zwaartekracht het nog langer van de verstopping zou winnen, heb ik toch maar aan de bel getrokken. Of ik de dag erna voor 12 uur ‘s middags tijd had. Vervolgens werd er al om 8 uur ’s ochtends aan míjn bel getrokken.

Er kwam een ingenieus apparaat mee naar binnen dat een showtje beloofde. Helaas graaide de loodgieter eenmaal onder het wasbakdak slechts een schroevendraaier en tang uit zijn overal. De volgende keer zou ik het zelf kunnen doen. Hij viste een halve haring uit de leiding (of een andere langwerpige, schubachtige zilveren substantie) en een chinees setje bestek: stokjes dus. Hoe de houten vissticks ooit door het wasbakputje zijn gekomen blijft een raadsel, maar zoals bij het laten van een boer geldt: beter eruit dan erin. En dat wierp zijn vruchten af, want nu kan ik tenminste fijn mijn eigen uit de kluiten gewassen stoppels doorspoelen zonder het doorsijpelschouwspel te moeten aanzien.

De service beviel me wel. Toch probeerde ik de niet-werkende verwarming eerst zelf aan de praat te krijgen; ik wilde niet weer dat een vakman voor mijn neus een klusje klaarde wat ik zelf had kunnen doen. Luxe maakt niet per se lui. Mijn inspanningen bleken de radiator echter koud te laten, dus toch maar weer de expert erbij gehaald. Er kwam zowel iemand van de verhuur zelf omdat ik ook had geklaagd over de geluiden die de leidingen maakten als iemand die daadwerkelijk iets kon bereiken. De eerste man was er om te vertellen dat er niks aan te doen was; het mechanisme was verouderd en vernieuwen zou een te dure investering zijn voor een slooppand. De tweede man was van het cv-ketel bedrijf en zei wederom dat de radiator aan vervanging toe was, maar ik kon hem de moeite besparen van het doorgeven en aanvragen van nieuwe onderdelen. Uiteindelijk kreeg hij het binnenwerk van het koppelstuk los getikt (de enige low-budget oplossing) zoals ik dat ook al had geprobeerd. Ik had echter geen tang tot mijn beschikking en had hetzelfde proberen klaar te krijgen met een notenkraker, schoenhak, tv-ophangplaat en blote handen.


Ik prees hem tot held van de dag. Maar ik juichte te vroeg. Ja, het koppelstuk achter de warmtekraan werd daadwerkelijk warm. Maar daar was dan ook alles mee gezegd. De radiator zelf biedt de warmtestroming noch iedere kamerbinnenkomer een warm welkom. Waarschijnlijk is de luchtdruk te hoog om het warme water toe te laten (en dit soort radiotoren heeft geen luchtafvoeropening). Vol verwachting keek ik uit naar de knusse warmtedeken en typische verwamingsgeur, maar die wordt me dus reukloos door de neus gedrukt. Ik dacht dat het tijdperk van binnen met jas en handschoenen aan passé was. Zo kom ik niet van, maar op een koude kermis thuis. Het kost dan wat minder, maar aan het eind van de maand zit je er niet warmpjes bij op zo’n antikraakkamer. Gelukkig zijn de vrolijke vloer en plantvriendelijkheid hartverwarmend, maar met een echte koumans is het zonnetje in huis nu ver te zoeken.


dinsdag, oktober 10, 2017

Het Tetris-effect: dingen die door je hoofd spelen


De klank van stapelende fiches, gedeelde kaarten, waarvan zichtbaar de schoppen aas en een ruiten tien in cartoonistische stijl. De button bij de buurman. Het flitst allemaal tussendoor terwijl ik met gesloten ogen aan de dag van morgen denk. Niet dat poker op de planning staat, maar ongeacht of ik eraan wil denken, vliegen fragmenten van de digitale tafel voorbij wanneer ik er een tijdje mee bezig ben geweest. Met gamen gebeurde hetzelfde; overal zie ik acties uit het spel tussen mijn andere gedachten doorbreken. Eerst dacht ik dat dit verschijnsel bij verslavingsgevoelige activiteiten opdook, maar hetzelfde gebeurde onder andere bij klaverjassen, programmeren en biljarten.

Toen bleek het ook nog echt een ding te zijn: het zogenaamde Tetris-effect.
 Vanzelfsprekend werd het effect ontdekt toen proefpersonen urenlang blokjes op hun plek lieten vallen (het spelen van Tetris). Die zagen ze vervolgens vliegen tijdens de halfslaap in de avond. Het fenomeen wordt in het artikel toegekend aan alle activiteiten buiten gamen om zolang er maar recentelijke uren in zitten en ook aan alle dagelijkse associaties met de activiteit. Bijvoorbeeld wanneer iemand bij de wegwijsbordjes op de TU/e campus moest denken aan die uit World of Warcraft. Maar waar ligt dan de grens? Als ik na het bewerken van een saxofoonstukkie het nummer en mijn eigen saxspel nog door mijn hoofd blijft spoken na het tientallen achter elkaar afspelen, is dat dan ook het Tetris-effect of gewoon hetzelfde als dat een nummer van de radio in je hoofd blijft zitten? Of kun je anderzijds zeggen dat iedereen intern geplaagd door de nummer 1 hit van de Top 40 lijdt aan het blokjeseffect?


De “instant replay”, als benoemd in het artikel, herken ik van het rusteloze en beeldvolle inslapen. Het opnieuw afspelen van een spelsituatie. Daarnaast heb ik ook de out-of-the-box associaties meegemaakt wanneer ik twee lijnen door mijn hoofd had spoken met dezelfde hoek van in- en uitval, na een dagje biljarten. Qua bredere, zelfs filosofische associaties zie ik soms ook het leven in als een groteske sommatie van waarschijnlijkheden, speelstijlen van anderen en maar een bepaalde mate van controle, de levensvisie die poker zichtbaar maakt zoals ook de professionals laten weten. Hoe je het ook noemt, Tetris-effect of een multidisciplinair-geïnspireerde visie, het kan van grote invloed zijn. En ondanks de rusteloosheid die het te weeg kan brengen zie ik het hele breinfestijn maar als iets positiefs; het kan niet anders dan dat al die hersenactiviteit de vaardigheid in kwestie verbeterd. Slaap schoont het geheugen op en legt nieuwe links aan. Wat best handig kan zijn als je onderbewustzijn zo even de ontbrekende codeerregel voor je programmeerwerk wegtikt. 



woensdag, september 06, 2017

Last Resort: Spookstudentenhuis "De Druppel"


Elke eerstejaars student die op kamers wil gaan wonen, moet door de zure appel heen bijten.  Het is een periode van zelfverkopende berichtjes sturen en hopen op een kijkavond in een studentenhuis waar je met een deel van de concurrentie aan tafel komt te zitten. Natuurlijk met uitzondering van de decadentstudent die zich een zelfstandige studio kan veroorloven.

Ouderejaars hebben het voordeel via via voorrecht op een vrijkomende kamer te krijgen, of te kunnen beginnen buiten het hoogseizoen tussen het slagen en studeren van de middelbare scholieren in. Anderzijds hebben zij in Eindhoven ook wachttijd kunnen opbouwen bij Vestide, de organisatie die studentenkamers verstrekt op basis van wachttijd na inschrijving.

Omdat ik niet direct wist waar ik zou afstuderen (met hoop op een nieuw buitenlands semester), wilde ik voor sport, werk en contacturen met mogelijke afstudeerbegeleiders toch nog even in Eindhoven vertoeven. Maar daarmee viel ik met mijn neus in het hoogseizoen van het jonge bloed. Kijkavonden zag ik niet meer zitten en keek daarom op Marktplaats, maar daar was op een overpriced klein kamertje na met een on(ver)antwoordende verhuurder niks te vinden. Mijn ex-huisgenoot hielp me aan Vestide herinneren, hoewel ik dacht weinig wachttijd te hebben aangezien ik minder dan een jaar geleden nog in Eindhoven had gewoond.

Het bleek echter de gouden tip. Niet alleen had ik mijn 60 maanden wachttijd behouden, maar waren er ook tijdelijke kamers met antikraakprijs beschikbaar in het studentenhuis "De Druppel". Waar een settelende student zichzelf liever in een kamer met toekomst nest, was dit met mijn onduidelijke afstudeertoekomst ideaal. Zo kan ik toch nog tot en met december sporten en werken. En op mezelf wonen.

Dat zelfstandig wonen is letterlijker dan in een doorgaans studentenhuis. Ik heb een mini-aanrecht van hooguit 50cmx50cm en een eigen douche plus toilet. Maar in de gedeelde keuken, die eruit ziet als een bonte bedoeling van studentenartisticiteit, ben ik tot nu toe alleen pas een jongen tegen gekomen die de dag erop voorgoed vertrok. Ook in de keldergang, wasruimte, het fietsenhok en dakterras zijn overal sporen te zien van een geleefd huis in het verleden. De doodse sfeer heeft iets rustgevends. Het is alsof het pand zich er al bij heeft neergelegd te moeten worden opgeknapt of gesloopt.


Aan de geluiden te horen is er meer leven in de brouwerijen op de verdiepingen boven en onder de mijne. Misschien zit daar nog de oude garde. De kamers om mij heen zijn wel bezet, maar vooral door eerstejaars die blij zijn met wat ze konden krijgen (dus zoveel wachttijd had ik waarschijnlijk niet nodig gehad om deze kamer te bemachtigen). En die zitten misschien nog veel thuis bij paps en mams. Het is namelijk pas de tweede dag van het academisch jaar. Tot de hel los brandt in de gedeelde keuken, geniet ik nog even van het moment dat ik de rotzooi in eigen hand heb. Socializen kan altijd nog. 

zitruimte aan de keuken






vrijdag, augustus 25, 2017

Rijmend & Ritmisch?

Ik ben het met Oop eens dat ritme belangrijk is. Maar om rijm uit gedichten weg te laten, vind ik dat het ritme uitzonderlijk is en niet mogelijk met rijm. Het moet dus wel echt iets meer toevoegen dan het weghaalt. Beide combineren is dus het streven. Voor mij is rijm toepassen juist als het oplossen van een puzzel, iets beschrijven terwijl je aan bepaalde restricties gebonden bent. Het resultaat is ook lonender. Bij dezen tracht ik nogmaals Oop tevreden te stellen.


Achterbak
Een kilometer of achthonderd
Tien uur onderweg
Mits niet door files bedonderd
Of beetgenomen door autopech

Muziekje op
beentjes gestrekt en
“af en toe” een tukkie
Want al slapend wordt de lange reis
steeds een korter stukkie


Opwindend Feest
Op de dag van het gala
dacht mijn buik, vooruit
we spuiten alles
er eens lekker bruin uit

Daarentegen dacht ik,
tijdens ‘t evenement
ziek en strak in pak
niet op mijn gemak
zonder alcohol onbekend:

De rest heeft zoveel lol
ik knijp hem door m’n bil
Het feest boeit me geen hol
Want het enige dat ík wil 
is een harde, droge drol.

Ontremmingskracht
De bar werd gesloten
T zat er weer op
Maar we hadden zeker genoten
Zo'n avond zonder BOB

Dirk doet wel rijden
Die kan er wel tegen
Doet ie al jaren
Dronken ter wegen

Dan toch een klap
Remmen als mosterd na de maaltijd
Smurrie op de motorkap
Troebelrood voorruitzicht naar buiten

Een fietser van de linkerkant
Voorrang verlenen zijn plicht
Met nog een BVO’tje in zijn hand
Zonder reflectoren, zonder licht
Straalbezopen kruisten zij hun wegen
De auto weliswaar met body en gewicht
Dus had het probleem toch echt bij Dirk gelegen

Portie zwijgen op de achterbank
Oorverdovend stil
Strottenhoofden zonder klank
Geen geluid meer
en voor Dirk geen slok meer door de keel
Want voorlopig zal hij zitten
Zittend met zijn trauma in jail 

donderdag, augustus 24, 2017

Write Now 2017: In en Uitgeschreven

Vorig jaar deed ik voor het eerst mee met de nationale schrijfwedstrijd voor jongeren tot en met 24 jaar. Toen probeerde ik genomineerd te worden met een mix van gedichten en twee korte verhaaltjes. Bij de feedback waar ik later om vroeg, werd me aangeraden me op één stijl te richten, dat liep nogal uitéén. Vastbesloten probeerde ik de discipline van een echt prozaschrijver op te brengen en een verhaal ter woorde van maximaal 2000 te schrijven. Die discipline was ver te zoeken, wat niet onwaarschijnlijk kwam doordat ik dat zelf ook was. Ik zat in Finland, maar wilde de competitie niet missen. Ik ging goedgelovig verder met mijn stukkie proza, maar wist dat ik niks fatsoenlijks zou kunnen bolwerken.

Gelukkig was er een andere optie. In plaats van 2000 woorden mocht de inzending ook uit 8 gedichten bestaan. Gedichten rollen er in het algemeen wat sneller uit, maar nog voordeliger was het feit dat ik er al een aantal kon vinden in mijn archief. Teveel eigenlijk. Dus de resterende tijd besteedde ik aan het selecteren en soms samenvoegen van mijn gevonden werk in plaats van het schrijven ervan.

Helaas werd ik niet uitgenodigd voor de nominatieronde, maar toch denk ik dat sommige gedichten het delen waard zijn. En nu kan ik de gedichten uitgeschreven laten, want voor de wedstrijd heb ik flink wat geknipt en geplakt om alles in de 8 gedichten te krijgen. Ik kon kiezen noch delen. Het heeft me mogelijk de kop gekost.

Vakantievroom (zomer 2015, zonder internet te NWK ad IJ)

Geen zin in voedselverwijten
Om alleen de tijd te slijten Geen zin om hersencellen te sparen Om alleen het leven te vergaren Geen zin in verstandig gedoe Als het lijdt tot eenzaam levensmoe Geen zin in gezond rantsoen Want wat heb je aan dat fatsoen Als je het erna zonder vrienden moet doen.

De tijd verstrijkt nu met leren Muziekhits beheren Spullen te begeren Kleine klusjes te klaren Kennis te vergaren Wachtend op het studiebericht Dat de laatste bachelorloodjes zijn gelicht

een nieuw drankje te proberen
voor de verandering laat uit de veren
Ritmisch eten feesten slapen
Het zooitje in de ochtend bij elkaar rapen
Een zwiep in het zwembad
Een tukje in de tuin omdat je de sleutel vergat.

Leerzaam is het te ondervinden
Dat materialisme en verstand
Zich onder ervaringen bevinden
Een levensles die er met heimwee naar de villa is ingebrand.

Maar in gedachte verlang ik terug


Tweede klasse (lente 2014)

Heen en weer Moet ik er weer zijn Op en neer
O wat is het toch fijn Voor voetbal deze keer Reizend met de trein Sleutels vergeten geen probleem Ga op je gemak Want na vier uurtjes treinen erover heen Zitten die sleutels zo weer in je jaszak


Gratis of met korting over de sporen
Mede mogelijk gemaakt door de NS

Voelt de tijd als verloren
En zorgen de vertragingen voor extra stress

Vooral tijdens drukte is het geen pretje
Vreemden duwen tegen je aan
Reist geen vriend mee met je
Is het vechten om niet te hoeven staan


Of in de coupe helemaal alleen
Denk je snel dat er iets mis gaat
De trein is defect of een ander probleem
Ze roepen iets om zonder dat je t verstaat

Dat je vannacht niet op het station slaapt is te hopen
Maar hoe erg de rit soms is
Het is altijd beter dan Eindje te moeten lopen




Kleine Geest (uit schriftje, waarschijnlijk herfst 2016)

Alles zit binnen
Hoe je beleeft
Daar zit jij
wie de bediening in handen heeft
jij, kleine geest, aan 't roer

Ik, slechts als passagier in de schouw
Vrees dat je ons angstig maakt
tot op ons kleinst, vraag ik me af:
Moet dat bange nou?

We krijgen vleugels om niets
Scheppen de grappen onszelf
Humoristisch als een rots
Emotionele onverwoestbaarheid
Keiharde trots

Tot jij je bedenkt
Begint te breken.
Ik roep nog, 
"Hou het heel!"
doch tevergeefs:
Want met angst als houweel,
Zit je op me te hakken.
Niet wij de wereld, maar
zet jij mij te kakken.

Dan is het mijn beurt,
zit ik niet neer bij de zakken.
Mijn zet tracht je op andere gedachten
Blijk jij nu de steen
ik een melancholische windkracht acht
Een zucht naar de utopie voorheen

Niettemin kennen ook stormen hun wederkeer
En als die dan gaan liggen 
Leggen de gedachtenwolken zich erbij neer

Laat ons resonerend glimmen, gek ding
Een vrolijke aap zal constant blijven stralen
Ook zonder gouden ring.
Waarom niet altijd lachen gieren brullen
Als twee boeren zonder kiespijn
Want als iets die taak kan vervullen
Als iets ertoe in staat zou zijn..
Je bent toch niet voor niets geestig?




Wordt vervolgd..

vrijdag, juli 28, 2017

Kaikki Pelissa: van Presentatie naar Sollicitatie & voldane Frustratie


Ik had de laatste hectische weken van mijn Tamperebestaan nog niet beschreven. Ten eerste was er nog dat project voor de Finnish Educational Evaluation Centre (FINEEC), ten tweede moest er afscheid genomen worden van iedereen die vroeger vertrok en ten slotte waren we met een klein groepje nog warm geworden was voor een laatste tripje.  Eenmaal thuis moest ik nog coderen voor een verlate opdracht van een big data-gerelateerd vak. Dat leek het laatste dat ik nog met Tampere te maken zou hebben, tot er de gelegenheid ontstond om daar in de zomer terug te keren als werkstudent.

Het project om de Finse educatie nog verder te verbeteren en de mogelijke summer job liepen beide via Demola: de organisatie die studenten, universiteiten en organisaties verbindt en innovatie bevordert. Mijn werk werd steeds enthousiast ontvangen (wetenschappelijke artikelen analyseren en brainstormen zijn blijkbaar exclusieve vaardigheden) en toen ik uiteindelijk zelf de eindpresentaties van ons project gaf, werden ook die lovend beoordeeld. Veel belovend in mijn ogen, want “ons” werk zou afgekocht kunnen worden als FINEEC tevreden was. Maar dat was nog een maand afwachten geblazen.

Ondertussen vertrok ik met drie anderen naar de “Lake Lands”, het Oosten van Finland. Ook al zijn de meren nergens schaars in Finland, scheen dit gebied extra mooi en rustgevend te zijn. We overnachtten in een summer cottage, wat typisch is voor de traditionele Fin. Je trekt je terug naar je huisje aan het meer om van de rust te genieten, en natuurlijk om in het water te kunnen duiken na de hartverwarmende houtkachelsauna. Na drie dagen was het mini avontuurtje weer voorbij, bezochten we op de terugweg nog een National Park en was het in Tampere helaas tijd geworden om ons op het ultieme Finse vertrek te richten.

Dan weer over Demola: de organisatie liep te koop met haar internationale connecties en uitgebreid netwerk, met de verbondenheid van one big family. Ik voelde me aangetrokken tot de creatieve uitdaging in het buitenland en vroeg of ze misschien iets wisten waar ik terecht kon voor een baan of afstudeerproject, waar dan ook. Zo wist ik bijvoorbeeld dat er in Budapest ook een Demola filiaal gehuisvest was. Daar zou vast iets qua IT innovatie aansluiten op mijn afstuderen. Daaruit kwam toen het aanbod om twee maanden in Tampere te werken. Wederom een project omtrent educatie, ditmaal voor het ministerie. Eerst dacht ik dat het aanbod iets te maken had met mijn eerdere gewaardeerde werkresultaten voor FINEEC, maar al snel werd het duidelijk dat ik niet anders was dan een anonieme sollicitant. Strikt zakelijker kon het contact niet geweest zijn. Alles wat ik meer zei dan om het daadwerkelijke vervullen van het uitzendkrachtwerk werd genegeerd. One big family? Een beetje bullshit.

Uiteindelijk bleek de Finse taal ook nog een rol te spelen bij het ministerie. Zo moest ik het afleggen tegen een Finse student die verder soortgelijke ervaring had met User Experience Design. Jammer, want ondanks ik me verkeken had op de Demola-filosofie, was dit project wel nog veelbelovend. Het project voor FINEEC werd uiteindelijk niet gefinancierd, en ook de interessantste columns waren niet van onze handen afkomstig; daar bleek ook nog een uitreiking voor te zijn. De winnaars bestonden uit wat volwaardigere teams met actieve en enthousiaste leden; zouden “wij” met de schrijverserkenning geëerd mochten worden, dan zou ik de enige aanwezige geweest zijn om die in ontvangst te nemen.

Ontevreden ben ik desondanks alleen over de toebedeling en inzet van teamgenoten. Persoonlijk heb ik me nog nooit zo waardevol gevoeld voor het praktische werkleven, elke keer als ik na een effectieve Google Scholar sessie voldaan van het Finlaysonterrein afliep, high van de koffie en een banaantje. Hier kunnen we iets mee, dacht ik. Iets dat het Finse onderwijssysteem echt in praktijk gaat brengen. Zeker met de positieve verbazing die mijn ideeën teweeg brachten. Daarnaast was de final pitch vanaf dag één al mijn uitdaging om met een goede voorbereiding mijn presentatieangst te overwinnen. En daarin ben ik ook geslaagd; de dag erna deed ik de presentatie voor het bedrijf zonder voorbereiding (onvrijwillig tijdsgebrek), maar ook zonder zenuwen. In vergelijking met een zero tolerance tijdslimitiet van drie minuten voelde die tweede presentatie als een bevrijding. Beide presentaties werden wederom gewaardeerd. Dus als het allemaal zo gewaardeerd wordt, wie gaat er dan uiteindelijk brood voor op mijn plankje leggen?





Of de officiële opname van de livestream. Op 1 uur en 22 minuten (39 minuten en 30 resterend, staats rechts): https://www.facebook.com/uusitehdas.demola/videos/10154618843740954/ 








donderdag, juli 27, 2017

Externe Column: Development of Destruction?


Development has a broad sense of meaning to it, with growth and advantageous stages as its descriptive key terms.  Development also has many dimensions. A person can develop oneself in an infinitive number of ways with numerous skills and knowledge to acquire, where each skill and knowledge topic has endless stages of improvements or viewpoints. Personal development is what makes humans distinct. Our consciousness demands ourselves to self-actualize, as Maslow formulates this highest need in life. One needs a self-image of competence and autonomy.

At first sight this seems an innocent and desired life value. But Maslow also mentions the room for limitless development. And as improved well-being is considered to be development as well, this is not a need without side effects; especially in an individualistic and capitalistic environment. In a broader scope, countries can strive for this same type of development by improving the well-being of their population. Capitalism in combination with our endless needs to improve but also the relativity of our satisfaction makes this development going hand in hand with grim side effect: development at the cost of other countries and therefore other people.

Prominent examples are the problematic climate change and exploiting labor for underdeveloped countries. Desertification makes people starve and creates another incentive for those to migrate to more fortunate, timid climate countries.  While at the same time children deep down in mines are scraping the metal resources to satisfy our technological needs. These facts should give the ones able to self-actualize and consume at the cost of others a bad conscience, including yours truly.

Luckily development isn’t inherently bad. As soon as the focus change towards CO2-neutral lifestyles, human rights or more satisfying ideals about well-being, the means to our end of well-being lose their bad connotations. Think of technical developments like artificial meat, renewable energy sources and electric cars. These alternatives do not conflict well-beings across the world, such that more people will have the chance to acquire the life standard to move their concerns up to the highest level in the Maslow hierarchy of needs.


Bron gepubliceerde (ingekorte) versie: https://issuu.com/intermania/docs/intermania_july_2017_opt/44

Extern Artikel: En hoe is het in Tampere?







Bron: https://www.cursor.tue.nl/nieuwsartikel/artikel/en-hoe-is-het-in-tampere-2/

dinsdag, juni 27, 2017

Desi in de Limburger

Hieronder het artikel over Desi van afgelopen zaterdag. Pa maakte duidelijke jpg files voor me en adviseerde me ze te openen in Paint maar als foto (vergroten via loep of via android telefoon) kon ik de letters prima lezen en als ik het kan... want was ik niet de oudste?

Ziet er geweldig uit Desi! Uiteraard ook prima voor je C.V. maar vooral het vastbijten in verbeteren van studentenomstandigheden is al decennia aan de orde. Ik zie, met name in omgeving Utrecht waar de kamers het duurst zijn, veel (rijke) ouders die of een flat kopen voor hun kinderen of garant staan bij een hypotheek zodat de studenten zelf kunnen kopen. DE oplossing omdat ze die deels verhuren aan andere studenten en zo beter kunnen rondkomen (en dus studeren). In Amsterdam is het probleem kleiner, daar zijn meer grote studentencomplexen (Amsterdam en Diemen) waar kamers zelfstandig en betaalbaar blijven. Tegenover de hogeschool waar John en ik werkten werden zelfs goedkope 1, 2 en 3 kamer nieuwbouwflats gebouwd die studenten konden kopen en delen. Weliswaar Bijlmer maar wel tegenover de Arena dus steeds gewilder gebied.
Het algemene onderwijsprobleem in Nederland is helaas nog steeds vanaf de basisschool. Privatisering van het hoger onderwijs was weliswaar een nekslag (minder dan 30% van het budget gaat naar het onderwijs zelf!) maar het niveauverschil met decennia geleden begon/begint al op de basisschool. Hier een kort filmpje waarin wordt aangetoond hoe dat beter kan:

Finland deed het beter dan Nederland....

Maar dit allemaal terzijde, zoveel inzet als Desi toonde kunnen wij niet evenaren, wij hebben voornamelijk als docent geprobeerd intern te zaken te verbeteren (en binnens- en buitensmonds gevloekt).



Veel succes verder!


zaterdag, mei 27, 2017

Externe Column: Peace of Music, or Doomed by Data?

Bob Marley was suspected of choosing political sides and got shot while gangsters of the opposition assaulted his house. The suspicion was based on the announcement of Marley performing at the Smile Jamaica concert, which was organized by the prime minister to stop the gang fights in the country. Even though Marley paid the price of being suspicious by getting shot twice, he refused to blow off his musical performance. After the concert he immediately fled to London, but after about 16 months he returned for the same mission of establishing peace in his home country. And he succeeded: eventually the two prominent political archrivals shook hands in the sake of peace.

This touching example shows how music is able to affect war and peace. Regarding technology and the society (the main concern of our faculty), there are numerous interventions at different levels which are related to love and war.  At the love hand, one can think of dating apps and even sex robots. At the war hand, it is impossible to think of modern warfare without guns, bombs and unmanned battle machines. Technology isn’t bad in itself, but through its applications. And as long as most intentions are right, we could be grateful for technology.

Another field of technology is quite impartial and thus gives little room for any intentions: computational models that predict the future as reliable as possible. But can we still cherish technology if it is predicting war? Several machine learning models indicate a third world war coming. However, predictions of the future are based on past events. And isn’t history meant to be learned from and to prevent making the same mistakes? Are the models taking this into account, or doesn’t our awareness matter anyway? Luckily the interpretation of data and its analysis plays an important role in the practical implementations as well. But even if we can’t explain the underlying mechanism, machine learning has proven to be promising; or in this case worrying.

“My life is only important if I can help plenty people.
If me my life is just me, my one security, then me no want it.
My life is for people. That's what me is.”


This was Bob Marley’s explanatory motivation of returning to the place where he was almost being killed. Let’s (naively) hope World War 3 is an example of a badly executed application of technology, and rely on our easier to understand human emotional capabilities. And if history is indeed about to repeat itself... let it be the rise of a musical messiah instead. 


https://issuu.com/intermania/docs/intermaniaaprilissuu/38

maandag, mei 22, 2017

Dankuchwel

Jammer dat alles niet vóór de verjaardag kon, maar vlak erna is het dan toch gebeurd. En zo mag/moet ik namens LP iedereen bedanken voor de sponsoring van de nieuwe keukenapparatuur. De kookplaat is helemaal het einde, je hoeft geen aansteker te gebruiken en ik denk bij de volgende kookplaat zelfs aan een afstandsbediening. Helaas paste de gekozen afzuigkap niet (althans het afvoerkanaal, hoezo allemaal standaard uitvoeringen?) maar het goede nieuws was dat de installateur zo vriendelijk was de kap zelf terug te brengen en nieuwe onderdelen plus aanpassingen diezelfde dag nog te plaatsen. En dat voor dezelfde 90 euro als waarvoor hij was ingehuurd.

 
 
 
“Het installeren van ieder apparaat kost 120 euro, maar we hebben er ook een die beide samen doet voor 90 euro”, had de verkoper in de winkel gezegd. “Zegt U maar welke U wil hebben.” We hoefden er geen nacht over te slapen.



En ja, het Gielkens erf bestaat echt. In Baexem. Daar moeten dus al naamgenoten of verre voorouders in de 18e eeuw hebben gewoond. Ik heb me tot de heemkunde vereniging in Leudal gewend en die zoeken uit of zich er al iemand mee heeft bezig gehouden. De straatnaamplaat die sinds 17 november jl. in ons bezit is, krijgt nu een ereplaats in de hal. En wel boven andere
    belangrijke oorden als Cill Arne en Königsallee. Waar dat is?

Doe een gok, zou ik zeggen.