maandag, december 26, 2016

zondag, december 04, 2016

Sjakie en de Chocoladeprinter

Kunstmatige intelligentie kan de mens al vervangen met het maken van recepten, zoals IBM’s Chef Watson demonstreert via de site https://www.ibmchefwatson.com/tupler. Watson weet dankzij een database welke smakencombinaties eerder als geniale go’s zijn ervaren of als no go’s in het verkeerde keelgat geschoten zijn. Naast de theorie der gerechten al rijp was voor (gedeeltelijke) vervanging, wordt de technologie ook klaargestoomd voor de praktische uitvoering van culinaire creaties. Het blijft de vraag of de technologie daadwerkelijk de kok zal vervangen of juist een nieuwe techniek aan zijn koksarsenaal toevoegt.

3D-printers hebben de potentie om heel secuur etenswaren te bereiden en prachtig op een bord te deponeren. De culinaire professional die de technologie in zijn voordeel kan gebruiken zal de 3D-printer hartelijk omarmen, wie er niet mee uit de voeten komt zal zich bedreigd voelen. En zal zich ook bedreigd moeten voelen, want ondanks we de anderen organísmes misschien te slim af zijn, blijven de wetten van de survival of the fittest bestaan in een wereld waarin techniek steeds sneller fitter schijnt te worden.


Goed nieuws voor de conservatieve kok is dat de 3D-printers op het moment alleen pas kunnen concurreren in het maken van chocolade. De eigenschappen van het bruinzoete goedje zijn ideaal om mee te printen; de smelt- en stoltemperatuur maken het praktisch haalbaar om in de gebruikelijke thermische atmosfeer een kunstwerk in elkaar te spuiten. Voor alsnog zitten dus alleen de onwillige Willy Wonka’s onder ons op hete kolen met vrees voor een technologische invasie op culinair gebied. Maar onderschat de lustige techneuten met hun honger naar progressie niet; wellicht wordt het ontbijt binnenkort voorgeschoteld door een robokok, voorzien van Chef Watsons specialiteit van de dag. Uiteraard op bed geserveerd door de (huis-tuin-en-)keukendrone. 



vrijdag, november 25, 2016

65% Hypocrisie

Met het productieproces meegerekend, wordt er 89 tot 210 kilo de neus per jaar aan voedsel verspild. Dat is dus niet alleen te wijten aan het incapabele inschattingsvermogen van ogen die groter zijn dan de maag, overtollige droge pasta/rijst die sausloos in de prullenbak belandt of schimmel die stiekem achterin de koelkast toeslaat. Voedsel wordt inefficiënt geproduceerd en misvormde varianten worden afgevoerd (op uitzondering van de buitenbeentjes). Maar daarnaast is het inkoopethos “liever te veel dan te weinig” van winkels ook verantwoordelijk voor de voedselverspilling. De Albert Heijn is als de dood voor het niet genoeg kunnen opleveren van een product. Beter een overvol schap dan een laag voedselgehalte in de afvalcontainer.

In het belang van de klantenservice valt hier nog iets voor te zeggen. Maar nu lijkt de Albert Heijn te Eindhoven het overschot aan de klant kwijt te willen door op schuldgevoelens in te spelen. Waar de Albert Heijn in Nieuwerkerk en Capelle aan den IJssel de niet-lang-meer-goed producten met een verhoogde nieuwe korting van 50% aanbieden, past de Eindhovense AH slechts de stickers aan door tekst toe te voegen: “weggooien is zonde”. Mijn tweede reactie was: “te veel inkopen is ook zonde”. (“waarom dan geen 50% stickers?” was mijn eerste).

Als je weggooien zo zonde vindt, kun je het voedsel dus ook gewoon goedkoper aanbieden. Of zelfs gratis. Bij de Jumbo gaan onverkochte producten met een houdbaarheidsdatum van morgen op het eind van de dag naar de voedselbank. Mocht je een product tegenkomen dat ze over het hoofd hebben gezien, krijg je dat gratis mee naar huis. Dat is pas niet zonde. Ze mogen het niet meer verkopen, maar er wel nog iemand blij mee maken.

Eenmaal óver de datum mag het zowel niet meer naar de gelukkige klant als de voedselbank. Aangezien de AH zijn producten nog probeert te verkopen op de houdbaarheidsdatumdag zelf, gaat alles dat onverkocht blijft direct de afvalcontainer in. Campina raadt aan je ogen en neus te gebruiken in plaats van af te gaan op de aangegeven datum, maar winkels zijn verbonden aan strikte regels. Er is een groep activisten die de afvalcontainers induiken om zich alsnog aan het advies van Campina te houden waardoor ze (helaas op illegale wijze) meestal kunnen “dineren uit de afvalbak.


De gedachte dat weggooien echt zonde is, wordt ook niet echt gedeeld door de werknemers van de Eindhovense AH. Ondanks de AH tot 22:00 open is, kon ik om 21:30 nog ternauwernood een paar broodjes kopen voordat het voor mijn neus in de grote afvalzak gedumpt werd. Om over een ontbrekende kortingssticker bij de lekkerste broden nog maar te zwijgen. Voor hetzelfde geld gooien ze het liever weg. Met het betere Jumbose anti-verspillingsbeleid als voorbeeld kan ik niet behappen dat AH hier geen brood in ziet.



zaterdag, november 19, 2016

Ruit erin, ik eruit.

Ik had meerdere verhuisredenen, maar het gipsplaatje dat niet in staat was mij en een huisgenoot auditief apart te houden, was één van de belangrijkste redenen. Het huis was oorspronkelijk niet voor zes studenten bedoeld (welk huis wel, zou je je kunnen afvragen) waardoor de oorspronkelijke woonkamer in tweeën was gedeeld en de helft daarvan jaren later mijn eerste studentenkamer werd.  De consequentie van deze veredelde halve woonkamertjes was dus dat elk geluid hoorbaar was. Muziek werd automatisch uitgewisseld, dat tot een muzikaal eenrichtingsverkeer uitliep wanneer ik wél van oordopjes gebruik maakte. In bed draaien schaadde de privacy vanwege kraakbedkraakjes waardoor menig ochtend begon met de vraag: “kon jij ook niet slapen gisteren?”. Anderzijds, wanneer de verkoudheid heerste, koos mijn huisgenoot voor de ochtendverontschuldiging: “sorry voor het kuchen”. Ik zei oprecht dat hij daar natuurlijk niks aan kon doen, maar dat ik wel nog wat keelsnoepjes in de kast had liggen.

Geluidsoverlast is een serieus gezondheidsprobleem en voor mijn bachelorsdiploma trakteerde ik mijzelf op een bouwkundig geneesmiddel. Tijdens een kijkavond waarbij de verhuurder aanwezig is, moet je natuurlijk kritisch overkomen. Toen hij vroeg wat we er van vonden antwoordde ik koeltjes dat het een goede indruk wekte, maar dat ik het toch wel belangrijk vond om niet weer akoestisch een kamer te delen. Alhoewel mijn nieuwe huisgenoot en ik voornamelijk op dezelfde golflengte zitten, wilde ik het leven in harmonie graag tot de gezamenlijke ruimte beperken. De nieuwe huisbaas nodigde ons uit de gehorigheid te testen en we konden elkaar niet horen; alleen de auto’s buiten, maar “daar scheen je aan te wennen”. We waren meteen verkocht en een paar dagen later was het huis verhuurd.

Aan die auto’s wen je in principe wel, maar aan de schreeuwende gekken die ’s avonds en ’s nachts over straat gaan niet. Plus de kou; naast een gipsen tussenmuur staat vanaf nu ook enkelglas op mijn kritische blacklist. Het werd allemaal nog een graadje erger toen het raam zodanig rot was dat er een stukje raam op de voorgevel belandde. Ik sliep wederom doch tevergeefs met oordopjes in terwijl de timmerman het te druk had met ander werk en vakantie vieren.

Toen de timmerman eenmaal een gaatje had gevonden om het gapende gat in mijn raam te verhelpen, bleek dat de oude ruit die hergebruikt moest worden niet geschikt was. Na wat freeswerk bleef de kamer achter mét houtsnippers en zónder ruit. Er moest dus eerst een nieuwe ruit komen.
Uiteindelijk kwam die ruit er pas in na de huisbaas direct aangesproken te hebben, die wist blijkbaar niets van de situatie af. Gelukkig kreeg de voorkant van het huis gelijk een likje verf en werd mijn afgebroken rolgordijn gemaakt. Heel lang kan ik echter niet genieten van de volmaaktheid der reparaties. In december loopt mijn huurcontract af waardoor ik langer met een rot of ruitloos raam heb gezeten dan de tijd waarin ik hier nog mag vertoeven.


Silver lining (ondanks de verdere luxe hier): straks zal ik er warmpjeser bij zitten in mijn goedkopere en driedubbeldik beglazen appartement in Tampere. De bevestiging van mijn borgbetaling is namelijk binnen! Als het heimwee niet de kop opsteekt straks, kan het Finse feest beginnen...  

Oud & (per 1 jan)

Nieuw: http://toas.fi/asunnot/205-rauhaniemi/

dinsdag, november 01, 2016

Externe Column: Meals ain't Big Deals

Cooking a tasty, healthy and diverse dinner seems straightforward. Each grocery store offers so many different types of food which form interesting tastes and structures, while at the same time providing vital nutrients. However, I keep getting surprised by people who need official recipes in order to create a meal. I think too many people are restricted to the question if specific ingredient combinations are “allowed”, instead of predicting the taste by themselves.  As long as it isn’t officially a recipe, people stay sceptic.  Like dishes will explode or one will get food poisoned by mixing up different cuisines. Like cooking is a religion and its god punishes those who try out a meal that is not professionally approved yet.

Because there’s the crux of the matter: the moment some uncommon dish is proposed by 24kitchen or a cookbook, the unusualness is no longer defined as weird, but well found or even genius instead.  For example, Leonie ter Veld has quite a success with her book Gewoon wat een studentje s’avonds eet, which could be translated to Just a student’s diner. Apparently, there was a big demand for unusual recipes. A missed opportunity; unusual diners have always been usual for me.  

From the age of five I started experimenting by baking cakes from random dough mixtures with orange or apple juice, without any idea how much of each specific ingredient I put in. And still I hardly use recipes or conform to cultural restrictions. Although I love to browse through recipes for inspirational purposes, I most of the time just make my cooking mind up based on what’s in stock, what’s in store’s discount and variation in respect to the past few days. 

I won’t claim that traditional dishes and popular recipes will taste worse than personally conceived dinners; I appreciate them all. It’s about preferences; no big deal. But from the moment someone says some ingredient combinations are uncommon by an intonation which implies “that’s not how it is supposed to be and can’t be tasty for the same reason”, I’m really eager to go for that specific combo. And I’m even more eager to see the surprised facial response to an unusual taste which is just perfectly fine. Or, if they’ll admit: even well found or genius instead.


dinsdag, oktober 18, 2016

Serendipische Schnabbel met BN'er

Soms moet je zoeken maar soms word je zelf al gezocht. Zo komen er dingen op je pad waar je niet letterlijk op zat te wachten, maar figuurlijk gezien juist wel. Net voor het nieuwe academische seizoen debuteerde ik als saxxer met DJ voor de nieuwejaars werktuigbouwstudenten van het HBO te Rotterdam. De DJ (ex-klasgenoot) was al zeker dat hij mocht draaien en zei dat hij indien gewenst nog wel een saxofonist kon regelen. Dat zag de organisatie wel zitten. Nog geen drie weken later word ik op Facebook benaderd met de vraag of ik al eens met een DJ heb gesaxt en of ik dat leuk zou vinden. Voor de hockeyvereniging in Eindhoven. Natuurlijk zou ik betaald krijgen. Mijn antwoord was dat ik al eens met een DJ had gespeeld en dat ik het natuurlijk leuk zou vinden om voor het eerste hockeyfeest van het seizoen op te treden.

Als je er dan achter komt dat het feestje al één dag en nacht later plaats vindt, het publiek wat groter kan uitvallen dan je eerst dacht en je de DJ nog niet hebt ontmoet, borrelen er toch wat zenuwen op van binnen. Bovendien had ik de gebruikelijke partysax (de alt) nog in het westen liggen en moest ik het kunstje zien te klaren op zijn grote broer. Gelukkig kon ik de spanning van de enige voorbereidingsdag even van me afschudden met het gezelschap van een naar-het-zuiden-doortrekkende zus. Een voedzaam maal, ambachtelijk ijsje buiten de deur en wat koetjes en kalfjes maken alles meer dan draaglijk.

16 Uur later heb je de DJ ontmoet en sta je met een vervangende microfoon (eigen niet compatible) op het podiumpje. Eenmaal ingespeeld en ingedronken was de druk er wel af. In the heat of the moment blijkt er maar weinig aandacht voor je te zijn, dat vooral in het begin aangenaam is. Als de avond vordert en je noten op je sax begint te krijgen, wordt het echter frustrerend omdat het lijkt alsof niemand het boeit dat je je daar in het zweet staat te blazen. Het lijkt ook nooit goed. Alhoewel de organisatie positief verrast was en naast een opbeurend compliment dat ook betekende dat ik mijn betaalde taak naar wens had uitgevoerd.  

Bovendien ontdekte ik post-party nog iets waar ik trots op kon zijn. De zangeres die mij tussendoor afloste, bleek achteraf bekend van het zangtalentenjacht-tv-programma The Voice. Eerst beschouwde ik de feestsfeer als luchtig en niet per se professioneel, terwijl ik achteraf besefte dat het dus serious business was. Want wie kan er zeggen te hebben gespeeld als het voor én na-programma van een Bekende Nederlandse zangster? Misschien is dat wel een muzikale niche, waardoor ik snel opnieuw zal worden gevonden.


zaterdag, oktober 01, 2016

Inzending Best Beschreven Boek: Pa P & Ta P

Niet het beste resultaat, maar het beste resultaat eist meer tijd dan een minder resultaat. Qua kwalitijdsverhouding ben ik best tevreden, ondanks ik ook wel weet dat ik me in de eigen voet heb geschoten door zoveel woorden (van de max. 400) aan de introductie te spenderen, waardoor het betoogje in totaal wat haastig en incompleet overkomt. Koppigheid kent zijn prijs. De deadline was gisteren, dus feedback kan niet meer verwerkt worden. Noch alle mogelijke taalfouten.

Godfried Bomans – de avonturen van Pa Pinkelman en Tante Pollewop
Met tekeningen van Carol Voges en 24 foto’s uit de KRO-serie (gestart in 1964)
9e druk 1976, Elsevier uitgave

Als een boek van de geletterde vuilnisbelt gered moet worden, zou het raar zijn als de titel gelijk opduikt. Het moet immers een beetje weggezakt zijn; ook bij de resecerende redder zelf. Op mijn studentenkamer waren de boeken niet van het kaliber om onterechte onbekendheid te kunnen bepleiten. Maar eenmaal vanuit het thuisfront herinnerd aan Pa Pinkelman, besefte ik dat dit boek zijn rentree in de spotlights verdiende. De digitale catalogus van de Eindhovense bibliotheek wist niet waar ik het over had toen ik het boek ter opfrissing wilde inzien. En dan weet u het wel: het verhaal is in de vergetelheid geraakt. En onterecht, want het boek sluit door drie aspecten perfect aan op de hedendaagse cultuur: de (film)industrie voor alle leeftijden, geliefde schrijfstijl en laageisende levensvisie.

De eerste grote portie sarcasme die ik mezelf voorschotelde, moet dit boek zijn geweest. Ik was me daar als kind waarschijnlijk niet van bewust. Maar wel paste ik in de kinderlijke doelgroep die Bomans in eerste instantie voor ogen had. Dat hij uiteindelijk ook het innerlijke kind in een ouder publiek wist te bereiken, bewijst des te meer hoe uitgebalanceerd het boek is. Het doet denken aan het huidige tekenfilmsucces waarin woordspelingen en maatschappelijke persiflages de volwassen filmkijker ook iets extra’s geven.

Nogmaals gelezen doet dit boek sterk denken aan de recente hit van de 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Logischerwijs is dit al reden genoeg waarom Pa Pinkelman een wedergeboorte waard is: de luchtige en ironische stijl is niet slechts mijn persoonlijke voorkeur, maar een algemeen geliefde verhaalvorm.

Naast de expliciete pedagogische les waar het boek op berust, liet Bomans ook in de jaren zeventig al een levenswijze doorschemeren die steeds meer aandacht geniet. Mindful van moment tot moment leven komt duidelijk naar voren wanneer in het verhaal de struisvogelkoets niet van zijn plaats komt: Tante Pollewop is te dik volgens de koetsier. Ze reageert volkomen zen: “het hindert niets, of we nu staan of rijden, dat blijft toch hetzelfde, we gaan toch nooit ergens bepaald naar toe.” Daarnaast sluit Bomans af met een levenswijze les: “Het avontuur is voor de geringen, daar alleen het kleine door het grote verbaasd kan worden.” Oftewel: met de juiste instelling kan iedereen magische momenten beleven. En dat is iets waar jong en oud met dit luchtige en geestige werk van Bomans nog jaren lang aan herinnerd kan worden. 




donderdag, september 01, 2016

Mierenleed

Onze olijfboom Ollie heeft het zwaar. In de winter moest hij het achter het raam hebben van de schaarse zonuurtjes en verloor een substantieel deel van zijn geblade haarbos. Toen het buiten zonniger begon te worden kon Ollie eindelijk een langdurige warme en frisse neus halen op het terras, maar toen werd hij geplaagd door mieren. Tegelijkertijd kreeg hij ook last van zwartgepunte uitslag. Eerst was het mogelijk dat Ollie buiten een luizeninfectie had opgelopen en dat de mieren juist de rol der reddende engelen speelden. Maar aangezien zowel het aantal mieren als het aantal wondjes op Ollie toenam, leek juist het tegenovergestelde geval.

Als verjaardagsgeschenk van Lieske wordt Ollie in huis gehonoreerd en als extra water en zon niet blijken te helpen, ontstaat er toch een beetje paniek. En dan ben je als mier op een risicopatiënt als snel het zwarte schaap; alles wat Ollie tegenzit wordt op de zwarte eenheden geprojecteerd. Ondanks dat probeerde ik de herrieschoppertjes op een miervriendelijke manier bij Ollie vandaan te houden: Ollie op een verhoging en omgekeerd plakband om zijn stam waar zich een mierensnelweg had gevormd. Helaas wisten de mieren niet van ophouden en begon het tijdperk van doodstampen en platdrukken. 

Ondanks dat mierenpower letterlijk hun sterkste kracht is, kan het in contact met mensen ook hun grootse lijdensweg betekenen. Want hoe hard je ook drukt, een mier sterft zelden zonder eerst nog paniekerig op de minst gekwetste pootjes rond te rennen of tevergeefs ermee in de lucht te trappelen.
Dan kun je denken: mooi zo, moeten ze maar met hun tengels van andermans planten afblijven. Maar hoeveel kun je een mier kwalijk nemen? Kwalijk nemen kan het best als het berust op het bewust verkeerd handelen van een (in dit geval slechts nog even) levend wezen.  Misschien hangt de aardbol ook wel in iemands achtertuin terwijl wij die naar de maan helpen. Daar willen wij ook liever niet onbewust voor lijden, toch? Daarnaast schrikt zo’n half lopend mierenlijkje de groep blijkbaar niet af, want de eerstvolgende neemt gewoon zijn taakjes over.


Hetzelfde heb ik bij muggen, van die vervelende bromvliegen en ander klein spul. Tuurlijk maak ik ze dood. Ik heb er immers ook last van. Met grote ergernis nog wel, want van wegwuiven willen ze niets weten; waarschuwingen zijn hun onbekend. En in tegenstelling tot bij het kwalijk nemen, verergert die onschuldige onbewustheid de ergernis alleen maar. Toch zoek ik wel zo snel mogelijk een mepapparaat om de klus te klaren, als ik zie dat er nog hoopvol en paniekerig leven in het beestje zit. 
Ollie (rechts) tijdens revalidatiekuur na vakantie

zondag, augustus 28, 2016

Hondsdrolheid

 Het was vroeg, oké. Hij is al een jaartje ouder, oké. Maar wat voor poets Bommel me dit keer had gebakken, viel niet zomaar te verklaren. Om zeven uur werd ik, na een korte nachtrust, opmerkelijk fris wakker. Misschien wilde ik wel kijken hoe het met Bommel ging aangezien hij diezelfde nacht in mijn droom half-stikkend vanonder een bed wakker schrok. Ik zou in ieder geval met hem gaan wandelen.

Gelukkig was er in het echt niks aan de hand. Met zijn luchtwegen dan; hij strompelde net als de afgelopen dagen nog steeds hinkend uit zijn mand. Maar hij had er zin in. Dus maakten we een lange ochtendwandeling. Gedeeltelijk verschuldigd omdat ik hem bijna dood liet schrikken in mijn eigen nachtelijke geestespel, maar ook zodat we gezondsheidsbevoordelijk onze pootjes en beentjes konden strekken.

Wandelen doen we echter niet alleen voor het wandelen zelf. Eenmaal buiten hebben we altijd een opdracht. Één team, één taak. En dat is Bommel ontlasten. Soms slaagt hij daar zelf niet in. Dan laat hij merken dat hij hoge nood heeft, maar eenmaal buiten blijkt dat tegen te vallen. Nu was het dus erg vroeg en gebeurde er wederom weinig. Hij was op het veld wel nog even achter de bosjes verdwenen. Je weet maar nooit; misschien was onze missie “under cover” toch nog heimelijk geslaagd.

Waar wij uitlaters ons vooral op de activiteiten buitenshuis richten, concentreert Bommel zich vooral op de activiteit die binnenshuis na het wandelen plaatsvindt. Ik was eigenlijk niet van plan hem gelijk te voederen, het was immers nog vroeg. En Bommels aanpak om het voordeel van de twijfel te krijgen was niet erg tactisch. Terwijl hij bij zijn bak klaar stond, ging zijn staart omhoog en vervulde hij zijn eerder verzaakte taak op illegaal terrein. En niet zo’n beetje ook. Ik stuurde hem nog snel naar buiten, maar tevergeefs. De vers gedraaide kiloknaller op de vloer was een feit.


Met een oude pizzadoos als stoffer en een romatomatenbakje  als blik (nu eenmaal  ároma-), veegde ik verward de drollen van de vloer. Kon ik Bommel dit kwalijk nemen? Hij had geen reden om dit opzettelijk te doen, niet nadat hij net drie kwartier met zijn lievelingsbaasje had gelopen. Maar hij moest toch wel inzien dat dit wel heel verdacht overkwam? 

Mocht niks van dit alles in zijn seniele kop spelen, dan zouden zorgen om lichamelijke kwaaltjes zoals een hinkepoot of stikneigingen verwaarloosbaar zijn. Heel even leek het inderdaad allemaal foute boel te zijn. Maar eenmaal weer gefocust op zijn voerbak stelde hij me gerust. Er speelde maar één ding in zijn hoofd en dat was eten. En dat kon maar één ding betekenen: hij is gelukkig nog steeds helemaal de oude. 




donderdag, augustus 25, 2016

Zo maar uit de krant


En ja, zo maar in de lokale krant. Kende ik alle tips? Nee, maar tip 3 is voor
mij altijd al geldig gebleken. Niet alleen romans/poëzie, maar vooral
reisboeken en biografieën. En wat tip 4 betreft zal niemand tekort komen,
hoop ik.





woensdag, augustus 24, 2016

Externe Satire: Strategische student schrijft reisverslag van te voren om burn-out te voorkomen

Ralf Vertrocken (23) zal net als enkele medestudenten aankomend academisch jaar gedeeltelijk aan een buitenlandse universiteit studeren. Hij onderscheidt zich echter van zijn medestudenten door al voor vertrek met een compleet reisverslag op tafel te komen. “Een goed begin is het halve werk, en van uitstel komt afstel.”
Waar Ralf komend semester naar Peking zal vertrekken, bevond hij zich na het behalen van zijn vwo-diploma al eens in het zuidoosten van Azië. Toentertijd hield hij ook een reisblog bij, maar dat liep slecht af. “Tijdens het backpacken kostte het schrijven regelmatig wat cruciale nachtuurtjes. Meestal kon ik de dag erna vrijwel opnieuw beginnen omdat het van belabberde kwaliteit was.” Ralf kon het schrijven noch zijn avontuurlijke activiteiten minderen en keerde uiteindelijk met een burn-out terug van zijn reisvakantie.
Het nieuwe reisverslag van Ralf zal op de dag van vertrek online beschikbaar worden gemaakt. Volgers van Ralfs reizen kunnen elke week op de reissite waarbenjij.nu een blog-update vinden, maar voor het gemak zal het complete verslag ook te downloaden zijn in PDF-formaat.






Link van origineel: http://www.deslash.nl/archief/strategische-student-schrijft-reisverslag-van-te-voren-om-burn-out-te-voorkomen/

zondag, augustus 21, 2016

Feno- en/of Genotypische Intro-invloed

De introweek van de TU/e is weer voorbij. Kersverse studenten breken het onderlinge ijs met hun toekomstige studiegenoten onder actieve en feestelijke omstandigheden. Daarnaast leren ze ook de universiteit en stad kennen. Introweken schijnen altijd een succes te zijn. Weinig slaap, veel onvergetelijke momenten die het vroege stadium van het studentenleven tekenen. Aangezien ik me pas midden in de introductieweek van mijn eerste jaargang inschreef, had ik deze helaas gemist. Zo werd de overgang naar dit het studententijdperkje zonder eerste contacten nog spannender. Maar nu eenmaal vier jaar later, kan ik bevestigen dat het goed gekomen is.

De intro is mij echter niet helemaal vreemd. In het tweede jaar was ik eventjes betrokken bij de sportactiviteit namens onze sportcommissie. En ik was van de partij op het partijtje van onze studievereniging. Ondanks ik bij de commissie afhaakte, hield ik het  meefeesten wel nog een jaartje vol. Vorig jaar piekte ik daarentegen met mijn intro-activiteit, zijnde een intro-ouder.
Als intro-ouder begeleid je met je mede-ouder een groep vers studiebloed. Samen ben je verantwoordelijk voor de informele studiestart die je introkiddo’s zich naar verwachting positief bij zal blijven. Nou had ik mijn eigen introweek niet meegemaakt en kon ik me er weinig bij voorstellen, dus het voelde een beetje als mijn eigen introweek.  Alleen moest ik nu een groep verlegen eerstejaars enthousiast krijgen, met activiteiten waar ik zelf als nieuwkomer noch aankomend masterstudent warm voor liep. Toch deed ik mijn uiterste best om bij te dragen aan wat ik zelf vier jaar geleden misliep.

Tijdens de intro leert een aankomend student ook zijn studievereniging goed kennen. Er wordt gehoopt en verwacht dat enkele nieuwe leden actief zullen bijdragen aan het commissiewerk en in de pauzes gezellig samen hun bammetjes met kaas tostiëren. Persoonlijk ben ik na een onvolledig jaar sportcommissie vrijwel alleen actief geweest bij de leukere activiteiten (voornamelijk drankgelegenheden). En hoewel mijn mede-ouder bij meerdere commissies betrokken is geweest, blijken onze kinderen een extreme variant om niet bij de studievereniging te verschijnen van mij geërfd te hebben. Nog nooit zijn we ze tegengekomen op een borrel. Zelfs met de traditie om als introgroep samen te dineren voor het eerstvolgende verenigingsfeest, werd unaniem gebroken...


Een unieke wanprestatie, gezien vanuit het gezichtspunt van de studievereniging. Ikzelf durf te geloven dat onze kinderen het toch naar hun zin hadden gehad, zoals ze zelf ook aangaven. Dat niemand actief bij de vereniging is geworden, is uitzonderlijk, maar niet per se slecht. Het waren gewoon niet van die verenigingsmensen. Wel hadden we drie zeer serieuze sporters onder onze hoede. En onze Roemeense dochter schreef nog in het verenigingsmagazine hoe geweldig ze haar buitenlandse avontuur vond. Sporten en schrijven dus. Van wie zouden ze dat nou hebben?



Thema: gangsters
gangsters (maar dan vrolijk)

donderdag, juni 16, 2016

Externe Column: The Secret of the Saxophone Solo


Misschien niet helemaal waarheidsgetrouw, maar semi-autobiografiën zijn helemaal hip.
--------------- ------------------ -------------------- ------------------------- ----------------- ------------------ -----

Improvising at songs I have never heard before: that’s what my online musical trade-mark has become. But it didn’t use to be a skill I was inherently good at. As a matter of fact, I used to suck at a particular type of saxophone exercise, the so-called “echo exercises”. During these exercises, the player has to repeat the short melodies that are played by a CD, with a book that visually provides a selection of notes which are possibly being played. Successfully completing these exercises is a key element for improvisation, because you acquire the feeling of playing the notes you hear and that you actually want to play. Well, even at the lowest pace I could barely reenact the simple melodies with only a couple of possible notes.

As embarrassed as I was to fail so heavily in front of my saxophone teacher, I started to play along with popular radio songs and tried to mimic the rhythm and melody of the singer’s voice. At least I could now fail at home; in private. I was surprised how quickly I progressed without my teacher’s presence. Especially by taking into account my lack of native ability for the echo exercises.

Although I could still use a lot of practice, I am now able to discover the key of a song within no-time and I am getting better at realizing the melodic ideas I hear inside my head. This resulted in a bunch of Snamco Sax Edits on Youtube, but it’s also of great use during the Ultra Magic Balloons practices on Mondays. Some people are gifted with the perfect pitch and can tell you straight away what key songs are in. I just need a minute with my fingers on the saxophone (or piano) and get an internal representation of the scale with notes that are in tune.

Knowing the suitable notes is only a part of the job, though. Especially on the saxophone; besides inspiration for the actual melodies you play, you really make it or break it by your embouchure. However, knowing you won’t play out-of-tune notes will boost the result both directly and indirectly. Directly because you simply don’t sound like a skimpy screaming pig. Indirectly, because you’ll start playing more confidently and relaxed, which is such a big deal to your saxophone’s sound. Getting this so-called timbre right can be an immense pain in the ass, but that’s a different story. However, for the musical journey of acquainting the ideal timbre, the same principle applies: practice makes perfect.





Kampioenschappen kwarkbroodknagen

Hoe je daarvoor inschrijft? Sommigen hebben het geluk automatische deelnemer te zijn.
Zoals daar zijn: runner up Mier278, maar absoluut aan de top staat knaagexpert John!
Nog maar vier ronden te gaan, lange tanden toegestaan!

Wat zeg je? Nooit van kwarkbroodjes gehoord? Dat gaat als volgt:
John is verheugd om in de Tsjechische supermarkt Tvorak te kunnen ontdekken maar och och och, wat een boel kleurtjes en smaakjes zijn er. Hoppa, ff allemaal proberen want kwark is altijd lekker, toch?
Eerste was wat korrelig, neu niet lekker. Tweede nog korreliger en eigenlijk... geen van alle te vreten!
Zit je dan met alle smaakjes en kleurtjes en nee, weggooien bestaat niet bij John. Dus recepten ingedoken, misschien was de smerige kwark om te dopen tot iets lekkers? Taart, brood?
Jaja, het oude beproefde kwarkkeulchenrecept bood oplossing. Leek het.
Winst 13 broodjes hoewel.... winst niet de juiste benaming bleek.

Vanaf dag 1 het grote gevecht de gordroge broodjes naar binnen te werken. Plicht, niksnie ander broodje aanraken totdat verplicht rantsoen overwonnen was. Close your eyes and think of England! (of was dat een andere toepassing?). Maar eenmaal binnen bleef het ook binnen, mag niets van gezegd worden. Standvastige broodjes, noch voor noch achter wilden ze het lijf verlaten. Verstopping alom.
Kosten-baten-analyse: besparing aan wcpapier woog niet op tegen cursus Slowaaks om apotheek te vinden.
Want jawel, het werden bereisde en internationale broodjes waaraan alle nationaliteiten mieren zich tegoed deden. Zij wel... wij ploeterden verder.

En nu op dag drie (of al vier, ik meen me te herinneren dat ik smokkelde qua rantsoen) wordt het krachtsport. En krachttermen.

Kortom: veel te doen onderweg, veel gezien en veel meegemaakt maar het topverhaal wilden we jullie niet onthouden!
Wie wil het recept?

Groetjes van Mier278 en John en de dalende wcpapieraandelen.

zaterdag, juni 04, 2016

Big Data. Een lang verhaal.


De semi-studieverenigingsspam bestond laatst uit een uitnodiging voor het JADS master event te ’s-Hertogenbosch. JADS, dat staat voor de Jheronimus Academy of Data Science, is een initiatief dat volgend jaar massaal data-engineer-entrepreneurs wil gaan klaarstomen voor de grote opkomst van Big Data. Aan mijn muur hingen al folderknipsels van de desbetreffende master, dus op zich behoorde ik wel tot de doelgroep. Toen bleek dat mijn huisgenoot zich al had ingeschreven, was de beslissing snel gemaakt. Een heus huisuitje dus.

Het JADS-beleid legt net als in de folder de nadruk op het complete plaatje waaraan de toekomstige afgestudeerde data-scientist moet gaan voldoen. Naast technische skills moet hij of zij ook de zogenoemde soft skills beheersen. Dat is ook de reden waarom de opleiding in samenwerking met de TU/e door de universiteit van Tilburg wordt georganiseerd. Waarom de uiteindelijke Academische data-campus in Den Bosch wordt opgericht, mag Jheronimus weten. Net als de reden waarom het event in de Verkade fabriek plaatsvond, want tussen alle verscheidenheid aan versnaperingen kwam er geen Verkade koekje aan te pas.

Maar, over de versnaperingen niets te klagen. Er werd van te voren alleen vermeld dat er een kleine doch smaakvolle snack zou worden geserveerd. We zouden van deur tot onze eigen deur zeker zes uur van huis zijn, dus achtten wij de maaltijdsalades in mijn rugzak zeker niet als overbodige luxe. Maar nadat de tafeltjes culinair bekleed werden met plankjes (op een bordje dan wel), er meerdere malen worstenbroodjes rondgingen en op het eind een drie-versiteit aan wraps werd geserveerd, konden de maaltijdsalades thuis gewoon weer de koelkast in.

Drie uur aan praatjes is best lang, zeker als de eerste twee praatjes nietszeggende informatieve samenvattingen zijn van kennis die ook op internet te vinden is (en grotendeels in de folder). Gelukkig werden die opgevolgd door jonge ondernemers die ons met hun slagen en falen konden vermaken. Huisgenoot was minder enthousiast, die vond het toch wel eens tijd dat die klantgerichte ondernemer met zijn Bonaire-bruine huid eens een punt achter zijn klantgerichte-punt ging zetten. Dan konden we door naar de laatste activiteit op de agenda; netwerkborrelen. Eerlijk is eerlijk, het was best een lange zit. Daarom zal ik daarentegen het lange verhaal kort maken: door de versnaperingen, het exclusieve bliksem bier achteraf en een shotje data-enterprising inspiratie was ik zeker weten verzadigd. Moeten we vaker doen, dat netwerken.

"Moeten we vaker doen, dat netwerken" - De jongen rechtsachter

donderdag, mei 26, 2016

Ontbrekende blote billen in nieuw saxgezicht



Mijn vader pleit voor het belang in sociale pauzebezigheden tussen de colleges door. Ik denk niet dat het elke pauze waard is om tijdens college drie kwartier lang in ergernis bezig te zijn de concentratieboog terug op te krabbelen. Ondanks dat voel ik wel degelijk wat voor het netwerken omtrend de studie-activiteiten. Zo sleepte ik bijvoorbeeld mijn eerste programmeuropdrachtje binnen door een college met een websiteontwikkelaar bij te wonen. Nieuw empirisch bewijs leverde een nieuwe profielfoto op die nu mijn muziekkanaal op Youtube representeert.

Als extra vak volg ik adaptive web-based systems, waarbij ik met mijn groepje besloten heb om een schaaksite te ontwikkelen die zich aanpast aan de kennis en cognitieve strategie van de bezoeker. Interessant, niet? Toch was één van mijn twee groepsgenoten tijdens de eerste meeting al binnen een kwartier afgeleid. Wazige foto’s kwamen voorbij waarop hij met zijn vriendin ergens de toerist aan het uithangen was. Maar de foto's waren wazig voor een reden; ze bestonden namelijk uit allemaal kleine foto’s.

Dit is op zich niks nieuws, deze fototechniek bestaat al langer. Ik herinner me zelfs zo’n soortgelijke poster van Mickey Mouse uit mijn basisschooltijdperk. Toch was deze foto het showen waard. De jongen had het algoritme waarmee de foto was geproduceerd namelijk zelf geschreven, als opdracht voor een vak. En wat hij zelf het mooiste vond, was dat de willekeurig opgehaalde foto’s van Twitter vooral naaktfoto’s bevatten. Een foto van jou en je vriendin bestaande uit vreemde pornosterren. Wie wil dat nou niet?

Voor Youtube wilde ik een persoonlijkere maar niet al te persoonlijke foto voor op Youtube. De man achter de muziek laten zien. Maar privacy blijft toch een dingetje. Bovendien is het ongemakkelijk om je eigen hoofd bij elke video en reactie te zien staan. Een wat vagere, artistieke foto zou dus ideaal zijn. En ik had nog wel een geschikte foto. “Kun je hier geen billenkliekje van knutselen?”

Naast trots te zijn op het resultaat van zijn algoritme, was de maker teleurgesteld toen hij inzoomde en geen schunnigheden aantrof.  Hij probeerde het nu met een foto die hij van mijn facebookpagina wist te vissen, maar tevergeefs. “Er zitten gewoon niet de juiste kleuren in jouw foto’s….”


Naast die fotogenerator had hij nog meer interessantigheid in petto. Zijn baantje bestond uit het testen van de service in onder andere supermarkten en koffiezaken. Kortom, starbuckslatté's consumeren en er nog betaald voor krijgen ook. Na mijn interesse nadrukkelijk te hebben getoond, kwam hij niet met het aanbod of ik dat ook zou willen doen. Daar vraag ik de volgende keer dan wel naar. Sociaal doen kent ook zijn tijd. De foto is in ieder geval al binnen, inclusief de inspiratie om weer eens twee sax edits te uploaden.




vrijdag, mei 20, 2016

Gat in de markt wordt gedicht

Dit ben ik, een quasi-uniek psychotechlogisch mensch.
Beloofd dat mijn studie essentieel zou zijn en door veel bedrijven gewenst.
Nieuwsberichten doen de roze TU/e bril echter zakken.
De kennismaatschappij beweegt.
Ironisch genoeg hebben zowel de mens als techniek de concurrerende smaak te pakken.
Van alle kanten opgesloten, als een Go-steentje klaar om van het bord te worden geveegd.

Psychologie is populistisch, dat spreekt ieder aan; we hebben immers allemaal de psyche.
Dat de louter psychologie studie populair is, was al langer een feit.
Daarom koos ik voor een mix met techniek en ICT.
Maar nu blijkt dat kids massaal zullen leren programmeren, slechts voor de algemene vaardigheid.
Iedere kleuter z’n eigen digitale Raspberry Pi creatie; de toekomst ligt nu alweer in handen van de volgende generatie.

Op creatief gebied dan, valt daar nog iets unieks te halen?
Ten eerste gaat dat in de muziek niet lukken. Tonen en klanken harmonisch op de maat, verbluffend hoe soepel de solo van de ArtIst gaat.
Gecomponeerd uit honderden historische stukken.
Hoe graag je het ook zou willen, luisteren naar kunstmatige muziek resulteert niet in hoorbare verschillen.

In de keuken en op papier kunnen de robots ook al mee, gebaseerd op crème de la crème deskundige data zonder gebreken.
Rolt er zo weer een science-fiction verhaal uit of een recept met Michelin-ster.
Niets is te gek, niks gaat te ver.
Het receptenalgoritme is familie van de geprogrammeerde wijsneus die ook de mens in de denksport versloeg. Go, daar lustte ie pap van.
De mens vernederd, vergaan met die banaan.

Voor een menselijk unicum blijkt geen verder bestaan. Want voor wie dacht dat de dichterij nog een uitweg was, moet zichzelf niet bedriegen.
Kunstmatige Intelligentie heeft ook zijn eerste poëtische prijs al binnen.
Net als de tijd van technologische progressie zien we onze dromen vervliegen.
Van een robot valt niet te winnen.
( Oké, ballen, dat kunnen ze dan nog even niet.
Maar een zesde-klas-studententeam, daar valt nog geen kruimel mee te innen.
Dus ook daar ligt voor mij geen carrière in het verschiet. )
Misschien moeten we maar opnieuw beginnen?

Totalitaire kortsluiting; Hup,
al het namaakdenken de vergetelheid in.
Natuurlijk niet de domme robots; die houden we nog even.
Om te sjouwen en te bouwen. Zelf de rotklusjes doen is niet aan te bevelen.
Maar voor de humane trots kan een slim kunstmatig offer vast geen kwaad.
Kunnen we tenminste weer met een gerust hart
Onze Egootjes strelen. 





zaterdag, april 16, 2016

Externe Column: Three Time-Tensed Gifts

“Yesterday is history, tomorrow a mystery, but today is a gift. That is why it is called the present.” The wise sensei Oogway from Kung-Fu Panda thought me that. Deeply inspired by this peacefully looking turtle, I gave the essential philosophy quite some thought. I also gave mindfulness quite some thought, which embraces the same philosophy. But during my mindfulness experience, I noticed two psychological contradictions that make it not that straightforward to live for this very moment only. These two happiness-facilitating mechanisms are embedded in the future and past: anticipatory pleasure and gratitude.

We are always acquiring new or improved desires by nature. This makes sense from an evolutionary point of view; it’s an old survival principle. If a caveman desperately desires a shelter-giving cave, he will not stay satisfied for long with his rocky home since his desires change. He can’t be, since he needs to be motivated to leave his cave in order to find food in time and not starve to death. Therefore, we experience the feeling of anticipatory pleasure: to keep us on the move.

These feelings of desire in advance can actually be stronger than the feeling of satisfaction afterwards. You certainly have experienced the immensely fast decreasing satisfaction of an achievement which at first sight seemed like such a big deal, it promised to be a long-term relieve after achieving it; but it didn’t. Undoubtedly you already had a new desire in mind that would truly make you happy this time. Hence, a new anticipation pleasure has arisen. This is to make sure we keep looking ahead, getting to the greener grass. Nevertheless, despite its deceptive mental promises, anticipatory pleasure can be a valuable feel-good tool in the present. Dare to (day)dream.

Gratitude on the other hand, is actually the counterpart of always looking forward. Gratitude makes you realize what you already got: a present of the past. Writing down what you are genuinely thankful for each week should be enough to pull at least a tiny happiness-trigger, not to mention the positive side-effect of exercising more*.

Still, the message of the philosophy teacher turtle is meaningful. But feel free to also cherish your memories of the past and enjoy the exciting feeling of future desires. That makes three gifts; and the more gifts, the better. So to end with an additional quote by the great French writer Gustave Flaubert that even master Oogway could learn from: “pleasure is found first in anticipation, later in memory.”


* = (scientific research by Dr. Emmons and Dr. McCullough)

dinsdag, maart 08, 2016

Scandikritische benadering en de verklaring voor het uitstekende Engels

Naast de lovende verhalen over de vooruitstrevende en welvarende landen in het Noorden, is niet alles zoals het lijkt. Zo schijnen ze in Finland relatief veel wapens op zak te hebben en blijken mannen zware drankproblemen te hebben:

Brutal Thruth About Scandinavia

En waarom ze naast knäckebröd ook toast goed kunnen uitspreken. Het geheim zit hem als in alles; constante onderdompeling van hetgeen je wil leren:

Why are Scandinavians so Damn Good at Speaking English?


Rest nog het koude klimaat.
Helaas niet onbelangrijk voor mij.

maandag, februari 22, 2016

Een Robot, Maar Natuurlijk!


De mens probeert zelf de touwtjes van Moeder Natuur in handen te nemen met behulp van technologische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld door het bestrijden van ziektes, DNAanpassingen maken in flora en fauna of het 3D-printen van protheses. Maar ook door onze gelimiteerde capaciteiten te compenseren met computers voor complexe calculaties en vliegtuigen voor het vlugste vervoer. Of anderzijds door de technologie te gebruiken voor verspreidend vermaak na de introductie van televisie, radio en internet. Kortom, de humane controle op ons eigen bestaan is uiterst invloedrijk.

Ontwikkelingen die ons leven in de huidige context verbeteren, hoeven echter niet per se uit de fabriek of het lab te komen. Het kan ook low-tech, zoals dat al onbewust gebeurde voordat de mens ooit het eerste staaltje technologie in handen heeft gehad; door de old-school evolutie. Alleen kent de natuurlijke evolutie geen Moore's law die een exponentiële groei aanduidt. Integendeel, de survivallende fittest is een resultaat van toevallige, langzame en kleinschalige mutaties. 

Toch heeft dat slome en lukrake proces af en toe nog een streepje op ons voor, zoals dat laatst ook bleek op de hoogwaardige Harvard-universiteit. Daar werd het ontwerp voor een ultiemekruiprobot gebaseerd op de natuurlijke kakkerlak. Met hun flexibele schilden zullen de innovatieve kakkerlakrobots ingezet worden om lastige plekken te bereiken, bijvoorbeeld tussen het post-ramp-puin, waar de huidige generatie robots daar te statisch voor is. Dus hoe invloedrijk we als intelligentere wezens ook mogen zijn, soms heeft een goed idee gewoon de tijd nodig waarvan Moeder Natuur de ideale bron is. Met bewezen genialiteit gebaseerd op eeuwenoude ervaring. 






zondag, januari 31, 2016

Opvraag aan bovenuitspringende columns, if any

Tot 1 april kan elke schrijver tussen de 15 en 25 iets insturen voor de Write Now! schrijfwedstrijd.
Ik was van plan gedichten in te sturen en het verhaaltje dat ik ooit schreef: Eigen slachtoffer.

Maar in totaal mag ik maar 2000 woorden insturen en de inhoud is vrij. Dus ik dacht, mochten er bepaalde columns iemand zeer positief bijgebleven zijn, dat het misschien leuker is om een paar columns in te sturen in plaats van een langere lap tekst. Ik hoor het graag! Anders schrijf ik waarschijnlijk nog iets nieuws.

(Tip voor Oop: pak gelijk de columnbeoordelingen mee.)

Links op de site is een archief te vinden, klik op de zwarte pijltjes om uit/in te klappen,
zo kun je meerdere maanden open hebben en laadt de pagina niet opnieuw.

vrijdag, januari 29, 2016

Externe column: To fixie or not to fixie

Two-wheeled trade-offs

Although ‘transportation’ sounds mainly as a mere functional activity, it can also contribute to your appearance and looks. Everyone understands the difference between traveling by a big Rolls Royce or by a rusty granny’s bike.
When it comes down to hipsters and alternative folks, growing a beard and wearing alternative tripping flower-printed clothes might seem to be enough to get that cool appearance. But it’s not.

The ultimate mean of transportation that properly fits their looks and lifestyle is the fixed geared bike; aka the fixie.  And then I’m not talking about the racing bicycles most of the (wannabe) hipsters travel by. Although it seems cool, it’s not the real deal if the pedals are not directly linked to the chain (hence, the key property of a fixie).

Fixies are beloved for their simplicity, natural mechanics and authenticity. Before they became popular, they were used by urban postmen in America. The advantage of the direct link of the pedals to the chain is that you don’t need brakes. With some skills, you don’t even need to dismount for traffic lights because you just wait in a sur place(standing still in balance).


An important drawback of these brakeless bikes is that they aren’t particularly safe, especially not if you use them like the American messengers did: crisscrossing through the crowded traffic to deliver mail and packages as fast as possible. But to be honest; neither is speeding with 260 km/h in your Ferrari. So, when it comes to transportation it is not surprising that safety is being traded off against appearance, not to mention swag.


The ultimate hipster mean of transportation has another requirement. Even if one owns a fixed gear bike, it is still not socially accepted by the fixie-community if the bike is some ready-to-use bike shipped from of China. A genuine fixie should be built and tweaked by the owner himself.


I made one myself too. Not to become a real hipster, but I thought the simplest type of bike was the most convenient to use (to be honest, also because my dad is a huge fan). Anyway, since I know what a fixie is supposed to be like, I somewhat despise the wannabees on the road with their geared or single-speed racing bikes. Maybe just because I’m jealous of the fact they can shift gears and don’t have to pedal all the time.



I must admit I don’t use my fixie that often. In this country, without mudguards, kickstand and a regular ring lock, it turned out not to be that convenient at all. Not to mention the continuous fear that the precious rims might get damaged or stolen. So besides safety and swag, there is another trade-off factor: convenience. And most of the time I take my slackened image for granted, leaving my fixie at home to just ride my dull rickety grandpa’s bike. 


Anderen niet (gedichtenwedstrijdgedicht)

Met het volgende gedicht ben ik in de voorselectie gekomen van de gedichtenwedstrijd van het Bijbels Museum.

Geen zorgen, het is fictief en is tot stand gekomen door het thema "afgunst".

Anderen niet
Anderen mogen, ik niet
Anderen genieten, ik niet
Anderen vervullen, ik niet.

Anderen kunnen grenzeloos, ik kan slechts
stilstaan bij andermans vooruitgang 
mijn quasi-blijdschap steeds opnieuw verminken
janken om de destructieve perfectiedwang
mijn eigen bloed wel drinken.

Ik haat, anderen niet
Ik lijd, anderen niet
Ik verneder, anderen niet
Ik heb spijt, verdoe tijd.

Ik ben niet goed, laat staan op mijn best
een grauwe uitgedroogde klodder
naast inspirerende regenboogpaletten;
ik kom beroerd uit de verf in contrast met de rest.

Ik verafschuw, anderen niet
Ik verafschuw anderen niet
Anderen niet. Ik verafschuw ik.

donderdag, januari 21, 2016

Periodieke paradigma's

Geïnspireerd ging ik het nieuwe jaar in door het woord dat op een collegeslide voorbij kwam: paradigm. Of zoals we het als Nederlanders onder elkaar noemen: paradigma. Een visie, een kijk op iets. Een denkkader. Lekker abstract, lekker vrij interpreteerbaar. Mijn omschrijving komt ook voort vanuit een bepaald paradigma, dat slaat op een veel bredere toepasbaarheid dan waar het oorspronkelijk linguïstisch voor dient.

Paradigma’s beslaan voor mij op beoordelingssystemen, halfvolle glazen en normen en waarden. Natuurlijk is dat niet waarvoor ik het woord in de les voorbij zag komen. Dat ging over een nieuw onderzoeksparadigma waarmee men kon testen of een plastic arm kon worden ervaren als toebehorend aan het eigen lichaam. Maar die wetenschapsfilosofie terzijde; paradigma’s zijn overal. Ze beïnvloeden het denken en doen en omdat de meesten van ons denken en doen, zitten die achterliggende visies dus ook overal verscholen.

Het nog mooiere van paradigma’s is hun flexibiliteit. Paradigma’s zitten in onze bovenkamers, zo tastbaar als de elektrische signalen zelf die neuronen elkaar daarboven toesturen. En eenmaal van hun flexibiliteit bewust, nam ik een blik terug in de tijd en ontdekte verschillende periodieke paradigma’s. Vaker dan eens compleet in de ban van poker, andertijds vooral bezig met views scoren op Youtube. Tijdens schoolperiodes bezig om vrije tijd te realiseren, tijdens vakanties bezig om die vrije tijd zo memorabel mogelijk in te vullen. Een verfrissende kijk op vroegere kijkramen; meta-paradigmatisatie.

Dan nog even toegepast: mijn nieuwe uitdaging is om elke vorm van boosheid bij problemen als een gebrek aan creativiteit te zien. Als je immers de juiste paradigm-shifts kunt maken, is er altijd wel een denkkader waarbij je geen last van het probleem zou hebben. Of omdat je een oplossing kent, of die oplossing opzoekt (of niet eens opmerkt). Je zou het ook constructief denken kunnen noemen.

Als je van boosheid naar creativiteit kunt shiften, zou dat ook kunnen vanuit een angstig naar een humoristisch perspectief. Of van onzekerheid naar avonturistisch. Denk er maar eens over na en denk er maar eens anders over. De mogelijkheden zijn zoals je ze zelf invult.

Geïnspireerd ging ik het nieuwe jaar in door het woord dat op een collegeslide voorbij kwam: paradigm. Of zoals we het als Nederlanders onder elkaar noemen: paradigma. Een visie, een kijk op iets. Een denkkader. Lekker abstract, lekker vrij interpreteerbaar. Mijn omschrijving komt ook voort vanuit een bepaald paradigma, dat slaat op een veel bredere toepasbaarheid dan waar het oorspronkelijk linguïstisch voor dient.

Paradigma’s beslaan voor mij op beoordelingssystemen, halfvolle glazen en normen en waarden. Natuurlijk is dat niet waarvoor ik het woord in de les voorbij zag komen. Dat ging over een nieuw onderzoeksparadigma waarmee men kon testen of een plastic arm kon worden ervaren als toebehorend aan het eigen lichaam. Maar die wetenschapsfilosofie terzijde; paradigma’s zijn overal. Ze beïnvloeden het denken en doen en omdat de meesten van ons denken en doen, zitten die achterliggende visies dus ook overal verscholen.

Het nog mooiere van paradigma’s is hun flexibiliteit. Paradigma’s zitten in onze bovenkamers, zo tastbaar als de elektrische signalen zelf die neuronen elkaar daarboven toesturen. En eenmaal van hun flexibiliteit bewust, nam ik een blik terug in de tijd en ontdekte verschillende periodieke paradigma’s. Vaker dan eens compleet in de ban van poker, andertijds vooral bezig met views scoren op Youtube. Tijdens schoolperiodes bezig om vrije tijd te realiseren, tijdens vakanties bezig om die vrije tijd zo memorabel mogelijk in te vullen. Een verfrissende kijk op vroegere kijkramen; meta-paradigmatisatie.
Dan nog even toegepast: mijn nieuwe uitdaging is om elke vorm van boosheid bij problemen als een gebrek aan creativiteit te zien. Als je immers de juiste paradigm-shifts kunt maken, is er altijd wel een denkkader waarbij je geen last van het probleem zou hebben. Of omdat je een oplossing kent, of die oplossing opzoekt (of niet eens opmerkt). Je zou het ook constructief denken kunnen noemen.

Als je van boosheid naar creativiteit kunt shiften, zou dat ook kunnen vanuit een angstig naar een humoristisch perspectief. Of van onzekerheid naar avonturistisch. Denk er maar eens over na en denk er maar eens anders over. De mogelijkheden zijn zoals je ze zelf invult.  





maandag, januari 11, 2016

koppelaar vindt match

http://www.msn.com/en-gb/news/world/schoolgirl-is-japan-trains-only-passenger/ar-CCllDQ?ocid=spartandhp


vriendin voor zoon oliesheik?

Toen ik bovenstaand bericht las moest ik denken aan de mop die Hub (?) ooit schreef of vertelde.
Zoon van rijke sheik stuurt zijn vader een brief om te melden hoe zijn start op de universiteit verloopt: "Pap, ik word nog niet erg opgenomen in de groep; ik val teveel op als ik met de Masarati op school kom terwijl anderen de trein nemen".
Vaders antwoord: "Beste zoon hier is 3 miljoen, koop ook een trein!"

Kortom: match?