woensdag, december 23, 2015

zomaar wat kerstgedachten :)

Gelukkig heb ik hier en daar een internationaal contactje (ja, ook met een los contactje of steekje :))

Op zoek naar Kerstkaarten in Duits of Engels kwam ik toch wel het een en ander tegen:

























dinsdag, december 22, 2015

Externe column: lecture-free lifestyle

Geschreven voor het magazine van de studievereniging. Hier de final draft, met op de foto's de versie van de commissie en de versie waarop ik kras waarmee ik het niet eens ben (ik was vergeten op tijd mijn bezwaren in te dienen). De waarheidsgetrouwheid verschilt per vak.

Lecture leaping: skipping classes with reason

Each quartile I attend the first lecture of each new course: a fair chance for the lecturer to convince me for coming back. After a couple of slides I already regret my attendance; the slides tell me what I already have read on Oase, and the lecturer reads out loud the exact same text to add up to a tripled introduction of the course. And the conclusion at the end is even worse: more information will follow.

Until the last lecture in which the final test and remaining questions are discussed, I probably won’t be found in class. Although I still end up in a class room once in a while; some classes are indirectly mandatory due to intermediate tests, or I’m afraid I miss out too much information from a specific course. But in the latter case it’s probably the same story as always: after 15 minutes I start getting restless, distracted or simply starting to fall asleep. So I’m either anti-relaxed or too relaxed to keep focused. In addition, having a lecture in the Auditorium can lead to special side effects like RA and claustrophobia from the small and uncomfortable seats you have to be isolated in for at least 45 minutes.

Other students also mention their lack of attention and the increasingly urge to take a nap while enjoying a hypnotic lecturer talk. But why should I check my phone in a class-room if I can do this comfortably at home? I’m simply not made for lectures. And since I got the most ECTS without resits, there is no need to abandon a lecture-free educational strategy. What do I do to compensate for the lost lessons in class? I just make multiple mind-maps of the materials, setting my own pace, and making test exams. Quite simple; nevertheless quite effective as-well.

Of course attending lectures still has an advantage over slide scraping at home. One is able to ask questions and get additional information about the content that the lecturer provides which isn’t mentioned in the slides. I don’t make use of this advantage though: due to my lack of focus I miss the additional information in the first place, and I dare not ask questions because I’m afraid the answer was the information I just missed out on.

I don’t argue that people shouldn’t go to lectures. At the contrary; I am amazed by those of you who get up early and leave out late to hear what experts got to say. Probs to you!  But with this old-fashioned way of teaching (which will not stand for long since there are good reasons for this) I am doomed by my lack of concentration to be an early adopter of becoming educated differently. Maybe I should start a new commission for this: the autodidaCie.



 

Nostalgiebieb

Eerder beschreef ik al de boektherapie waardoor ik met alles behalve de inhoud van een boek eventot rust kon komen. Zoals de boekenbaron voor wie ik blog het zelf additief verwoorde: “… een boek [is] als een orgel, het maakt mooie geluiden en als een goed schilderij, geweldig om naar te kijken. Lezen is wel het laatste waar je dan aan denkt.” Zijn dochter attendeerde me er daarnaast op dat ik niet eens de geur van een boek had genoemd, dat onmisbaar is voor de complete experience. Beiden bedankt. Afgelopen maandag had ik een soortgelijke ervaring, maar dan eentje die veel verder teruggaat in de tijd: een biebbezoekje.

Pas toen ik hoorde dat mijn huisgenoot een bibliotheekpas had, kwam ik op het idee om weer eens een bieb te bezoeken. Niet eens voor een leesboek, maar voor de Men’s Health, het tijdschrift dat ik dankzij zuslief gratis kon uitproberen omdat zij zelf geen tijd had om van haar tijdschriftentegoedbon gebruik te maken. De bandsessie ging niet door en ik wilde toch nog wel even de deur uit. Een kwestie van mijn huisgenoot overhalen, want zonder biebpas geen lesespaß. Gelukkig ging dat van een leien dakje aangezien hij nog een boek op het oog had. En zo liepen we al snel als twee jonge joggingsbroekdragende anti-stereotypen de Eindhovense bibliotheek binnen.

Eenmaal gearriveerd voelde ik me weer als dat kleine jochie van vroeger. Toentertijd ging ik vooral op jacht naar prentenboeken en strips. Kortom: ik kwam er voor de plaatjes. Nu kon ik helaas bij elk rek terecht. Helaas, omdat leesboeken veel meer tijd vergen en ik door alle kaften, titels en omslagteksten werd uitgelokt tot leen- en leesgedrag. Keuzestress die ik me niet kan herinneren uit de prentenboekhoektijd.


Ik had dus al snel een stapeltje met potentie. Allemaal van de “actueel”-rekken, omdat deze boeken nog niet geplastificeerd waren en dus qua nieuwigheid meer te bieden hadden. Toen realiseerde ik me dat boekbeslissingen in de bibliotheek niet cruciaal zijn. Met de fiets ben ik er binnen vijf minuten en uitlenen of terugbrengen is zo gebiept. Het is net zo vrijblijvend als beweerd wordt bij het aannemen van een gratis staatslot of een proefabonnement van de krant, maar dan zonder dat de bibliothecaresse je een paar dagen later opbelt om te vragen of je echt niet nog een ander boek wil lenen. Waar vind je die vrijheid tegenwoordig nog? 

En dit boek ligt al voor een prikkie te koop
Met Singaporekaart als leeswijzer




vrijdag, december 11, 2015

Bindende Bijbaan

Hechtende invaller / bindende bijbaan

Aan het eind van de vakantie werd ik door twee vrienden gevraagd wanneer ik nou eens ging werken. Erg gênant, en een goede reden had ik niet echt meer. Eerst wilde ik niet dat werkverplichtingen mijn studieprestatie in de weg zouden zitten, laat staan mijn avondactiviteiten: trainen en repeteren. Maar een nieuw tijdperkje was aangebroken. Ik was gestopt bij de voetbalvereniging in Rotterdam en ik had mijn Bachelor afgerond. Dus hoefde ik niet meer op vrijdag te reizen voor de training in Rotterdam en had ik qua studie even rust zodat het niet erg zou zijn als ik door werkzaamheden iets uit zou lopen. Bovendien had ik al een contract getekend voor een nieuwe en duurdere woning, dus dan is een extra zakcentje ook geen overbodige luxe.

In het begin van de vakantie waren er twee vacature deadlines op de TU/e. Ik reageerde tactisch dus een maand te laat zodat de eisende lat wat lager zou liggen, mochten ze nog niemand gevonden hebben. In beide gevallen was er nog dringend iemand nodig: een student-assistent voor Object Based Programming en een stand-in tutor voor een tweedejaars design-vak. Dus hoe onervaren ik mezelf ook presenteerde, ze wilden me toch hebben. En door de late aanmelding hoefde ik als “soon to be stand-in tutor” geen training van drie dagen te volgen, maar slechts eentje van twee uur.

Ik achtte de kans klein om als tutor in te moeten vallen, maar aangezien het vak gevolgd werd door 1400 studenten, werden klein geachte kansen al snel groot. Ik realiseerde me later dat invallen ideaal was in vergelijking tot het werk van de vaste tutoren; ik hoefde niet bij de vergaderingen van het vak te zijn, kreeg variërende groepen om te begeleiden en kon doen alsof mijn neus bloedde als ze iets van mij wilden weten; ik was immers slechts een invaller.

Sowieso was het onze taak om inhoudelijk niks bij te dragen aan de groep. Het ging er juist om de groep te begeleiden zodat ze zelf in gingen zien wat ze moesten weten. Wij benadrukten en stuurden het groepsproces, de samenwerking en niet de daadwerkelijke taakverdeling. Een beetje managen op afstand. Het grootste gedeelte van de vergaderingen was het dus vooral luisteren geblazen. Alleen ingrijpen als het echt compleet misliep. Pas op het eind nam ik het woord helemaal over. Dan is het de kunst om constructieve kritiek te geven zonder iemand voor het hoofd te stoten of als een betweter over te komen. Dat viel altijd heel erg mee. De stoerste jongens en schattigste meisjes waren altijd geïnteresseerd in wat ik te zeggen had.



Na die vijf minuten feedback was de meeting voorbij en was de kans klein dat ik die groep ooit nog eens zou begeleiden. Dan zat mijn werk er dus op, maar was ik stiekem wel benieuwd hoe het de groep verder af ging; wie met welke ideeën zou komen en hoe ze die zouden uitvoeren. Alsof ik er toch een beetje bij hoorde, bij kon dragen aan een praktisch project dat ik zelf nooit echt heb gedaan. Toen het vak voorbij was en ik niet meer opgeroepen kon worden voelde dat alsnog als een verlossing. Maar toch voelde het na elke meeting van slechts drie kwartier ook keer op keer als een bindende bijbaan.



En wat ook leuk was; ik kwam voor het eerst langs
het trainingsveld van de befaamde TU/e voetbalrobots
En andere werktuigbouwkundige activiteiten










zaterdag, november 21, 2015

Een toestandelijke eenwieler


Eind mei liet ik weten dat ik toch graag een fixie-fiets wilde, ondanks ik daar eerder niets voor voelde. En als je vader een voorliefde heeft voor doortrappers met 22 juni op komst, weet je eigenlijk al genoeg. Mijn wens was een fiets zonder rinkelende, aanlopende of kapotte onderdelen om toestanden te voorkomen. Niet per se een fixie, maar die heeft nou eenmaal de minste onderdelen nodig. Hoewel ik er erg naar uitkeek om moeite- en geruisloos te kunnen fietsen, twijfelde ik toch even. Want waar moest ik die mooie fiets laten? Extra toestanden om de fiets steeds binnen en buiten te zetten en op de veiligste manier te stallen, wilde ik ook voorkomen. Dan is een oude stadsfiets nog efficiënter. Gelukkig is een fiets nooit weg in huize Coumans (alhoewel dat soms ook juist een probleem is). Dus mocht ik de fiets toch niet willen, zou die eerdergenoemde vader met alle liefde zijn gegeven cadeau zelf toe eigenen.

Helaas kreeg ik niet zomaar een fiets zonder fratsen, want het idee was dat ik hem zelf in elkaar ging zetten. Ik vind het leuk om te creëren, maar minder als ik juist iets wil hebben om sleutelgedoe te voorkomen. Goed dan, ik hielp mee en had nog voor de introductieweek mijn geflanste fiets in Eindhoven staan. Die week durfde ik de stier (vernoemd naar het stuur) nog niet te gebruiken in verband met de drukte. Het eerste ritje werd er één naar de Albert Heijn. Zelfs na vijf minuten winkelen stond mijn hart eventjes stil omdat ik dacht dat de stier al gestolen was. Ik had me verkeken, maar wilde toen per se een dikker slot hebben zodat ik ook mijn boodschappen kon doen zonder (mentale) toestanden.

Durfde ik de fiets met steviger slot eindelijk te gebruiken, ging de achterband lek. Geen klein gaatje, of beter gezegd, gaatjes. Ik had er namelijk gelijk twee te pakken. Het was blijkbaar gebeurd terwijl de fiets binnen stond. Toen had er al een lampje moeten gaan branden. Na 4 extra plakkertjes zonder dat de band ook nog maar een straattegel had aangeraakt, concludeerde ik pas dat het velglint niet deugde. Dat van de fabrikant dus.

Met een nieuw velglint en een nieuwe binnenband leek de achterbandse luchtdruk eindelijk weer stabiel te blijven. Dus mocht de fiets weer naar beneden, klaar voor gebruik. De volgende dag moest ik snel weg, enthousiast om weer op de stier te kunnen klimmen. Voor de vorm voelde ik nog even aan de banden. Maar goed ook, want de voorband was ditmaal niet in vorm. Ook weer lek. Voorwiel naar boven, nieuw lintje erin, bandje geplakt en opgepompt. Na twee weken een niet zo trotse eigenaar van een eenwieler te zijn geweest, leek het eindelijk weer allemaal op orde.


Met het wiel weer in het frame stond er zowaar een gefixte fixie in de gang. Voor de zekerheid bleef ik er 2 dagen vanaf om wel steeds de bandenspanning te controleren, maar het leek in orde. Bij de eerste testrit reed ik niet lek, maar merkte ik dat er toch nog iets niet helemaal lekker zit in het achterwiel. Hierdoor is 100% soepel rijden niet mogelijk. Het is dus nog steeds niet de droomfiets die ik in gedachten had. Ook al komt het nog uit zo’n goed hart: kijk een gegeven fiets altijd in het wiel. 


Zelfs een hartvormig gaatje kan de pret aardig drukken



woensdag, november 11, 2015

Wut Zimmer: uitrazen in Lauenstein


Het is blijkbaar helemaal hip om je af te reageren in een afgesloten ruimte. Er is namelijk een nieuw concept voor bedacht: de rage room. Dat is een kamer waar iemand zich geoorloofd uit kan leven in poging tot het verlichten van boze en angstige gevoelens. Er is ook de mogelijkheid om je eigen inrichting en hetgeen je kapot wil maken te kiezen, mocht je persoonlijke voorkeuren hebben. Ga bijvoorbeeld voor bros en lawaaierig servies of voor een het stilletjes verscheuren van een pak kaarten in een woonkamersetting. Dat laatste werd geprefereerd door een man om zo zijn slechte herinneringen te verwerken. Maar dat was toch echt wel een uitzondering.

Gewoon lekker losgaan, daar heeft menig mens wel oren naar. Goede business dus voor iemand die nog ergens een rage-proof plekje vrij heeft. Zou de Lauensteinse zolder daar niet geschikt voor zijn? Van gat in het dak naar gat in de markt. Alle driftige Duitsers die hun ei kwijt willen staan vast te springen om wat versleten spullen als afreageermateriaal te mogen gebruiken. En met het koude weer in combinatie met de slechte isolatie kunnen ze gelijk even afkoelen. Win-win situatie!

Let wel, het gebruik van rage rooms wordt niet aangeraden door psychologen: mensen leren zo juist dat agressief gedrag in een leefomgeving wordt geaccepteerd. Is dat een jaloerse bewering van psychologen die anders een deel van hun patiënten kwijtraken, of is ragen in een room echt een no-go? Het lijkt een beetje op de discussie die er heerst over de goede/negatieve effecten van “violent gaming”.

Ik heb daarover ooit voor Engels een betoog geschreven en kwam tot de conclusie dat als kinderen agressief worden van video games, het aan de opvoeding ligt. Ouders zijn verantwoordelijk voor het duidelijk maken van de grens tussen een scherm en de echte wereld. Maar voor volwassenen is het daarvoor al te laat en dus geldt er voor de lucratieve Lauensteinse Wut Zimmer: hopen dat de bezoekers niet doorslaan. 


vrijdag, oktober 09, 2015

Terug in Lau

Poe, een lange trip die net even te lang duurde omdat we toch weer eindigden met een dag vertraging vanwege panne. Geen ramp, snel opgelost maar wel 7 uur wachten op de monteur...
Dus nu wat snelheid gevraagd omdat morgen een groep tsjechen op bezoek komt en we dus amper 24 uur binnen zijn en erger, de vriezer leeg is :)

Maar wat een geweldige reis maakten we! Bijna 6 weken onderweg, amper km gemaakt maar heel veel gezien!
Begonnen in Havirov of eigenlijk een meer op 5 km afstand, daar was zowel de camping als het hotel waarin Magda en Richard hun huwelijksfeest gaven. Prima locatie, camping hoorde bij het (sport)hotel en wij stonden er met 2 campers: de moeder van Richard en de onze, Jolly dus. Decadent tot en met want we hadden samen 3 elektrische fietsen en 1 gewone, de vriend van Richards moeder was de enige die de bergen daar zo aandurfde... En... even later bleek dat ook John dat moest omdat hij maar 1 nieuw fietsje gecontroleerd had en het andere niet en inderdaad, dat deed het dan ook niet :)
Mooi feest, veel gasten en zowaar de helft uit Nederland, veel mensen maakten de lange reis om hun favorietjes daar te zien trouwen. Ook hun erg leuke bridgenevenpaar waarmee ik 25 jaar geleden aan tafel al lol had. Geon Steenbakkers en Peter IJsselmuiden. Allebei van ongeveer mijn leeftijd dus Peter en ik vonden muurbloem uitstekend bij de hitte van 32 graden maar Geon sprong als een jonge hond tussen de dansers. Wat een uithoudingsvermogen heeft die knul maar eerlijk gezegd heeft hij dan ook maar de helft van het gewicht dat Peter en ik vertolken (uhm, per stuk vrees ik). Hele leuke dag, traditioneel begin maar het avondfeest was gezellig druk met veel dansers uit alle landen die vertegenwoordigd waren.
Na het huwelijk brachten wij nog een paar dagen door met de moeder van Richard, Marguerite, en haar vriend Jaap. Het weer was geweldig en het meer heerlijk en schoon. Fietsen was vooral voor Jaap en John afzien (heerlijk die ondersteuning :)) maar gebroederlijk zaten we 's avonds aan de Birell, het tsjechische alcoholvrije bier. Vocht hadden we wel nodig, pffff het bleef een week flink heet. Zij vertrokken naar een camping vlakbij Brno en wij er later achteraan. De campingbeheerster daar spreekt tig talen, gewoon geleerd van de gasten en jawel, ook haar NL was vrijwel perfect! Bijzonder! En dat is in Tsjechie een zegen, er zijn weinig mensen die een tweede taal spreken behalve de jeugd dan. Vanaf die camping ging een bootdienst om de 14 km naar Brno te overbruggen, een riante elektrische grote ferry die er een uur over tufte over een prachtige brede rivier met hier en daar riante huizen en zelfs een kasteel aan de kust. Daar aagekomen nog een tram en dan kon je het prachtige, niet te grote centrum van Brno bewonderen. Eventueel via een houten trammetje maar wij wandelden gewoon. Een tweede dag weer de boot genomen, dit keer om de dierentuin van Brno te bezoeken, de mooste die ik ooit zag! Die ligt nl op de top van een heuvel en is heel natuurlijk aangelegd in een bos met flinke steile paden waarbij je dan her en der grote verblijven van dieren tegenkomt op een hele natuurlijke en riante manier aangelegd. Hele grote dierentuin en vooral de grote hoogteverschillen maakten het een verhitte vermoeiende dag. Sja, de Brno foto's staan op mijn nieuwe smartfoon waar ik ze tot nog toe met geen mogelijkheid af krijg... Ja, als ik het kaartje eruit ga frotten maar dat is mijn eer te na. Bluetooth vertikt ie en aan het lijntje zegt mijn laptop dat de kaart onleesbaar is. Fijn. Maar niet getreurd, ooit gaat het lukken. Had iedereen maar Whatsapp :) want daarmee lukt de verzending uiteraard wel.
Niet alleen Brno was een geweldige ervaring, ook vertelde Hana (de beheerster) dat in Tisnov een engelssprekende fietsenmaker was die goed was met alle soorten ebikes. Jaja, in Duitsland en NL weigeren ze alle ebikes die niet bij hun gekocht zijn en in tsjechie zouden ze zo'n buitenlands ding aan de praat krijgen? Arme John want de "maar" 11 km waren erg pittig zonder ondersteuning. En we waren knap laat want het was vrijwel 5 uur voor we er aankwamen. Maar jawel, ze wilden ernaar kijken en ze gaven ons nog voorrang ook. Een uurtje later kwamen we terug om te ontdekken dat ze een chip vervangen hadden en ook nog allerlei afstellingen hadden aangepast en vervolgens mijn fietsje ook maar even onder handen namen. Fooi weigerden ze, de totale som voor een uur werken en het chipje was minder dan 20 euro! Werkelijk geweldige service en dat voor 2 onbekende buitenlanders. En ja, John kon fietsenfluitend naar de camping terugfietsen :)
Eindelijk werd het weer iets minder maar Wenen wilde ik toch eindelijk wel eens zien en dat was amper 250 km verderop. Onderweg had John nog een Mikulov ontdekt (daarvan zijn er meer, oa vlakbij Lauenstein een skigebied) dat mogelijk de moeite waard zou zijn. En OF! We besloten er toch maar een nacht te kamperen om het de volgende dag nog eens te bekijken, ook omdat er een kruistocht was (of hoe die galerij van huisjes en beelden ook heet) die wederom een pittige berg op ging. Want tja, kerken moeten dichtbij God zijn helaas dus altijd gruwelijk hoog :)
Er was een prachtig slot dat geweldig onderhouden was, een mooi Joods kerkhof bij de synagoge (gek dat die grafstenen altijd heel scheef en ongeordend staan, geen idee waarom), en natuurlijk de kruisgang naar de top. Hoogtevrees was gelukkig maar op een paar punten aan de orde, alles was netjes aangelegd en waar het spannend werd waren afbakeningen/hekken.
Na 2 bezoeken aan Mikulov eindelijk naar Wenen maar dat was voor mij net even teveel. Niet zozeer omdat we de 15 km op de fiets vanaf de camping drie keer ondernamen (en natuurlijk ook terug) maar ook in Wenen zelf fietsten we alles want er zijn geweldige mooie fietspaden door de hele stad en het verkeer is er uiterst beleefd. Ebike of niet, er is een beperking op mijn energie dus we besloten tot afwisseling van actieve dagen en tuttendagen (waarop John er soms alleen op uit trok). Op de tuttendag was er genoeg te beleven want ook de plaats Klosterneuburg waar de camping was (en wat een luxe camping, de badkamers boden meer luxe dan thuis en waren brandschoon!) bleek een prachtige grote "Stift" te hebben (blijkbaar ook een NL woord volgens de vertaling), een mooi onderhouden complex met kerk, klooster en wijnafdeling (brouwen deden ze allemaal :)). Jaja, die staan ook op mijn foon dus voorlopig niet bereikbaar. Ook een rondleiding in Klosterneuburg, gewoon via borden langs de wegen.
En tja, Wenen, daarover kan veel teveel verteld worden... Pffff, het enge gebouw is nog indrukwekkender dan het andere... Alles groot, grootS. Maar ook veel poeha en vooral Schloss Schoenbrunn stond me snel tegen, propvol toeristen en elke scheet moest betaald worden en flink ook! Het allermooiste vond ik nog de Vojtiv kerk, geweldig sereen en mooi ingericht. Ja, die foto's komen er hier aan, alles wat we in Wenen maakten:
https://onedrive.live.com/?id=5D89F8F8532A9B43%2113439&cid=5D89F8F8532A9B43&group=0

O ja, eindelijk ook de Lipizzaners gezien maar dat viel enorm tegen. Kaartjes a 130 euro per stuk en de show bleek maar een uur te zijn waarvan de helft steeds uitleg in 2 talen. Dan nog een deel dat de Sangerknaben volzongen (zeker geweldig mooi, dat wel) dus de paarden zagen we hooguit een kwartier. A tribute to Vienna heette de show, een combinatie van beide oude tradities van/aan het hof, want ook Sissi zelf bereed de grote schimmelhengsten. De andere traditie is het koor van de Wiener Saengerknaben.
Het Sissimuseum maakte meteen een eind aan de Sissimythe, want ze was bepaald geen lieverdje zoals de kerstilm ons liet geloven. Ze haatte het stijve hofleven en was zoveel mogelijk de hort op.
Sisi schrijven ze trouwens overal, hoe wij aan de 2e S komen, geen idee.

Wenen is indrukwekkend en mooi maar het wordt ook totaal uitgebuit, heel duur en alles moet apart betaald worden. Dat staat me tegen maar och, genoten hebben we toch hoewel ik niet denk er nog eens terug te komen. Doe mij die kleinere plaatsen maar, die hebben voor mij nog meer charme.

Zoals, hoewel ook iets te gelikt, Czecky Krumlov, het laatste plaatsje dat we vanaf Wenen bezochten, onderweg naar Lauenstein. Gekampeerd bij de Lipnomeren (geweldige mooie plekken aan het meer) en een dagtocht naar C. Krumlov gemaakt met de camper zelf (weliswaar maar 20 km verderop maar fietsen was daar geen optie via de drukke weg zonder fietsmogelijkheden). Krumlov kun je het beste vergelijken met Valkenburg :), heel veel toeristen die een net onderhouden centrum met historische gebouwen bewonderen. En die wederom af en toe flink in de buidel moeten tasten hoewel de prijzen zeker niet vergelijkbaar waren met Wenen. Maar wel bv een terras waar je verplicht werd te eten, alleen een drankje mocht niet! Vooruit dan maar :)
We bekommen het slot, hoge galerij bovenlangs (slik) en maakten een complete ronde want het centrum was niet al te groot. Mooi, te mooi misschien en nee, niet helemaal mijn ding (te gelikt).

Kortom: de dierentuin van Brno en Mikulov zijn de twee mooiste plekken die ik in deze 6 weken zag, althans die IK het mooiste vond. Maar die foto's komen later als ik ze eindelijk kan plukken.
Wel nog drie beren IN het slot van Krumlov, die hadden een ruime berenkuil onderaan. Niet om het slot te beschermen maar omdat de naam van de kasteelheer in een andere taal "beer" betekende, sja.
Ze wonen er hun leven lang, onder in die grote kuil, krijgen prima verzorging en als ze van ouderdom sterven wordt hun huid in het kasteel als decoratie gebruikt. Rare gewoontes.
Foto's van Krumlov:
https://onedrive.live.com/?id=5D89F8F8532A9B43%2113718&cid=5D89F8F8532A9B43&group=0

OK, tot de volgende reis! Jolly bevalt prima!
John en Ine

woensdag, september 30, 2015

Wilt u het geld uitbetaald hebben?

Wie dat vroeg? Een geldautomaat in Wenen, waar we gewoon euro's uit de muur wilden halen.
Alles ok, pin werd geaccepteerd en pasje eruit gegooid en toen kwam de vraag... DE vraag...
John vroeg mij wat ermee bedoeld werd want tja, ook in het Duits klonk het gewoon net als in het NL erg apart als de automaat vraagt of je het geld echt wel wilt hebben? Een simpele druk op de Ja-knop en jawel, het geld werd braaf uitgespuugd. Belgie? Nee, Wenen dus.

Een aanrader voor iedereen! Zelfs fietsers komen helemaal aan hun trekken, overal zijn allerlei faciliteiten voor fietsen, incl tig fietsherstelautomaten (en werkplaatsen) langs alle fietspaden. En die zijn er veel, evenals fietsenrekken maar helaas ook fietsers zelf :) Er is een buitenring en een binnenring voor fietsers, overal mooie brede fietspaden en het enige dat stoort zijn alle stoplichten onderweg want vrijwel nergens gaan de fietsers bovenlangs of onderlangs. Wel is het verkeer uiterst beleefd en staat iedereen braaf te wachten tot zelfs deze tut overgestoken is. En een heel lang pad langs de Donau dat wel autovrij is. Maar af en toe voor mij een beetje spannend omdat het soms smal is en de kust hoog. En er zijn tig tegenliggers uiteraard. Evenals joggers en hondjes met baasjes.
Hoe dan ook, we volgden het Donaupad al drie keer gedurende ruim 10 km voordat we ergens de fietsring(en) van Wenen opduiken. Men allemaal met helm maar wij (jawel, helm wel bij ons) wagen het meestal zonder tenzij we de grotemensenweg op moeten (zoals inTsjechie).
De fietsjes zijn opvouwbare ebikes, echt geweldig! Klein en niet te zwaar en toch met straal van ongeveer 35 a 50 km, afhankelijk van de bergjes. John had er gelukkig eentje getest voor we vertrokken en was daar erg enthousiast over. Onderweg bleek dat de tweede het niet deed. Gewoon NIET. Die was dus voor John, simpel zat :) En ik had dubbele accutijd want die andere accu kon ik ook inzetten als nr 1 leeg was. Sta je dan in zeer heuvelachtig Tsjechie bij ruim 30 graden met een fietsje dat zijn accu niet lust en een bevolking die geen woord over de grens spreekt. Maar OK, de volgende camping had niet alleen een NL sprekende beheerster maar ook een Engelssprekende fietsenmaker in de buurt die zowaar ook ebikes repareerde en nog wel binnen een uur. En voor de grote som van 12 euro en die geen fooi wilde accepteren! Poe! Dat niet alleen, hij wist ook te melden dat ze verkeerd in elkaar waren gezet (oeps, dat deden we zelf) en hij herstelde alle fouten ook nog en nee, wilde daar geen geld voor hebben. Uitzonderlijk, echt.
Kortom: daarheen gaan we komend voorjaar met de andere 2 ebikes die dienst weigeren, dan maar 300 km rijden maar dat is de moeite waard en die camping is geen straf.

Maar OK, terug naar Wenen waar we nu hangen. Klosterneuburg dan, 15 km van Wenen waar een prachtige stift is, dat woord schijnt ook zo in het NL vertaald te worden. Soort kloosternederzetting die groot en indrukwekkend is maar ook behalve kloosterlingen administratieve burgerfuncties had. Die foto's staan op een toestel waar we nu niet bij kunnen, de telefoon van John die zijn kabeltje niet meenam dus die wordt leeggehaald in Lau.
Wenen is teveel om te tonen, de foto's laden nu naar onedrive maar dat gaat traag met dit internet hier. Zodra ze alle 260 binnen zijn ga ik schiften en stuur jullie een link.
Maar nu eerst... snel naar bed want morgenvroeg gaat om 7 uur de wekker zodat we om 8 op de fiets kunnen stappen en om 9 staan te trappelen bij de ingang van de lipizzaners waar je voor 14 euro een training kunt bijwonen maar dan uiterst vroeg moet zijn want de beste plaatsen zijn het snelst weg.
De echte voorstellingen waren al uitverkocht, jammer jammer.
Alle andere gebouwen hebben we in 4 dagen Wenen gezien, veel gelopen en gefietst en de dag dat ik echt niet meer vooruit kon heeft John zijn eigen ronde gemaakt en nog meer foto's geschoten.
Erg indrukwekkend, heel groot en groots en alles geweldig onderhouden! Over prijzen praten we even niet, een kopje koffie is al gauw bijna 5 euro. Schrijnend contrast met Tsjechie waar nog lieve prijzen zijn en ook geweldig mooie plaatsen! Daarover later meer, Mikulov is de mooiste plaats die ik ooit zag,80 km voor Wenen. Maar ik ga van de bladzijde aflopen en moet snel tukken dus tot snel!

Ine



dinsdag, september 29, 2015

Interacting into the uncanny valley?


Mavridis (2015) set out the goals that are to be achieved in the field of human-robot interaction. One important aspect is the need of non-verbal communication like gestures, head nods and facial expressions in human-robot interaction. Non-verbal communication is necessary for affective interaction, which is desired since its need for learning, persuasion and empathy in human-interaction (Mavridis, 2015). However, when robots become very human-like but not exactly like a real person, people disgust or fear those robots (Mori et al., 2012). Therefore, conversational robots should not be too humanlike.

The aversion against almost human-like robots is called the uncanny valley effect, hypothesized by Masahiro Mori. The theory implies that human aspects in a robot improve its familiarity and approval, but up to a certain level, which is thus the uncanny valley. At the right end of the uncanny valley, familiarity and appreciation of robots becomes positive again, but this is only when robots are perfect replications of real humans.

A solution could be to use animal-like robots which are on the left side of the uncanny valley and implement functions of non-verbal cues.  But even if the visual aspects are taken care of, the questions remains if a verbal uncanny valley won’t arise: that users become aware of the almost perfect social capabilities of robots, resulting in uncomfortable feelings towards robots as well. But the latter issue is not yet of concern due to the limited possibilities of contemporary human-robot interaction.

So until perfect human-like robots can be accomplished, the non-verbal aspects should be either executed by less humanoid robots or left out at all at the cost of interaction quality. Otherwise robots will frighten humans instead of communicate with them.  

References
Mavridis, N. (2015). A review of verbal and non-verbal human–robot interactive communication. Robotics and Autonomous Systems, 63, 22-35.

Mori, M., MacDorman, K. F., & Kageki, N. (2012). The uncanny valley [from the field]. Robotics & Automation Magazine, IEEE, 19(2), 98-100.

maandag, september 21, 2015

Wijze webwandeling?

Het is zondag, nog maar 5 dagen voordat de deadline-bel van mijn BEP en akoestisch project gaat. We zitten in Geleen en wanneer ik wakker ben en een douche heb genomen, eet ik beneden alvast een boterham omdat er niemand anders is. Bommel is de laatste tijd iets te stoelgankelijk, dus ik draai het slot van de tuindeur alvast open. Opa komt naar beneden en neemt de hond mee uit wandelen. Ik gooi wat bio-muesli in de restjes van een kwarkpot en loop richting mijn laptop om weer aan het werk te gaan. Maar waarom zou ik als ik net de hele nacht in bed heb gelegen, nu weer gelijk moeten gaan zitten? Ik laat het werk even links liggen en sla rechtsaf naar de open tuindeur.

Het is een mooie ochtend, de meeste plekken in deze tuin zijn beschut maar op een paar meter komt de zon door. Daar wacht ik even en geniet van het groen en de zon. Een echte natuurliefhebber ben ik niet (meer), want ik raak al snel geïrriteerd door alle klevende spinnenwebben. Secuur stap ik verder, om een volgende omhelzing van het spinrag te vermijden. Daardoor zie ik nu wél een spinnetje in het quasi-luchtledige hagen, en ik geef hem credits voor zijn weblocatie. Het stikt hier namelijk van de kleine vliegjes. Terwijl ik me omdraai bedenk ik me bedroefd dat het waarschijnlijk niet lang duurt voordat er alsnog iemand door het webwerk heen zal lopen. Dus ik draai me om en sla alles zelf al kapot.

Nee, dat heb ik niet gedaan. Maar wat zonde is het voor al die spinnen waarvan hun vangst nu aan mij zit vastgekleefd. Als ze gelijk hun buit hadden verzilverd in de vorm van eten, dan was er nu niks aan de hand, aan de broek of aan het haar. Het doet me denken aan die verhalen van mensen die net zijn afgestudeerd of met pensioen gaan, een moment waar ze naartoe hebben geleefd, en dan opeens verongelukken. "Pluk de dag, beleef het alsof het je laatste is". Natuurlijk doet niemand dat, want als het dan opeens niet je laatste is, kunnen de komende dagen vrij ongemakkelijk worden. Maar feit is, dat of je nu spin bent of niet, alles wat je hebt opgebouwd aan een (zijden) draadje hangt.
(Dit schreef ik nog voor de zomervakantie in mijn gedachtenboek, waarop ik nu vervolg.)

Dus hoe vinden we de ideale combinatie tussen dagplukken en toch nog wat laten hangen, mocht er een dag van morgen zijn? Het lijkt onmogelijk dit met een wiskundig model te kunnen berekenen. De juiste mindset zal efficiënter zijn. Zover ik denk te weten wat juist is, denk ik dat het antwoord op z'n minst in dankbaarheid schuilt. Wees dankbaar voor het web zolang het er hangt en wees dankbaar voor de verorberde vliegjes en laat je gemoedstoestand zich niet te veel verleiden door de versere vliegjes die misschien nog komen gaan. Mochten die toch nog komen, is dat mooi meegenomen: twee vliegen in één klap.

Natuurlijk is het knap lullig als een web uiteen wordt getrokken, maar een spin die zich de moeite niet eens neemt om aan een web te beginnen omdat het waarschijnlijk toch kapot zal gaan, die zal het ook niet lang volhouden.

vrijdag, september 18, 2015

Shedding light on the possible side effects of colored light usage


Een discussiepunt voor een HTI-vak gebaseerd op een artikel van TU'ers Lu, S., Ham, J., & Midden, C. J.
______________________________________________________________________________________

Lu et al. (2014) found that the use of red and green colored ambient lighting for giving feedback about energy consumption, can effectively reduce energy consumption. This is due to the association with high and low energy consumption for respectively red and green. As the researchers already claim by themselves, the color red is not only associated with high energy use, but it’s also related with a feeling of nervousness. Avoiding a high use of energy will then also lead to avoidance of a relatively higher feeling of nervousness, which sounds like an additional motivator for the user.

However, each other color also has its psychological effects. Green, the color most associated with energy conservation according to the former study findings, is being associated with envy (Aslam, 2006). If this system uses green light to nudge people towards a more energy saving state, this also means the system is inherently (unintended) designed to stimulate envy in people.

What envy is actually about, has been researched and is characterized by unpleasant and often painful feelings of inferiority, hostility and resentment of a desired attribute enjoyed by another person or other persons (Parrott and Smith, 1993; Smith and Kim, 2007).  If green light also triggers these emotions in people, it strongly remains the question if the saved energy consumption is worth the negative effect on one’s mental health.

I don’t claim that using green is by definition inevitably influencing to one’s well-being in a negative way, but researchers and designers should be aware of possible side-effects that colors might have. Therefore all possible effects of used colors should be taken into account, and not merely one association that suits a particular purpose.


Reference list:
Aslam, M. M. (2006). Are you selling the right colour? A crosscultural review of colour as a marketing cue. Journal of marketing communications, 12(1), 15-30.

Labrecque, L. I., & Milne, G. R. (2012). Exciting red and competent blue: the importance of color in marketing. Journal of the Academy of Marketing Science, 40(5), 711-727.

Lu, S., Ham, J., & Midden, C. J. (2014). Using Ambient Lighting in Persuasive Communication: The Role of Pre-existing Color Associations. In Persuasive Technology (pp. 167-178). Springer International Publishing.

Parrott, W. G., & Smith, R. H. (1993). Distinguishing the experiences of envy and jealousy. Journal of personality and social psychology, 64(6), 906.

Smith, R. H., & Kim, S. H. (2007). Comprehending envy. Psychological bulletin, 133(1), 46.

woensdag, september 16, 2015

Modellen & Makelaars: the real deal


Dan nog even inhoudelijk; op de koffie gaan bij makelaars was een leuke bijkomstigheid, maar met koffienipperij noch een geïnteresseerde houding kon ik eindprojectpunten scoren. Er moest onderzoek gedaan worden: de data verzamelen was dus al een hele kunst, maar ook het analyseren van de gegevens en het trekken van voorzichtige conclusies horen erbij.

Van te voren wilde ik weten of door het alleenrecht van makelaars om visuele informatie te kunnen gebruiken t.o.v. modellen, de geschatte marktwaarde ook preciezer en accurater zou zijn dan die van het model. Als we naar de geschiedenis kijken van experts tegenover modellen, zien we dat de vondsten in het nadeel van experts, dus in dit geval ook van makelaars, spreken. Dit komt onder andere doordat mensen niet objectief genoeg afwegingen kunnen maken van waarde tussen eigenschappen.
In dit geval bijvoorbeeld: hoeveel is een extra badkamer nou waard als het huis een tuin heeft?

Wat echter een vleugje hoop bood voor de makelaars is het feit dat in de gevallen dat experts wél beter presteerden dan het model, ze over meer informatie beschikten. In dit geval dus visuele informatie. Nou was het omgekeerde niet het geval; in alle onderzoeken waarin experts meer informatie hadden dan het model, presteerde de laatste toch nog vaak beter. Met visuele informatie als ruggensteuntje voor de experts, was de prestatievergelijking met modellen nog nooit gemaakt.

Uit onze studie blijkt inderdaad dat makelaars met visuele voorsprong net iets beter zijn dan het statistische model dat we gebruikten. Maar dit was dus alleen het geval als makelaars foto’s, plattegronden en straatbeelden tot hun beschikking hadden tijdens het schattingsproces. Want zodra de visuele informatie wegviel, presteerde het model weer beter. Zoals verwacht, want in de conditie met dezelfde informatie als het model, valt de prestatievergelijking weer in de groep waarvan vorig onderzoek aantoonde dat experts het bijna nooit beter doen.

Dan zijn er nog, zoals elk onderzoek dat wel heeft, kanttekeningen die het trekken van een conclusie lastig maken. Want hoe representatief is het schatten van marktwaardes op papier nou werkelijk ten opzichte van het dagelijkste werk in het echte leven? Dat is de eerste klacht waar makelaars mee komen. Maar ter verdediging van het model valt er ook wat te zeggen: het gebruikte model was verre van verfijnd. Statistische aanpakken die nog ingezet kunnen worden, zouden zomaar tot een model kunnen leiden dat ook betere marktwaardes voorspelt dan makelaars mét visuele informatie. En natuurlijk blijft het altijd de vraag hoe representatief de groep makelaars is ten opzichte van de totale makelaarspopulatie, wat ook weer geldt voor de representatieve waarde van de uitgekozen cases voor het experiment.

Daarnaast bestaan er ook nog statistische fouten waar je weinig aan kunt doen, zoals het maken van type I (false positive) of type 2 (false negative)  fouten. Maar dat terzijde; het idee van een bachelor eindproject doen lijkt mij dat je ervaring met onderzoek opdoet, niet dat je perfecte resultaten vindt (sterker nog, weten dat perfecte resultaten niet zomaar te krijgen zijn, is al even belangrijk).

Bij dezen een verwijzing naar het officiële report, als naslagwerk voor mijn bevindingen. En ook die van mijn twee groepsgenoten, waarvan één heeft zitten sleutelen met verschillende modellen, en de ander die zich heeft bezig gehouden met het vertrouwen in modellen.

 De drie reports
 Een Engelse samenvatting van onze mentor (waar overigens ook "de drie reports" link van is)

zaterdag, september 05, 2015

Een draak van een vrouw [en een robot van een man]

Midden in de stapel boeken, die Oop voor een evolutiepsychologie-fan samenstelde, lag dit boek: “De onverzadigbare vrouw [en de afwezige man]” van Lisette Thooft. Een paar jaar terug las ik met genoegen “Je begrijpt me gewoon niet” van Deborah Tannen, die uitlegt wat er zoal misgaat in de communicatie tussen mannen en vrouwen. Ik verwachtte een soortgelijke uitleg van de onverzadigbare vrouw, maar dat bleek niet het geval. Sterker nog, ik zit nog steeds met de vraag: waarom zijn vrouwen nou precies onverzadigbaar?

Om te beginnen veegt de schrijfster de evolutiepsychologie al in de introductie van tafel. Ze zegt dat ons gedrag waarmee we beter overleefden, niet de geslachtelijke verschillen kunnen verklaren. Waar je tegenargumenten verwacht, komen een paar historische mythes naar voren waarin blijkt dat juist vrouwen op seks en macht uitwaren en de mannen hier angstig aan wilden ontkomen. Ik vind het beargumenteren met mythes een verrassende aanpak, maar het lijkt wel alsof er geen einde aan komt. Sterker nog, het lijkt alsof ze niet tot een concreet punt komt. Een eeuwigdurende introductie die de nieuwe visie tussen man en vrouw, zoals op de omslag wordt beloofd, steeds maar blijft uitstellen.

Misschien was ik iets teveel opzoek naar een weerlegging van de evolutiepsychologie, waardoor ik onrustig door de historische bevindingen over de vrouwelijke seksuele macht en vrijheid ploeterde. Maar de herhalingen in het boek kwamen de vlotheid ook niet ten goede; de algemene introductie statements worden vaak herhaald en de introductie van elk hoofdstuk is een kleine samenvatting van wat er komen gaat. Later heeft dit me gered het boek uit te lezen; ik kon in deze dikgedrukte tekst vinden of de schrijfster hier iets relevants over de titelverklaring ging zeggen.

Het boek liep dus niet zoals ik had gedacht of in eerste instantie had gewild, maar toch kwamen er een paar intrigerende visies uit voort. Een van de visies is dat vrouwen in toom gehouden moeten worden, omdat ze van ouds te bazig en sekslustigs zijn. Nu hebben ze nog steeds macht, alleen dan in die van de slachtofferrol. Emotionele macht, die zeker niet onderdoet voor de quasi-monopolistische macht van de man.

Ook bevat het boek wat leuke of enge verhalen over hoe afschuwelijk (en machtig!) vrouwen zijn geweest. Of een interssante invloed van de opkomst van de hofmakerij. Als we opletten, kunnen we namelijk zien dat door de romantische liefde ook de dames op het schaakbord de verst reikende invloed hebben gekregen.

De leukste visie uit het boek die pas laat aan bod komt, is dat mannen hun eigen god willen spelen en daarom in de ban van techniek zijn. De controle over de natuur hebben, net als God. Dit is te linken aan de zo beschreven verlangens van mannen om zelfontwikkeling en spiritualiteit boven seks te verkiezen. Ik weet niet meer of de schrijfster het ook zelf zo in haar boek beschrijft, maar ik zou zeggen dat mannen techniek willen baren waar vrouwen dat alleenrecht hebben voor de nieuwgeborenen van vlees en bloed.

Tot slot komt er een opeens een filosofisch/spiritueel voorstel aan bod. Om samen te kunnen leven, moeten vrouwen minder draak worden (dringend naar aandacht en verbondenheid) en mannen minder robot (teruggetrokken en gericht op de techniek). Dat is dus de nieuwe visie die aangekondigd werd op de voorkant, maar uit het niets pas opduikt in het laatste hoofdstuk. Beter laat dan nooit. Ook dat was verrassend. 



vrijdag, augustus 28, 2015

Één bedrijf minder voor onze econometriste?

Flowtraders kan dan wel een succesvol bedrijf zijn, maar een aanstaande econometriste in een nood helpen, daar doen ze niet aan. En de moeite nemen om haar broertje dat te laten weten, kwam ook niet bij ze op. Drie jaar geleden stuurde ik in het geheim een mail om Lieske aan een slaapplek in Singapore te helpen. Tevergeefs. Inhoudelijk, tactisch en taalkundig was de mail inderdaad niet optimaal (hieronder ongecensureerd op de achternaam na), maar een reactie zou toch wel op zijn plaats zijn geweest.


To: info@flowtraders.com
Subject: request for the department of Singapore
Date: Mon, 23 Jul 2012 22:41:22 +0200



Dear Sir/Madam,

My name is Hub C and I am living in the Netherlands. I am an eighteen year old student, just finished with my exams and ready to study at a university.

The reason for writing you is not for myself, but for my twenty year old sister Lieske C. After two years studying Econometrics at the Maastricht University, she is allowed to study outside the Netherlands. Fortunately it was approved that she will pursue her study at the Nanyang Technological University, in the country she had chosen as her favourite one; Singapore.

Very excited she is looking forward to continue studying her favourite study at her favourite location, but there is still one problem. The Maastricht University managed to get her studying in Singapore for the next half year, but was not able to provide a place to live. There was a change to get randomly picked out to get an accommodation, but unfortunately she did not get picked.

Therefore my question; do you know any place where a student like my sister can stay during the period from about August 10 till January 15 next year? Like with everything else Liekse really wants to get managed, she already searched intensively to get a place to stay over. But nothing is available or reasonable. My father also looked for accommodation, but neither find anything. I thought, as an experienced and successful company like Flow Traders, you maybe know a reasonable place for a young econometrician to get accommodation.

My sister is a very self-responsible woman, with which I am trying to tell that she is a person who will not ask anyone for help who is not directly involved in her study-progress. Besides she is interested in a career at Flow Traders and does not want to seem like a person who is dependent of your help. Writing this not by herself maybe seems odd to you, but I hope you can understand the situation. She would feel awkward to ask for help, but I suppose there is no harm in trying to find help.

I hope you are able to help me with any useful information for my sister to find accommodation, so I will not find her surviving on the streets next to the Nanyang Technological University.

Best regards,

Hub C

p.s. Forgive me for making any mistake in English. I tried to prevent any flaws in this mail, but I already know it cannot be flawless.




Nu is Lieske afgestudeerd en is het Singapuur-avontuur al lang geslaagd achter de rug.
Maar dus niet dankzij Flowtraders. Jammer, want ze zijn op het moment op zoek naar junior traders te Amsterdam.

Helaas kunnen we niet terug in de tijd om te checken of Triple A toentertijd op mijn mail zou hebben gereageerd. Gelukkig willen ze Lieske er in het heden wel heel graag bij hebben, en dat is nu het enige dat telt.



dinsdag, augustus 11, 2015

Makelaars' koffies, koetjes en kalfjes



Een halfjaar geleden was ik nog eens ouderwets zenuwachtig. Zoals ik zenuwachtig was voor een werkstuk op de basisschool, of voor de eerste overhoringen op de middelbare school. Dit keer zat ik op de universiteit, tegenover mijn BEP-mentor die mij en twee groepsgenoten vertelde wat ons de komende twee kwartielen te wachten stond: het Bachelor eindproject.

Zelfstandig een onderzoek uitvoeren en rapporteren met nog wat lastige vakken ernaast; er stonden een paar drukke weken voor de deur. Inlezen en schrijven was ik alleen gewend op een lager niveau, dus met de strengere kritiek was het even slikken. Maar het ergste vooruitzicht was het feit dat we makelaars moesten strikken. Van de 15 die ik belde, wilde er maar één makelaar aan ons experiment meedoen. Een groepsgenoot zat met hetzelfde rendement. Zonder de makelaars ging ons hele onderzoek niet door. Vreselijk om zo afhankelijk van mensen te zijn; zeker omdat het van hun gewilligheid afhing.

Na een paar keer terugbellen vulde mijn agenda zich gelukkigerwijs toch nog met makelaarmeetings. Ondanks ik blij was met de medewerking van de makelaars, keek ik lichtelijk tegen de afspraken op. Of alles wel goed zou gaan en omdat ik minimaal een halfuur onrustig in de afwachtende houding moest noteren en veel moest aanhoren wat ik al had aangehoord. Om de bezoekjes cognitief wat aangenamer te maken, besloot ik om overal de koffie uit te proberen. Helaas slaagde ik er door het typen niet in om de soms aanwezige chocolaatjes voor de smeltingsgrens te kunnen eten. Zonde, maar misschien beter omdat een cafeïne-boost in combinatie met een suiker-boost het onrustige afwachten niet ten goede zou komen.

Tegen mijn verwachtingen in waren de makelaars meegaand, enthousiast en namen ze het onderzoek serieus. Ze hoefden geen huizen te verkopen, maar voelden zich wel verplicht zichzelf en hun vakgebied te verdedigen: waarom makelaars nodig zijn, voorspellingsmodellen niet deugen en om welke redenen ons experiment niet representatief was. Daarnaast waren er ook nog wat informelere praatjes. Soms werd het een heel lang informeel praatje. Maar soms ook heel kort, omdat sommige makelaars het wel echt druk hadden. Om tijdsgebrek bij de laatste groep te voorkomen, stond ik altijd te vroeg voor de deur: “Kan ik misschien al binnenkomen?”.

Bij de twee makelarinnen waar ik eerder al een oriëntatiegesprek had voor het experimentontwerp, kwam ik als kind aan huis het experiment afnemen. Als vertrouweling mocht ik nog eerlijk advies geven over het nieuwe logo en de nieuwe naam, ze wilden namelijk voor zichzelf gaan beginnen. Ik als enthousiasteling zei bij afscheid dat ik nog wel eens langs zou komen wanneer de nieuwe zaak er was. Zij zeiden dat ik vooral langs moest komen wanneer ik klaar was met studeren en een huis wilde kopen. Genoeg small talk dus; de dames vonden het hoog tijd om zakelijk te worden.
Gemaakt tijdens een veel te vroeg bezoek aan makelaar




zondag, augustus 09, 2015

Drie leukste jaartjes

De studententijd wordt door sommigen (waaronder onze Djoons) aangeduid als de leukste tijd van het leven. Sneu dat de tijd juist het snelst voorbij scheert wanneer je het leuk hebt. Stiekem ben ik daarom jaloers op mijn studiegenoten die hun leukste levenstijd nog wat oprekken met een studievertraginkje. Alhoewel de jaloezie ook wederzijds zal zijn. 180 behaalde studiepunten die af en toe sterk hun tol eisten; je kunt ze maar beter in de pocket hebben.  Daarnaast kan tijdrekken altijd nog, en zoals we op het voetbalveld zien is dat het effectiefst aan het eind van de rit. Daarnaast heb ik ook nog wel even te gaan. Het Bachelorsdiploma is leuk, maar eigenlijk niet meer dan een toegangsticket voor de Master.

Terwijl de tijd voorbij vliegt is het lastig het voldane gevoel te behouden van het behalen van een mijlpaal. Er zijn altijd weer things to do. En de Master, Human Technology Interaction genaamd, staat over minder dan een maand alweer voor de deur. Toch lukt het af en toe om tevreden terug te kijken naar de afgelopen jaartjes. Bijvoorbeeld door foto’s die als geheugensteuntjes functioneren en het “Oja! Dat was toen… “-effect kunnen triggeren.  Als ik een map met foto’s uit de afgelopen drie jaar heb geopend, vliegt de tijd ook voorbij terwijl ik terugkijk naar wat er zich zoal in mijn studentenleventje heeft afgespeeld. En dat stelt niet eens zo heel veel voor, na te gaan dat ik waarschijnlijk de helft van de tijd achter mijn laptop heb gezeten.

Ook als ik er niks aan blijk te hebben voor een toekomstige carrière, zou ik dezelfde studie spijtteloos overdoen. Ik zag dat ik drie jaar geleden nog ernstig aan het twijfelen was tussen scheikunde en biologie, maar van achterafse twijfel is geen sprake (en dat is vrijwel uniek). Niet dat ik al heb uitgevogeld waar ik later van waarde kan zijn in de maatschappij, of dat ik unieke vaardigheden heb ontwikkeld. Maar gelukkig ben ik zowel qua educatie als qua levenslessen, nog lang niet uitgeleerd.